Filmpje op de Porsche-website. Stoere coureur raast met een tot rallywagen opgehoogde Porsche 911 over een zandvlakte, nagekeken door een ratelslang en bedreigd door een zandstorm. Kenners weten wat ze zien. Deze vierwielaangedreven 3.2 Carrera won in 1984 de Parijs-Dakar-rally. Wow.
Kijk, het icoon – zo noemen mannen in hun mannenrijk met geil ontzag le-gen-da-ri-sche auto’s – krijgt er een fris achterneefje bij. Dramatisch duikt de nazaat uit de zandstormnevels op met ‘Roughroads Porsche’-stickers op de deuren. Gaat-ie, in Afrika, zandbak van de rijken, zelfde stijl als de oer-Dakar, maar dan modern met turbo en 480 pk, driftend en zigzaggend, unstoppable.
Geloof het of niet, die auto staat nu voor mijn deur. Porsche heeft een 911 GTS vijf centimeter opgekrikt, voorzien van terreinbanden en tegen bijbetaling een imperiaal waarop twee windvangende jerrycans, een schepje om hem uit te graven en oprijplaten om een vastgelopen Porsche uit het zand te laten kruipen. Niks jamaar, gewoon te koop in Nederland. Kun je vanaf de Zandvoortse boulevard voortaan dwars door het duin naar Bernhards bulderbaan afsteken. Daar gaat hij wel iets minder hard dan het donormodel. Dat haalt 311 kilometer per uur, terwijl de zandhaas het bij 240 voor gezien houdt. Wie meer wil gaat maar op safari naar Dakar.
Kopen, hipsters? Dat is dan 306.000 euro, met alles wat hem nog specialer maakt vet meer. Voor een Rallye-designpakket in het wit-blauw van de oude Dakar-911, het clownspak van het filmpje, vraagt Porsche 27.519 euro. Het dakrek inclusief extra koplampen kost je 5.610. Van harte aanbevolen niettemin, want een betere investering dan bitcoin. De Dakar is een rijdende beleggingsrekening. Hij is zeldzaam en een Porsche. Ook losse onderdelen worden collector’s items. Zo’n jerrycan met Porsche-logo van 125 pop doet straks op eBay het tienvoudige. Waarschijnlijk daarom zijn de hebbedingetjes alvast met cijferslotjes aan het rek geketend.
Is het, de verstandsverbijstering voorbij, mogelijk hier iets van te vinden? Moeilijk. De in Nederland bespottelijke daklading geeft alleen maar overlast. Het windgeruis is fier. De overbodigste voorziening in deze Dakar is de cruisecontrol. Harder dan 120 ga je met dat speelgoed op het dak niet rijden. En maar stoer doen met zijn brandblusser en rolkooi. Toch zijn de buitenspiegels gewoon van supercarcarbon en is het stuur suède als in echte sportwagens.
Het kan niet bont genoeg
Omdat ik een proleet ben, heb ik er in filosofisch perspectief best schik in. Ik vermaak me kostelijk. Hoe beestachtig dat monstrum rammelt, rilt en rochelt, enig. Hij is het credo quia absurdum van de overvloed. Zijn les is dat je het niet bont genoeg kunt maken. En dat werkt. Alle mannen die ik ken vinden hem geweldig. Hoe vermakelijk met die 480 pk toch nog bijna even snel als de gewone GTS de toegenomen luchtweerstand te overwinnen. Maar ik zeg jullie, vóór iemand weer tandeloos gaat twitteren over de schandelijke CO2-uitstoot: hij gáát niet rijden. De eigenaar duikt echt niet de woestijn in. Dan komt er zand in de remklauwen. Hij gaat er niet mee forensen, dan vergaat hij van de herrie. Hij wil er niet mee op vakantie, want te krap. Hij hoeft ook niet te rijden. Hij koopt een stuk prepensioen. Hij komt in een verzameling van iemand met tien Porsches. Niet hier. In Monaco, Doha of Hongkong. Daar komt hij niet meer uit de Legendarische Iconenloods totdat over een jaar of tien de marktwaarde is verdriedubbeld. Dan belt de eigenaar Christie’s of Bonhams, die de Dakar voor een veelvoud van de nieuwprijs veilen, waarna hij weer een decennium staat te verstoffen in de eliteloods van een verzamelsjeik met nog meer pegels. Niemand zal hem ooit als dagelijkse auto inzetten. Over een eeuw verkeert de ongerestaureerde 911 in nieuwstaat, 3.000 kilometer op de teller. Dan neemt de achter-achter-achterkleinzoon van Elon Musk hem voor een potje Marsraggen mee de ruimte in, waarna dit vuilspuitende brok postkapitalistische verwording de annalen in kan als minst vervuilende Porsche aller tijden.
Op de A28 word ik confronterend opgenomen door een normale 911-rijder. Zijn ironische blik monstert de hakbijlversie van zijn chirurgijnsmes. Met mijn jerrycans en schepje voel ik me monnik in een clownspak. Misschien moeten we hem maar aan Artsen zonder Grenzen geven. Nooit was eerste hulp zo snel. Dakar-dokter: „Nog voor het ongeval zich voordeed waren wij ter plaatse, geen zandstorm hield ons bij.”