Column | Een vreemde vermommingsklus

Verhuizen? Meer zorg? Tuurlijk niet. Ze woonde heerlijk in het centrum van de stad! De winkels lekker dichtbij. Ze kon naar een concert, een lezing, een yogaklas, vrienden bezoeken. Eind zeventig was ze, en kerngezond.

Maar ze ging niet meer naar lezingen. Ze ging niet meer naar yoga. Vrienden haakten af. Tijdens concerten begon ze door de muziek heen te babbelen. En in de pauze deelde ze jus d’orange uit aan de andere concertbezoekers. Boodschappen deed ze wel. Maar ze kocht alleen netten vol handsinaasappels en grote stukken kaas. Ze vergat te douchen. Ze vergat de vuilnis buiten te zetten, om zich aan te kleden. Ze vergat om op te staan in de ochtend.

Bij dementie loop je voortdurend achter de feiten aan, vertelt de dementiecoach. Nèt als je snapt wat niet meer kan, wordt de ziekte erger. Een lichamelijke kwaal is makkelijker. Daarover kun je praten met de patiënt. Heeft iemand dementie, dan kun je niet overleggen en afspraken maken.

Er kwam voor haar een ruime kamer vrij op een plek ver buiten de stad met uitzicht op de weilanden. Een soort gezinshuis. Niet meer dan twintig bewoners. Geen slot op de deur. Een grote tuin met vogels en konijnen. Een huiskamer om samen te eten en te sjoelen. De kat mocht mee. Het was mooi. En als je weet hoe het anders kan zijn, was het goud.

Ze vond het ook een fijne plek. Prachtig zelfs! Alleen niet voor haar. Nee, zij woonde nu eenmaal midden in stad. Ze deed alles zelf. Kijk, die sinaasappels had ze net gehaald.

Twee mogelijkheden: Met drang en dwang het huis uit. Of de vreemdste vermommingsklus van ons leven.

Het werd het laatste.

Twee dagen ging ze op vakantie met haar schoonzus. Op het moment dat ze de hoek om was, marcheerde er een bataljon familie en vrienden het huis binnen, verhuisdozen onder de arm. Van woonkamer en slaapkamer maakten we foto’s. Daarna pakten we in record tempo het hele huis in.

De volgende ochtend stonden om 8 uur twee verhuizers voor de deur. Begin van de middag pakten we alles uit in haar nieuwe kamer. Met de foto’s in de hand, probeerden we haar kamer te herbouwen: kledingkasten op de juiste plek, haar bed met sprei, nachtkastje er naast, de kast vol boeken die ze niet meer zou lezen, de rij met eierdopjes die ze spaarde. Kerstverlichting er omheen gedrapeerd. Schilderijen en foto’s aan de muur. Buurvrouw brengt de kat.

Natuurlijk was ze verbaasd.

Woon ik hier?

Ja, hier woon je. Kijk maar, hier staat je bed. Daar zijn je boeken. En kijk eens, de kat zit in de vensterbank.

Zes weken later. „Ik woon hier zo fijn. Midden in de stad. Heerlijk!” Haar blik glijdt over de eindeloze weilanden.

Sheila Kamerman vervangt Gemma Venhuizen