Laurens Dassen had deze zomer Jacques Attali aan de telefoon, de oud-adviseur van de Franse president François Mitterrand die in de jaren tachtig meeschreef aan de plannen voor de euro. „Hij zei”, zegt Dassen in zijn werkkamer in de Tweede Kamer: „‘We zijn in Europa nog niet bang genoeg.’”
Zo somber wil Dassen (38) het zelf niet uitdrukken. Maar hij begreep Attali wel: die denkt dat mensen maar niet willen inzien hoeveel er op het spel staat, dat Europa economisch en politiek gezien aan de rand van de afgrond staat. Dassen zegt: „Ik maak me ook heel veel zorgen.”
Lees ook
Jacques Attali: ‘Nergens leef je beter dan in Europa, maar we hebben niet door dat dit op het spel staat’
De partij waarvan hij lijsttrekker is, Volt, noemt zichzelf graag optimistisch. Dat is hij zelf ook wel, zegt Dassen: vooral omdat volgens hem veel jonge mensen mee willen doen met Volt. Maar niet om wat hij ziet gebeuren in de Haagse politiek, in Europa, in de verkiezingscampagne, en bij de ideeën van de partijen die nu het hoogst staan in de peilingen. Alleen maar optimisme? Het is er de tijd niet naar, zegt Dassen.
„Mijn optimisme haal ik uit het geloof dat we alle kennis, kunde, technologie en capaciteit hebben om de wereld ten goede te veranderen. Maar wat ik echt zorgwekkend vind: in de peilingen zie ik nu een meerderheid voor conservatisme. Ik zie een kracht die ons de kant op trekt van het verleden.”
Waar ziet u dat?
„Kijk naar Pieter Omtzigt, die nu enorm populair is. Zijn plannen over bestaanszekerheid en bestuurscultuur vind ik hartstikke mooi. Daarin kunnen we prima met hem optrekken. Maar daarna houdt het wel snel op.”
Waar ziet u die hang naar het verleden dan in?
„Klimaatverandering is een van de grootste problemen van deze tijd, maar in zijn verkiezingsprogramma is Omtzigt onvoldoende in staat om daar oplossingen voor aan te dragen. Of neem Europa. Van de tachtig pagina’s in zijn verkiezingsprogramma gaat er één over Europa. En wat stelt hij dan voor? Dat elk nationaal parlement vetomacht krijgt, waardoor Europa onbestuurbaar wordt. Dan zeg je: dat hele Europese Parlement gooien we in de prullenbak. De fout die politici elke keer maken, en waar Omtzigt hen dan op wijst, is dat ze niet eerlijk zijn. Nu is hij dat zelf niet. Hij zegt bijvoorbeeld over de Europese natuurherstelwet: daar moeten wij als nationaal parlement over beslissen. Maar Nederland zit elke keer aan tafel bij álle afspraken die daar gemaakt worden. Aan elke verordening zit Nederland mee te schrijven. Dat legt hij niet uit, hij doet alsof Nederland er niks mee te maken heeft.”
NSC kan volgens peilingen de grootste partij worden, wat betekent dat volgens u voor Nederland?
„Dan doen we niet één stap achteruit, maar twintig, dertig, véértig stappen. Ik wil niet doemdenken, maar ik maak me er grote zorgen over. Wij vinden ook dat de Europese samenwerking niet goed verloopt. Het moet effectiever, transparanter en democratischer. Wij vinden dat je moet toewerken naar een Europese parlementaire democratie. Omtzigt doet precies het tegenovergestelde. Hij wil terug naar een los samenwerkingsverband van landen waarin elk parlement een vetorecht krijgt. Daar krijg je een Europa van dat nóg losser aan elkaar hangt dan nu.”
Hoe erg is dat? Wat betekent dat voor Europa in de wereld?
„Dat we niks meer te zeggen hebben. We worden dan in de wereld nog makkelijker tegen elkaar uitgespeeld. Het gaat in Nederland steeds over bestaanszekerheid, maar zo zet je ook je eigen bestaanszekerheid op het spel.”
Wat bedoelt u?
„Dat het ons economisch enorm veel zal kosten, en dat zal ons ook allemaal in onze portemonnee gaan raken.”
Wat betekent het politiek gezien, als Europa meer los zand zou worden?
„Je ziet wat er in de wereld gebeurt: China dat zichzelf steeds groter maakt, de ontwikkelingen in het Midden-Oosten, de Verenigde Staten, waar het politiek volledig instabiel is. Donald Trump, die al eerder heeft gezegd dat hij uit de NAVO wil stappen, wordt zeer waarschijnlijk gewoon weer gekozen als president. Bedenk wat dat betekent, wij zijn voor onze veiligheid afhankelijk van de Verenigde Staten. Dus geopolitiek gezien zet een verzwakt Europa zich volledig buitenspel.
„Dat we nu al niet één stem hebben, dat wordt gezien in de hele wereld. De grootmachten spelen ons tegen elkaar uit. Viktor Orbán van Hongarije schudt op een podium handen met Vladimir Poetin, omdat hij juist weer de banden wil aanhalen met Rusland. Je ziet die pro-Poetin-retoriek, en anti-EU, ook in Slowakije. Als je in zo’n context ook nog zegt, zoals Omtzigt: we moeten onszelf weer veel meer nationaal gaan organiseren en veel meer zelf doen, kom je nog verder van elkaar af te staan en maak je je erg kwetsbaar. Dan heb je niks meer te zeggen.”
Hoe verklaart u de populariteit van Omtzigt?
„Ik denk dat veel mensen nog van alles op Omtzigt plakken, want zijn programma is nog maar net uit. En dan krijg je misschien nu nog het gevoel dat hij staat voor wat je zelf ook belangrijk vindt. Hij heeft terecht een status opgebouwd in de Toeslagenaffaire. Maar daarom vind ik zijn programma ook zo teleurstellend. Het gaat precies een andere kant op dan het goed bestuur dat hij predikt.”
De conservatieve krachten waar u het over had, ziet u dat als een Europees fenomeen?
„In Polen zijn juist veel jonge mensen naar de stembus gegaan, waardoor dat land nu weer een draai kan maken. Wat lang zal duren, want er is veel schade die hersteld moet worden. Aan het rechtssysteem, de vrijheid van de media. Dat is niet van de ene op de andere dag geregeld en Europa kan een actieve rol spelen om daarbij te helpen. Maar er waait ook een conservatieve wind door Europa, ja. Kijk naar Hongarije, en nu Slowakije. Dat is het gevecht dat nu speelt.”
Ook in Nederland?
„Zeker. En ik kan me heel goed voorstellen dat mensen het gevoel hebben: er komen nu zoveel veranderingen op ons af. En dat ze dat beangstigend vinden. Dan is het aan politici om goed uit te leggen wat het betekent, welke keuzes je kunt maken om problemen op te lossen en zo vertrouwen te creëren. Het helpt niet als je dan zegt: we houden alles bij hetzelfde en we doen het allemaal zelf, als Nederland.”
U klinkt toch wel doemdenkerig.
„Ik ben ook hoopvol, veel jonge mensen sluiten zich bij ons aan. En bedenk wel: Volt is opgericht ná de Brexit, toen weinig jongeren waren gaan stemmen. De gevolgen zijn immens, de armoede in het VK is in sommige opzichten nog groter dan in Polen.”
In de Tweede Kamer hebben Volt en Pieter Omtzigt hun werkkamers op dezelfde gang. Vanuit de werkkamer van Laurens Dassen heb je uitzicht op die van Omtzigt. Dassen loopt naar het raam. „Daar staat hij”, wijst Dassen.
Zwaaien jullie weleens naar elkaar?
„Nee. We lopen wel veel bij elkaar langs en doen veel samen, zoals de initiatiefnota bestuurlijke integriteit. We hebben in 2021 ook samen voorgesteld om het minimumloon te verhogen. Dat werd toen weggestemd.”
Wat voor premier zou hij zijn, denkt u?
Dassen zwijgt.
Laurens Dassen blijft drie minuten stil…
„Ja, kijk…” Dassen zwijgt weer. Dan: „We hebben een premier nodig die gaat uitleggen wat er in Europa moet gebeuren en hoe complex de wereld is. Omtzigt wil verbeteringen doorvoeren in het overheidsbestel en dat is noodzakelijk. Maar ik denk dat hij heel erg naar binnen gekeerd gaat zijn.”
U uit zich nu kritisch over Pieter Omtzigt, en dat is tot nu toe bijna niet één lijsttrekker. Hoe verklaart u die voorzichtigheid?
„Ik weet het niet. De grote vraag is natuurlijk wie straks met wie een coalitie gaat vormen. Dat is wat je bij Frans Timmermans ziet: die wil heel graag regeren. In het debat van hem met Omtzigt in Arnhem zag je dat hij al heel erg bezig was om te kijken waar zij elkaar kunnen vinden.”
Ze waren al aan het formeren, denkt u?
„Dat gevoel kreeg ik wel, ja. En sorry hè, maar er moeten wel eerst nog verkiezingen komen. Er moet strijd geleverd worden over de keuzes die wij maken als partijen. Of krijgen we een voortzetting van een kabinet-Rutte maar dan zonder Rutte? Dat Timmermans afspraken gaat maken met de conservatieve partij van Omtzigt waardoor er opnieuw geen echte keuzes worden gemaakt?”
Lees ook
Frans Timmermans: ‘Het zou voor iedereen goed zijn als de VVD niet regeert’
Bent u teleurgesteld in Timmermans?
„Ik hoop wel dat hij voor ons een bondgenoot gaat zijn in de progressieve politiek die volgens ons nodig is, en in het Europese verhaal. Maar ik zie dat nog niet. Ik hoor hem veel over vertrouwen en over solidariteit en dat is superbelangrijk, maar hij maakt niet duidelijk dat we daar dan óók een Verenigd Europa voor nodig hebben, met een hoofdletter hè.”
Volt staat in de Peilingwijzer op 3 tot 6 Kamerzetels, en heeft 2 van de 75 zetels in de Eerste Kamer. U kunt misschien veel coalities aan een meerderheid helpen. U wil graag meedoen, toch? Met welke coalitie?
„Ja! En het liefst zo progressief en Europees mogelijk. De coalitie waar ik nu aan zou denken heeft in de peilingen nog geen meerderheid.”
Welke coalitie is dat?
„Ik zou bijvoorbeeld met GroenLinks-PvdA en D66 een coalitie durven vormen.”
Dan ben je er nog lang niet. Daar moet nog wel wat bij.
Berustend: „Daar moet nog wel wat bij.”
Als Pieter Omtzigt en Frans Timmermans inderdaad samen een blok vormen en u erbij vragen, zegt u dan ja?
„Dat zie ik op dit moment nog niet voor me. Dan moet echt wat duidelijker worden wat Omtzigt wil bereiken. Wij hebben een visie. Ik ga die niet aan de kant schuiven om koste wat kost in een kabinet te zitten. Dan kies ik wel voor de oppositie om daar voor mijn idealen te knokken.”
Maar stel: de formatie begint en partijen vragen u om mee te onderhandelen. Waar gaat u dan in elk geval níét op toegeven?
„Klimaat. Dat is onze absolute topprioriteit, dat kan niet wachten. Het raakt aan onze economie, onze gezondheid, ons welzijn. Er zijn bosbranden, hittegolven, oogsten die mislukken, watertekorten die dreigen. Dat moeten we Europees aanpakken. Maar we zullen helaas niet de luxe hebben om maar één probleem te kunnen kiezen. We moeten ook de migratie op orde krijgen, onze veiligheid, de volkshuisvesting. En kunstmatige intelligentie, die gaat een enorme impact hebben op ons leven. Rutte had daar geen ideeën over. Die was alleen maar bezig met het hier en nu.”
Uw allereerste debat was het ‘1 april-debat’ over een ‘functie elders’ voor Omtzigt, in 2021, toen Rutte bijna moest aftreden. Hoe kijkt u terug op deze 2,5 jaar?
„Het was een krankzinnige tijd, met veel incidenten en bizarre debatten. Maar nu een aantal leiders is opgestapt, verdwijnt hopelijk veel oud zeer uit de politiek. Het is nu aan ons om te laten zien dat het anders kan.”