Na weken vol spanning en vergeefse bezoekjes aan de grenspost bij Rafah was de meest besproken grens ter wereld deze donderdag zowaar voor de tweede dag op rij geopend. Tenminste voor zwaargewonden en Palestijnen met een dubbele nationaliteit. Honderden Palestijnen, met paspoorten van Amerika tot Australië, betraden rond het middaguur zichtbaar opgelucht, maar bezorgd over de achterblijvers, Egyptisch grondgebied.
Ook twee Palestijns-Nederlandse families wisten Egypte te bereiken. Het gaat om de familie Al Attar, in Gaza vanwege een bruiloft, en de familie Al-Ashqar, die op familiebezoek was. In totaal zijn zestien van de 27 met Nederland verbonden personen met wie met het ministerie van Buitenlandse Zaken contact heeft de grens over, waar ze door ambassadepersoneel worden opgevangen om verder naar Nederland te worden begeleid. Egypte geeft de evacués daar 92 uur de tijd voor.
Mohammed Al-Ashqar (16) uit Doorn toonde zich voor een NOS-camera „echt blij” dat hij uit Gaza weg is. „Maar het is wel een beetje anders,” zegt hij, „nu mijn moeder er niet bij is.” Islam Al-Ashqar (33) kwam op zaterdag 21 oktober om het leven bij een explosie in vluchtelingenkamp Nuseirat. „We proberen sterk te blijven voor mijn jongste broertje”, zegt hij, terwijl vader Khaled (43) deze zoon tegen zich aan houdt en over het hoofd aait.
Lees ook
Gazanen in Nederland: ‘Het voelt alsof we daar zijn’
Ook wie wel op de lijst staat weet de grens niet altijd tijdig te bereiken. Alaa Ouda (34), die vanaf 2014 in Nederland studeerde en zodoende de Nederlandse nationaliteit verkreeg, zit met zijn vrouw Rawan (28) en kinderen Hasan (4) en Eman (1) bij zijn ouders in Gaza-Stad. Hun namen stonden op de lijst van de grensautoriteiten. „Maar door de omsingeling van Gaza Stad door de Israëlische grondtroepen zijn alle wegen naar het zuiden onbegaanbaar”, brengt hij via een vriend in Nederland naar buiten. Hij communiceert met hem via tekst- en geluidsberichten, die met NRC zijn gedeeld. „We hebben echt een humanitaire corridor nodig om naar de grens te komen. Anders komen we hier nooit weg.”
Ouda kwam met zijn gezin naar Gaza om zijn promotie te vieren en om zijn kinderen voor te stellen aan hun opa en oma.
Tien uur wachten
Op de vraag waarom hij geen gehoor gaf aan herhaalde oproepen van het Israëlische leger om naar het zuiden te trekken laat hij weten dat wel te hebben geprobeerd. „We zijn op advies van de Nederlandse ambassade zelfs naar Rafah geweest, maar de grens bleef toen dicht”, vertelt hij. Na bijna tien uur wachten besloot het gezin de nacht op straat in Deir al Balah door te brengen. „Maar met een jong gezin waren de leefomstandigheden daar zo moeilijk dat ik de moeilijke beslissing heb moeten nemen om toch weer terug naar Gaza-Stad te gaan.
De vriend van Ouda die zijn berichten doorgeeft wil niet met zijn naam in de krant. Hij was maandag samen met andere verwanten van Nederlanders in Gaza op bezoek bij demissionair premier Mark Rutte. „Hij verzekerde ons dat ze er alles aan doen om iedereen weg te krijgen. Maar waarom kan de grens met Israël niet open, tenminste voor mensen met een dubbel paspoort? Die grens is veel makkelijker te bereiken dan Rafah. Hij heeft goede contacten met Israël, waarom benut hij die niet? Moeten we wachten tot er nog een Nederlander sterft?”