Hoe kan dit? Een testauto van minder dan 30.000 euro! De vernieuwde Clio kost volgens de prijsopgave 27.999 euro en 1 cent. Benieuwd waarvoor Renault die cent berekende. In ernst: dit vond je vroeger voor een auto aan de prijs. Nu zeg je: zo goedkoop heb ik in jaren niet gereden. Dat zegt veel over de prijsspiraal die de gemiddelde verkoopprijs van nieuwe auto’s afgelopen jaar opdreef naar ruim 42.000 euro.
Maar de Clio TCe 90 Techno ís geen gemiddelde auto. Hij is een kleine hatchback, genre Opel Corsa of Peugeot 208. Iets voor alleenstaanden of jonge stellen, mensen met bescheiden budgetten en zonder kostbare behoeften. Zijn prijs zou ver onder het landelijk gemiddelde moeten zitten. Doet hij ook, maar 28.000 euro is nog steeds ruim tweederde van een modaal jaarinkomen.
Nu heeft Renault de test-Clio wel naar gewoonte opgetuigd met overbodigheden als zeventien inch lichtmetalen wielen, metallic lak van 600 euro, een Pack City Premium met led-achterlichten, parkeersensoren en parkeercamera, plus navigatie die je ook al op je telefoon hebt. Zonder die ballast kost de simpelste Clio met airco en draadloze projectie van je smartphone op het infotainmentschermpje je 23.000 euro. Dat betaal je dus anno 2023 voor een kleine auto. Enfin, er moeten airbags in, een handje assistentiesystemen van baanwisselverklikker tot noodrem. Om led-verlichting kun je niet heen, en je wilt als fabrikant wel die vijf sterren in de Euro NCAP Crashtest, waarin de Clio voor de facelift zo goed scoorde. Veilig is hij, en zo ziet hij er met dat nog altijd krachtige ontwerp ook uit. Zo bezien is de prijs fair.
Geen voyeur
Renault hield maat. Het voorzag de Clio van een doodgewone benzinemotor en spendeerde geen kapitalen aan carbondecoraties of leren bekleding. Hij heeft niet eens een automaat met stomme flippers maar gewoon een handgeschakelde zesversnellingsbak waarin het prettig roeren is. De driecilinder-turbo klinkt beschaafder dan voorheen en binnen laat de Clio je met rust. Hij is geen voyeur met een Big Brother-camera die in de gaten houdt of de chauffeur wel naar de weg kijkt en hels begint te piepen als hij in het dashboardkastje naar een dropje graait.
De Clio is geen wannabe en dat bevalt me zeer. Hij is handzaam en laagdrempelig, in deze tijd al bijna een bijzonderheid. Verbazingwekkend veel auto’s werpen omgangsdrempels op. Of ze zijn te breed voor de parkeergarage, of de wielen zijn door hun belachelijke grootte krasgevoelig, of het uitzicht rondom is zo slecht dat je voor een stadssafari bij slecht weer toch liever je antieke Volvo pakt met ramen tot de grond. Met deze kom je overal en dat is aangenaam. Hij heeft een voor deze klasse keurige bagageruimte van ruim 300 liter. Je merkt dat je dat simpele gebruiksgemak een beetje was vergeten. De auto heeft zichzelf te groot gemaakt. Het vervoermiddel werd een duurbetaald belevingscircus met veiligheid en stijl als alibi voor de facturen. Deze herinnert zich zijn functie nog.
Ik rijd de Clio omdat Renault hem uiterlijk en innerlijk vernieuwde. Het dashboard is nu standaard digitaal. Deurpanelen, bekledingsstoffen en dashboardbekleding bestaan voor 60 procent uit duurzame biomaterialen. De nieuwe neus met het nieuwe Renault-logo is een nogal streperig gebeuren met verticale led-verlichte, pijlvormig geknakte zebrapaden op de hoeken en een volgens Renault ‘technologisch hoogwaardige uitstraling’. Renault noemt de ontwerpstijl nouvelle vague en je bent bijna blij dat ze bij dit merk tenminste nog de eigen taal misbruiken voor hun onzin.
De 898 cc-driecilinder van mijn eerste test-Clio heeft inmiddels 101 cc meer cilinderinhoud. Het vermogen bleef met 90 pk hetzelfde, maar de trekkracht nam met 20 newtonmeter toe naar een voor dit formaat riante 160 newtonmeter bij 2.000 toeren, terwijl het verbruik scherp daalde van een teleurstellende 1 op 15 naar een bevredigende 1 op 18. Meer dan vroeger maakt de basismotor een vlotte auto van de net geen 1.100 kilo wegende Clio. De drie mille duurdere hybride is alleen zinvol voor wie veel kilometers maakt. De TCe 90 is prima zo.
Nee, er is niet veel bijzonders aan. De stoelen zitten redelijk, niet uitzonderlijk. Hij is niet overdreven stil. De ruimte achterin is niet geweldig. Het uitzicht naar achteren kan beter. Maar je trekt hem aan als een dierbaar oud spijkerjack. Zo waren leuke kleine auto’s vroeger, toen de wereld nog heel was.