Een dwarskop was hij, eigenzinnig, brutaal. Op school, het gymnasium, was hij niet te handhaven, vertelde hij in 2016 in een interview met Het Financieele Dagblad, omdat hij in de clinch lag met de leraren. Hij stelde hun cijferbeleid aan de kaak: dat vond hij veel te ambtelijk. Op een dag, zei hij tegen ze, zou hij komen voorrijden in een rode Jaguar „en dan houden jullie allemaal je bek”.
Hans Melchers, zakenman, ondernemer, kunstverzamelaar en een van de rijkste mensen van Nederland – zijn vermogen werd door Quote 500 op 2,3 miljard euro geschat – is afgelopen zaterdag op zijn 85ste overleden. Dat meldt Museum MORE in het Gelderse Gorssel op zijn website. Melchers was in 2015 de initiatiefnemer van het museum, dat gespecialiseerd is in Nederlandse modern-realistische kunst.
Ja hoor, zei hij in hetzelfde interview met het FD, hij vond het fijn om zo rijk te zijn. Hij kon de auto’s kopen die hij leuk vond, wijnen van topniveau. Ook vond hij het prettig om met zijn privévliegtuig binnen vier uur in zijn huis op Corsica te zijn. Maar nog leuker vond hij het dat hij dat museum in Gorssel had kunnen bouwen.
En in 2022 kwam daar nog een museum bij, in Ruurlo, voor zijn verzameling Carel Willinks. Een groot deel van zijn collectie, met werk van onder anderen Charley Toorop, Pyke Koch en Jan Mankes, had hij voor 14 miljoen euro gekocht van Deutsche Bank uit de failliete boedel van de bankier Dirk Scheringa.
Melchemie
Hans Melchers, op 28 april 1938 geboren in Bloemendaal, ging op zijn 24ste werken in de Arnhemse onderneming van zijn vader, Melchemie. In 1968 nam hij het bedrijf, in kunstmest en andere chemicaliën, over en bouwde daarmee het begin van zijn vermogen op. In 1985 belegde hij een deel ervan in de Rotterdamse investeringsmaatschappij HAL, een paar jaar later deed hij Melchemie van de hand. Melchers had toen al het Vordense landgoed ’t Onstein gekocht, met 250 hectare grond. In het koetshuis richtte hij bridgeclub ’t Onstein op. Bridgen was een van zijn grote liefhebberijen. De bridgebond benoemde hem in 2011 tot erelid.
Een aantal keren kwam Hans Melchers prominent in het nieuws, de eerste keer in 1986, toen Melchemie een boete van 100.000 gulden kreeg opgelegd wegens de verboden levering van 20.000 kilo fosforoxychloride aan Irak, toen nog onder het regime van de dictator Saddam Hoessein. Fosforoxychloride is een grondstof voor mosterdgas en zenuwgas, beide zeer dodelijk. In 1988 gebruikte de Iraakse luchtmacht die middelen bij een militaire operatie in de Koerdische grensstad Halabja, met vijfduizend doden en meer dan tienduizend gewonden tot gevolg. In maart 2018 klaagde het Amerikaanse advocatenkantoor MM-Law namens slachtoffers en nabestaanden onder anderen Melchers aan voor medeplichtigheid aan die moordpartij. Die rechtszaak is nog niet tot een afronding gekomen, komende woensdag zou de rechtbank in Den Haag uitspraak doen. Melchers’ advocaat heeft Melchers betrokkenheid bij de leveringen altijd ontkend. Volgens de advocaat ging het om een soort rattengif, dat in Italië was geproduceerd en buiten Melchers om rechtstreeks naar Irak was gegaan.
Ontvoering
Op 12 september 2005 werd een van de dochters van Melchers, Claudia, door drie mannen ontvoerd. De ontvoering begon in Amsterdam en eindigde twee dagen later in Arnhem, waar Claudia Melchers werd vrijgelaten, ongedeerd. De politie zei daarna dat de ontvoerders in het huis van Claudia Melchers een brief hadden achtergelaten waarin ze driehonderd kilo cocaïne eisten. Vanaf dat moment werden Claudia Melchers, haar man en haar vader in kranten en op televisie in verband gebracht met drugshandel. Ook werd die boete uit 1986 wegens de levering van chemicaliën aan Irak weer opgerakeld. Melchers vertelde twee weken later in een interview met NRC hoe kwaad hij daarover was. „Je dochter wordt ontvoerd en opeens ben jij de grote gifmenger en cokedealer.” Hij loofde een miljoen euro uit voor de tip die zou leiden tot de opsporing en aanhouding van de ontvoerders, want hij had er geen vertrouwen in dat de politie de zaak zou oplossen. Hij vond dat „de politie wel wat steun [van hem] kon gebruiken”. In het interview ontkende hij niet dat de ontvoerders cocaïne hadden geëist, maar de conclusies die de media daaraan verbonden waren volgens hem „absurd”.
Rechercheurs die niet betrokken waren bij het onderzoek hadden tegen de Volkskrant gezegd dat ze vermoedden dat er in de directe omgeving van Claudia Melchers grootschalige handel in verdovende middelen plaatsvond. De ombudsman van de Volkskrant schreef later dat de verdachtmakingen ongegrond waren: tunnelvisie, dat had zo niet gemogen. Melchers toonde zich daar in het NRC-interview zeer tevreden over.
Twee van de drie ontvoerders werden kort daarna gearresteerd en de derde kon in Brazilië worden opgepakt. Ze werden in hoger beroep veroordeeld tot celstraffen van acht jaar. Melchers kondigde in het NRC-interview aan dat hij de media die zich in zijn ogen schuldig hadden gemaakt aan nalatige berichtgeving – „te beginnen met De Telegraaf en Nova” – juridisch ging aanpakken. „Ik open een strijdfonds. Ik wil dat er een keer wordt afgerekend met die gewoonte om alles maar te zeggen zonder enig bewijs.” Sindsdien is daar weinig meer van vernomen.
Lees ook
Melchers: ‘Ik ga niet mijmerend urenlang naar een schilderij zitten te kijken’