Gevechten hebben Soedan nu praktisch in tweeën gesplitst

Soedan is na ruim een half jaar oorlog vrijwel in tweeën gesplitst en afgezakt naar de status van chronisch verscheurde landen, zoals Somalië en Libië. De paramilitaire Rapid Support Forces (RSF) van Mohamed Hamdan Dagalo, ook bekend als Hemedti, boekt de meeste overwinningen en nam vorige week Nyala in en belegert Al Fashar, beide belangrijke steden in de westelijke regio Darfur.

Het Soedanese leger van generaal Abdel-Fattah Burhan controleert nog maar een klein deel van de hoofdstad Khartoem. Het is de vraag hoe lang nog.

Steeds meer milities mengen zich in de strijd, het gevechtstoneel wordt onoverzichtelijker en bestaat niet meer uit de twee partijen die de oorlog in april begonnen.

Volgens de VN heeft het conflict in Soedan geleid tot de snelst groeiende en nu grootste crisis van ontheemden ter wereld. Ongeveer één miljoen mensen zijn naar de buurlanden gevlucht, ruim zeven miljoen mensen zijn in het binnenland ontheemd, van wie 4,5 miljoen sinds de gevechten uitbraken.

De internationale hulp blijft verre achter bij de behoeftes en in Tsjaad leeft een half miljoen gevluchte Soedanezen in slechte omstandigheden. „Het gezondheidszorgsysteem in Soedan staat op het punt in te storten”, waarschuwde deze week Ni’ma Saeed Abid, vertegenwoordiger van de Wereldgezondheidsorganisatie in Soedan. Ziektes als cholera krijgen vrij spel.

Naarmate meer gewapende groepen zich in de strijd mengen komen plunderingen, verkrachtingen en ander geweld vaker voor dan ooit tevoren in het conflict. „De staat is afwezig en de situatie verandert in chaos”, vertelt Mohammed Almoufty, een inwoner van Nyala telefonisch. „Conflicten tussen bevolkingsgroepen komen wel meer voor in Darfur en dan volgt meestal verzoening door bemiddeling van traditionele leiders, maar nu ruien de oorlogvoerende partijen van Hemedti en Burhan ze juist op.”


Lees ook
Wie zijn de twee Soedanese generaals die elkaar bevechten, ten koste van de bevolking?

De Soedanese legerleider Abdel Fattah al-Burhan nog zij aan zij met militieleider Mohamed Hamdan Daglo, alias Hemedti, in december vorig jaar bij de ondertekening van een voorlopig akkoord over de overgang naar een burgerregering.

Etnische zuiveringen

In de vorige week ingenomen stad Nyala zijn de ziekenhuizen vernietigd en woonwijken geplunderd door het RSF en geallieerde Arabische milities. Uit Darfur is het regeringsleger van generaal Burhan nu vrijwel verdreven door de RSF. Alleen in de regionale hoofdstad Al Fashar houdt nog een kazerne van de regeringssoldaten stand.

Huurlingen uit Tsjaad, Libië en Niger trekken naar Darfur om deel te nemen aan ‘het gratis winkelen’. Deze Arabische of gearabiseerde strijders scharen zich meestal aan de zijde van het RSF, met als hoofddoel plunderen van Afrikaanse volkeren. Wapens voor het RSF komen uit Oost-Tsjaad, waar de Verenigde Arabische Emiraten regelmatig wapentuig heeft afgeleverd.

Het RSF heeft door de uitbreiding van het aantal strijdgroepen aan zijn kant geen efficiënte centrale commandostructuur meer, en dat verklaart deels waarom er zoveel oorlogsmisdaden plaatsvinden, zoals de etnische zuiveringen van de Masalit bevolkingsgroep rond de stad Geneina door strijders van het RSF en gelieerde Arabische milities.

Aan de kant van het regeringsleger vindt een gelijksoortige fragmentering plaats. Het controleert het oosten en de havenstad Port Sudan. Nieuwe rekruten versterken de regeringsstrijdkrachten maar vele nieuwe soldaten behoren tot de moslimfundamentalisten van de in 2019 verdreven president Omar al-Bashir, en zij worden in het algemeen veracht in Soedan. Dat geldt in gelijke mate voor het ongedisciplineerde RSF.


Lees ook
Hoe het Westen in Soedan samenwerkt met moordlustige paramilitairen

Generaal Dagalo, leider van de omstreden RSF, begroet aanhangers op een bijeenkomst in de stad Aprag, in 2019.

Het zoeken naar een politieke oplossing wordt steeds moeilijker omdat er nu zoveel politieke agenda’s in het spel zijn en krijgsheren aan beide zijden zich laten leiden door de plaatselijke machtsverhoudingen, niet door bevelen van commandanten aan de top.

In Jeddah werden onlangs besprekingen tussen de militaire kemphanen hervat met als doel een staak-het-vuren en een corridor voor humanitaire hulp uit te onderhandelen. In Addis Abeba kwamen voor het eerst sinds de uitbraak van de oorlog burgergroepen bijeen en besloten in principe een regering in ballingschap op te zetten onder leiding van de voormalige Abdalla Hamdok, de burgerpremier die Burhan en Hemedti in 2021 omver wierpen.