Tsjechische arbeidsmigrant Jiri: ‘Ik kwam hier als mens om te werken, maar eindig als invalide’


Arbeidsmigranten Arbeidsmigranten die betrokken zijn bij bedrijfsongevallen belanden vaak op straat. Vakbond FNV spreekt per jaar honderden Oost-Europese werknemers die niet weten wat hun rechten zijn. Ze zijn afhankelijk van uitzendbureaus, en overheidsinstanties zijn niet ingericht om deze groep te helpen.

De Tsjechische arbeidsmigrant Jiri Buchar in de opvang in de Duitse grensplaats Kleve. Arbeidsmigranten die arbeidsongeschikt raken, kennen vaak hun rechten niet en worden dakloos.
De Tsjechische arbeidsmigrant Jiri Buchar in de opvang in de Duitse grensplaats Kleve. Arbeidsmigranten die arbeidsongeschikt raken, kennen vaak hun rechten niet en worden dakloos.

Foto Flip Franssen

Op een zondagochtend in november stopt een auto in de Wagnerstraße in de Duitse grensstad Kleve. Vier mannen stappen uit. Het type gasten dat normaal gesproken voor de deur van de discotheek staat, zeggen verschillende buren die de vier mannen een grote villa op de hoek zien binnengaan. Even later worden een man en vrouw van middelbare leeftijd op straat gezet. Het zijn arbeidsmigranten. Ze bellen aan bij de buren en vragen om hulp.

De op straat gezette man is de 53-jarige Jiri Buchar, een arbeidsmigrant uit Tsjechië die vanaf de zomer in een heftruck pakketjes bevroren vlees heen en neer rijdt voor koelopslag Blokland in het Noord-Brabantse Cuijk. Begin augustus krijgt Buchar een ongeluk tijdens zijn werk. Hij komt onder een vorkheftruck terecht en breekt daarbij beide benen. Op het moment dat hij de woning wordt uitgezet, samen met zijn vrouw Anezka, is hij nog aan het herstellen. „Het was koud en het regende en ik wist niet waar ik naartoe moest”, vertelt Buchar half november.

Zijn Duitse buren zien het gebeuren. „Ze vroegen of ze in mijn tuinhuisje konden schuilen”, zegt buurvrouw Margarete Elisabeth Schoofs, waar Jiri met zijn vrouw aanbelt. Een buurman belt de Duitse vakbond – die regelt dat het koppel terecht kan in de daklozenopvang in Kleve. Ze verblijven er twee weken. Daarna betrekken ze meerdere huizen in Nederland, nu is hij terug in Tsjechië. Buchar: „Ik kwam als mens naar Nederland om te werken, maar ik eindig als een invalide.”

Jiri met zijn vrouw Anezka in de opvang in Kleven.

Dakloos

Arbeidsmigranten uit Oost-Europa komen hier om te werken, vaak via uitzendbureaus. Maar wat als ze dat niet meer kunnen, bijvoorbeeld omdat ze hun benen breken of ziek worden? Dan raken ze vaak dakloos, ziet de Pools-sprekende FNV-medewerker Annemarie de Zeeuw elke dag. „De parken in Nederland liggen vol arbeidsmigranten die dakloos zijn geworden na een bedrijfsongeval.” De FNV zegt honderden van dit soort gevallen per jaar tegen te komen. „Na een bedrijfsongeval weten negen van de tien arbeidsmigranten niet wat hun rechten zijn.”


Lees ook: ‘Nederland verdient het geld en wij zitten met de problemen’, zegt de Duitse burgemeester

Een werknemer mag in Nederland niet zomaar aan de kant worden geschoven als hij of zij ziek is, ook niet als het gaat om een werknemer van een uitzendbureau. Wel zijn uitzendbureaus volgens het UWV geregeld ‘eigenrisicodrager’. Dat betekent dat ze zelf het risico dragen als hun werknemers ziek worden: ze moeten hun werknemers dan doorbetalen.

Maar veel arbeidsmigranten weten dit niet. Uitzendbureaus profiteren daar vaak van en controle is er nauwelijks, ziet de FNV. „Dus belanden ze op straat, zodra ze niet meer kunnen werken”, zegt De Zeeuw. De FNV pleit al langer voor een scheiding tussen bed en baan, zodat mensen bij verlies van hun baan wel in hun woning kunnen blijven.

Bovendien is er voor de arbeidsmigranten geen informatieloket waar ze terecht kunnen met vragen over hun contract of rechten bij een bedrijfsongeval. „En als ze dan al om informatie vragen bij het UWV of gemeente zien we een grote taalbarrière”, zegt De Zeeuw. „Vrijwel niemand bij het UWV spreekt Pools of Roemeens. Loonstroken en contracten zijn vaak in het Nederlands en worden blind getekend.”

Vier mannen

Wie verantwoordelijk is voor het uitzetten van Jiri Buchar uit zijn woning is niet met zekerheid te zeggen. Volgens Buchar zelf was het zijn uitzendbureau BABO FlexRo uit Cuijk. Dat zouden de vier mannen die het huis binnenkwamen tegen hem hebben gezegd. Eigenaar Kai Boerstal van BABO FlexRo ontkent dat. Wie het dan wel was, zegt hij niet te weten.

Boerstal zegt pas na een publicatie in de regionale krant Rheinische Post over de kwestie gehoord te hebben. „Toen kwam ik er pas achter dat meneer Buchar niet meer in het huis woonde. Hij had ons kunnen bellen, maar heeft dat niet gedaan.”

Volgens Boerstal heeft hij „zoveel mogelijk” voor Buchar proberen te doen. Na het ongeluk kwam Buchar terecht in een huis in het Duitse Kranenburg (vlak bij Kleve), daarna werd hij door Boerstal verplaatst naar een huis in Kleve, waar de arbeidsmigrant op de benedenverdieping kon verblijven. Hij is Buchar blijven doorbetalen, zo blijkt ook uit bankgegevens die NRC heeft ingezien.

Jiri in november in de opvang in Kleve.

Maar Buchar voelt zich juist in de steek gelaten door het uitzendbureau. Toen hij invalide in zijn nieuwe huis in Kleve zat, hielpen buurtbewoners hem. Een buurvrouw gaf hem een oude televisie, snoep en tabak. Ook toen hij uit huis werd gezet, was hij afhankelijk van anderen: van buren kreeg hij een winterjas en een doos met noodles, rijst, olie en boter. De Duitse vakbond DGB regelde de daklozenopvang en schakelde de media in. Boerstal zegt dat hij – als hij het had geweten – meer zelf zou hebben gedaan. Want, zo beaamt hij, zijn uitzendbureau is verantwoordelijk voor Buchars re-integratie.

Na een week in de Duitse daklozenopvang draagt de Duitse vakbond Buchar en zijn vrouw over aan de FNV, omdat ze in Nederland werkzaam waren. Ze verblijven nog een paar weken in Nederland. Maar daar blijkt de situatie al snel uitzichtloos: Buchar kan niet aan het werk met zijn gebroken benen en zijn vrouw wil thuis voor hem zorgen. En zonder baan is het moeilijk onderdak te krijgen bij een uitzendbureau. Uiteindelijk keren ze midden december terug naar Tsjechië met een voorschot van 1.000 euro van het uitzendbureau op zak.

Geluk gehad

Volgens de FNV heeft Buchar geluk gehad. Dankzij betrokken buurtbewoners, de Duitse vakbond en media-aandacht kreeg hij snel hulp en onderdak. Maar de vakbond ziet vaker dat het misgaat. „Zo’n zelfde verhaal maak ik tientallen keer mee per jaar, maar dan dat de mensen wél op straat belanden”, zegt De Zeeuw. Bovendien gaan ze vaak niet terug naar hun eigen land. „Vaak schamen ze zich, omdat ze naar Nederland kwamen met een droom om geld te verdienen”, zegt De Zeeuw. „We zien dat ze hopen op een zak geld, en daar hebben ze ook recht op. Maar ze weten niet waar ze hulp kunnen krijgen.”

Bestuurder Frank Thon van Duitse vakbond DGB ziet het verhaal van Jiri Buchar als symbool van wat er in Duitsland met arbeidsmigranten gebeurt die in Nederland werken. „Het gaat vaak maar om een ding: winst maken. Als iemand niet meer kan werken, is hij waardeloos voor zo’n uitzendbureau, en doen ze er alles aan om hem op straat te zetten.”

Thon benaderde vorig jaar alle Eerste en Tweede Kamerleden met een ansichtkaart met de tekst: ‘groeten uit Emmerich’. Daarmee wilde hij aandacht vragen voor het probleem bij Nederlandse politici, zodat zij met oplossingen komen voor het huisvesten van arbeidsmigranten net over de grens. Niemand reageerde. Thon: „Nederlandse politici zijn niet geïnteresseerd in het oplossen van het probleem.”

Ook burgemeester Wolfgang Gebing van Kleve ziet dat zijn stad opgescheept zit met de problemen van arbeidsmigranten die in Nederland werken. „De afgelopen jaren is het probleem toegenomen: 95 procent van de arbeidsmigranten die in Kleve woont, werkt in Nederland.”

Maar veel kan hij er niet tegen doen. „In Duitsland zijn strenge regels voor woning-invallen. Pas na concrete aanwijzingen mogen wij naar binnen voor controle.”


Nadat Buchars verhaal in de Duitse kranten had gestaan, deed de stad Kleve een onaangekondigde controle in het huis, maar trof daar geen bijzonderheden aan. „Er wonen acht tot tien mensen in dat huis, meer dan je verwacht, maar er was geen sprake van omstandigheden waarop we de woning konden sluiten”, zegt Gebing.

Om te voorkomen dat arbeidsmigranten die niet meer kunnen werken dakloos raken, moet strenger gecontroleerd worden of uitzendbureaus zieke werknemers doorbetalen, zegt de FNV. Maar het begint allemaal met betere communicatie, zodat arbeidsmigranten weten waar ze recht op hebben. FNV’er Annemarie de Zeeuw: „Als dat niet verandert, blijven we deze ellende tegenkomen.”


Lees ook: Arbeidsmigranten werd 2.100 euro en een mooie woning beloofd, maar de praktijk viel tegen