Lopend langs het strand overvalt me de stilte na de storm; het huilen van de wind, de schuimkoppen op zee en het beuken van de golven op de kust zijn nog slechts een herinnering. Als aandenken aan wat is geweest rest een rafelige lijn hoog op het strand van donker drijfhout, slierten zeewier, stapels schelpen en de overblijfselen van een eens trotse zilvermeeuw.
Verblindend wit zwelt nu zijn buik, de zielloze vleugels ondergestoven in het zand. Het ruikt er naar verderf en zilt en zout.
„Een kraai krast dat het is volbracht”, memoreerde Jan Wolkers eens. Ik zie er één lopen, voor me in het zand; in blauw, paars en groen spat het zonlicht van zijn glimmend zwarte doodgraverspak.
Maar deze kraai krast van plezier; ongeduldig stapt hij langs de vloedlijn en pikt naar de aangespoelde garnalen en opengebarsten zwaardschedes, ‘all you can eat’ is vandaag zijn zeebanket.
Zwarte kraaien (Corvus corone), kleinere neefjes van de raaf, behoren tot onze grootste zangvogels en zijn als standvogel het gehele jaar zowel op het platteland als in de stad te vinden. Hun sociale en schrandere gedrag, groot aanpassingsvermogen en intelligentie maken kraaien wereldwijd tot een van de meest succesvolle en wijdverbreide vogelfamilies.
Zwarte kraaien, die als paar een leven lang bij elkaar blijven, voeden zich met insecten, fruit, eieren, jonge vogels en kleine knaagdieren en vormen een stabiele Nederlandse populatie van 100.000 broedparen. Dit ondanks hun plek op de landelijke vrijstellingslijst op basis waarvan grondgebruikers kraaien mogen bestrijden – een praktijk die de Raad van State begin dit jaar (19 april 2023) ter discussie stelde.
Kraaien worden gerekend tot de slimste aller vogels met een intelligentie vergelijkbaar met die van primaten. Kraaien herkennen gezichten, kunnen oorzaak en gevolg verbinden, maken en gebruiken gereedschappen om voedsel te bemachtigen, waarschuwen elkaar bij gevaar, kunnen woorden leren, slaan voedsel op en kunnen dit weer terugvinden, zijn zich bewust van het hier en nu (primair bewustzijn) en kunnen tellen.
Dit alles gebeurt in een brein ter grootte van een walnoot dat een geheel andere architectuur kent dan onze hersenen en de gelaagde hersenschors (neocortex) van zoogdieren mist die geassocieerd wordt met hogere cerebrale functies. Steeds duidelijker wordt echter dat ook het ongelaagde kraaienbrein structuren herbergt die complexe hersenfuncties mogelijk maken.
U bent dus gewaarschuwd; de zwarte kraai in uw straat herkent u, hij weet waarschijnlijk waar u woont, welk loopje u met de hond doet en met welke buurvrouw u nét iets langer praat.