Hoe gaat de Europese Unie de ambitieuze plannen voor klimaat, digitalisering en veiligheid financieren? Het is dé discussie in Brussel. Voorzitter Ursula von der Leyen van de Europese Commissie en oud-ECB directeur Mario Draghi lieten er geen misverstand over bestaan. Europa moet, naar Amerikaans model, gezamenlijk Europees schuldpapier gaan uitgeven. Terwijl deze discussie in Brussel hoog oploopt, is het tijdens de Nederlandse verkiezingscampagne oorverdovend stil.
Volgens de Europese verdragen is de EU voor het budget afhankelijk van bijdragen van de lidstaten. Al jaren blijkt dit ontoereikend voor de grootse plannen die op Europees niveau worden uitgestippeld. Geregeld moeten lidstaten bijspringen met extra afdrachten. Al na drie jaar van de huidige zevenjarige begroting wordt aan de lidstaten gevraagd om opnieuw geld te verschaffen.
Maar dat gaat niet zo gemakkelijk. Door de coronacrisis, gestegen rentes en de Oekraïne-oorlog zitten weinig lidstaten te springen om extra geld aan Brussel te betalen. EU-bestuurders zien het als een terugkerend probleem dat ze telkens het handje moeten ophouden bij de lidstaten. Een nieuw Europees soevereiniteitsfonds, gefinancierd met gemeenschappelijke leningen, wordt dan ook gezien als het nieuwe ei van Columbus.
Het is zorgwekkend dat deze discussie in de Nederlandse politiek nauwelijks wordt gevoerd. Want de uitgifte van gezamenlijke obligaties zal de Nederlandse staatshuishouding radicaal veranderen. Alleen al de rente die betaald moet worden over de zogeheten eurobonds zal hoger zijn dan die wij nu betalen op de uitgifte van eigen Nederlandse staatsobligaties. Ook zal Nederland mede garant staan voor de gehele eurobond, dus ook voor het deel van de overige eurozonelanden. Wij worden verantwoordelijk voor het niet nakomen van de afspraken door notoire schuldenlanden.
Prikkels ontbreken
Anders dan bij eerdere Europese noodfondsen, zoals het Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM), worden er aan eurobonds geen strenge voorwaarden gekoppeld. Met andere woorden: de prikkel bij de zwakkere lidstaten om hun economieën en instituties te verbeteren vervalt. Terwijl de Nederlandse regering hier sinds jaar en dag juist op hamert.
Het eenmalige coronaherstelfonds NextGenerationEU geeft ons een idee waartoe eurobonds zullen leiden. Bij dit fonds werd 807 miljard euro gemeenschappelijk Europees geld geleend op de kapitaalmarkt. Er werd echter geen rekening gehouden met de oplopende inflatie en de stijgende rente, waardoor er in Brussel onvoldoende geld is om de rentelasten te dragen. Ook blijkt het lastig voor de ontvangende landen om het geld op de juiste plekken te krijgen. Zo wees de Europese Rekenkamer er onlangs op dat er te weinig transparantie is over de investeringen en dat deadlines van projecten en werkzaamheden niet worden gehaald. Nederland kan hier niets meer tegen doen. De wortel is vergeven, de stok weggegooid.
In navolging van Von der Leyen en Draghi liet ook Klaas Knot, President van De Nederlandsche Bank, onlangs weten ‘pragmatisch’ tegenover eurobonds te staan. Het toont aan dat het debat vooral speelt tussen EU-bestuurders en centrale bankiers. Maar niet op de plek die er over moet beslissen: de politiek. Voordat er überhaupt over eurobonds kan worden onderhandeld, moet de kiezer zich er over kunnen uitspreken.