Antisemitisme put uit een altijd beschikbaar reservoir vol anti-Joodse mythen

Pogrom is een Russisch woord, het betekent zoiets als ‘vernietiging’. De term ontstond aan het eind van de negentiende eeuw toen tsaristisch Rusland geteisterd werd door een golf van antisemitische moordpartijen. Afgelopen zondag klonk er een echo uit dat verleden: een woedende menigte bestormde op het vliegveld van de Dagestaanse stad Machatsjkala een vliegtuig dat afkomstig was uit Israël.

Door de oorlog tussen Israël en Hamas is het fenomeen antisemitisme helemaal terug van nooit weggeweest. De pogrom van Machatsjkala bleef zonder slachtoffers, maar dat gold niet voor die van Alexandrië (38 n.Chr.), het Rijnland (1096), Brussel (1370), Lissabon (1506), Sanaa (1679), Odessa (1905) en de Duitse Kristallnacht (1938), om maar enkele van de meest beruchte geweldsexplosies uit een lange reeks te noemen.

Het kwaad van het antisemitisme blijkt dus hardnekkig. Dat roept de vraag op hoe het kan dat Joden in zulke verschillende maatschappijen op zulke verschillende momenten in de geschiedenis telkens weer te maken krijgen met haat en vervolging. Is er een rode draad – religieus, cultureel, politiek – die al deze gebeurtenissen met elkaar verbindt?

„Nee – en ja”, zegt historicus David Feldman. Hij is hoogleraar aan de Universiteit van London en directeur van het Birkbeck Institute for the Study of Antisemitism. „Het is niet zo dat al deze gebeurtenissen eenzelfde soort trigger hebben; dus dat als aan voorwaarden a, b en c voldaan is, je vanzelf een antisemitische uitbarsting krijgt. Het is wél zo dat er iedere keer wordt teruggegrepen op een reservoir met anti-Joodse ideeën dat gedurende meer dan tweeduizend jaar is gevuld.”

De Joden deden dit elk jaar op een vaste tijd. Dan vingen ze een Griek op doorreis, mestten hem een jaar lang vet, brachten hem vervolgens naar een bos, slachtten hem, offerden zijn lichaam volgens hun gebruik en proefden zijn ingewanden.De Joods-Romeinse historicus Flavius Josephus (37-100)beschrijft de mythe dat Joden bloedoffers zouden brengen

Bart Wallet, hoogleraar vroegmoderne en moderne joodse geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam, beaamt dat. „Het gaat om een repertoire van anti-Joodse mythen, sprookjes en iconografische afbeeldingen die een plek innemen in het cultureel archief van Europa. Er komen voortdurend nieuwe beelden bij, terwijl er bijna nooit iets uitgaat.”

Enkele voorbeelden uit deze verzameling: Joden hebben te veel macht, ze beheersen politiek en media; er bestaat een mondiale Joodse samenzwering; Joden zijn loyaal aan elkaar, niet aan het land waar ze wonen; Joden zijn kapitalisten; Joden zijn communisten; Joden gebruiken het bloed van christenen en moslims voor hun rituelen.

Deze beelden die zijn heel fluïde en dynamisch, zegt Wallet. „Ze kunnen zich goed aanpassen aan nieuwe situaties. Vaak zijn ze stilletjes op de achtergrond aanwezig: ze zijn er, maar doen er niet echt toe. Totdat er iets gebeurt, totdat er een crisissituatie ontstaat. Dan wordt er uit dat repertoire geput en bieden deze ideeën een makkelijke, snelle verklaring voor ingewikkelde maatschappelijke problemen.”

Het is belangrijk om te begrijpen dat mensen die zich bedienen van dit soort beelden meestal niet gek zijn, benadrukt David Feldman. „Voor hen is dit kennis, geen bijgeloof.”

Slachting van Joden in Metz tijdens de eerste kruistocht in 1095, op een werk van Auguste Migette (1802-1884).
Foto Getty Images

Gruwelijke gewoonte

Hoe raakte dit reservoir gevuld? Veel mensen denken dat de afkeer van Joden geboren werd in 33 na Christus, toen Jezus Christus in Jeruzalem gekruisigd werd, maar dat klopt niet, zegt Jessica Roitman, hoogleraar Joodse studies aan de Vrije Universiteit. „Volgens mij ligt het begin al eerder, in de Hellenistische tijd.”

In deze periode van 300 voor tot 30 na Christus, toen de opvolgers van Alexander de Grote het Midden-Oosten bestierden, werden Joden soms ook al met afschuw bezien. Roitman: „Griekse etnografen beschreven graag de volkeren met wie ze in contact kwamen. Joden besneden hun pasgeboren jongetjes, en dat vonden deze auteurs een gruwelijke gewoonte. Ze vonden het ook bizar dat Joden geen varkensvlees aten. Hier zie je voor het eerst dat de mensen die wij nu Joden noemen bij elkaar in één groep worden gestopt – een groep die wordt gekenmerkt door vreemde, afkeurenswaardige gewoontes.”

Het Joodse monotheïsme zorgde in een polytheïstische wereld ook voor opgetrokken wenkbrauwen, zegt Roitman. Het sprak voor iedereen vanzelf dat je te maken kreeg met andere goden als je van het ene naar het andere gebied reisde, maar alleen de Joden vonden dat hún God overal aanbeden moest worden. Zo ontkiemde het idee dat Joden eerst loyaal zijn aan zichzelf en pas daarna aan de plek waar ze leven.”

En de vijanden droegen hen weg, sleepten hen weg en gooiden hen weg en lieten niemand van hen over, behalve een paar, die ze geweld aandeden door hen tegen hun wil te dopen met stinkend water.Kroniekschrijver Salomo bar Simson over een pogrom in Worms in 1096

Nadat de Romeinen de Levant veroverden, werd het er voor de Joden niet beter op. De latere keizer Titus vernietigde in het jaar 70 de tempel in Jeruzalem en verdreef de Joden van hun land. Deze diaspora (Grieks voor ‘verstrooiïng’) was uitzonderlijk, zegt Roitman: „De Romeinen hadden in hun hele rijk te maken met opstanden van veroverde volken, maar de koppige onwil van de Joden om zich te voegen naar het keizerlijk gezag wekte grote woede op. Waarom wilden ze geen deel uitmaken van dit fantastische project?”

Terwijl de Romeinen de provincie Judea zuiverden, kreeg in hun rijk een van oorsprong Joodse sekte voet aan de grond. Zeker nadat de volgers van Jezus van Nazareth besloten ook niet-Joden in hun gelederen toe te laten, nam het aantal christenen snel toe. „Je ziet de weerslag hiervan in de evangeliën, waarin het leven van Jezus geboekstaafd is”, zegt Roitman. „In de vroegste evangeliën is de beslissing om de Messias te kruisigen echt een besluit van de Romeinen, maar in het laatste evangelie, dat van Johannes, is de Romeinse landvoogd Pontius Pilatus meer een schoorvoetende uitvoerder van de wil van de Joodse bevolking.”

Levende relieken

Met het optreden van de apostel Paulus, die de wijde wereld introk om het nieuwe geloof te verspreiden, ontstond het idee dat het Judaïsme een oude religie was, zegt David Feldman. „De Joodse religie was echt niet meer van deze tijd. Er was nu een nieuw convenant, dus het had volgens christenen geen zin meer om Joods te zijn. Het werd Joden enorm kwalijk genomen dat ze bleven volharden in hun afwijzing van Jezus als de Messias.”

Begin vierde eeuw bekeerde de Romeinse keizer Constantijn zich tot het christendom, waarna de rest van het rijk volgde. Feldman: „Toen werd het nog gevaarlijker voor de Joden, omdat ze nu ook de officiële staatsgodsdienst saboteerden. In de loop van de tijd werden de kruisiging van Christus en zijn afwijzing als de Messias gezien als een Joodse samenzwering, een daad die inging tegen het algemeen belang.”

Christelijke theologen braken zich het hoofd over wat er met de Joden moest gebeuren, zegt Jessica Roitman. „De vierde-eeuwse kerkvader Augustinus van Hippo zei: we moeten de Joden niet doden. Het zijn levende relieken, voorbeelden van een volk zonder thuisland, een waarschuwing voor wat er gebeurt als je Christus niet accepteert.”

Waar een Jood zich ook vertoonde, hij werd gestenigd of neergeknuppeld – hoewel hij de fatale klappen niet onmiddellijk kreeg, opdat een al te snelle dood hem de pijn niet al te zeer zou besparen.De hellenistische Joodse filosoof Philo van Alexandriëover de pogrom van het jaar 38 in zijn stad

Hun positie als outsiders die geen land mochten bezitten en geen lid konden worden van een gilde, zorgde ervoor dat sommige Joden tijdens de Middeleeuwen hun heil zochten in het uitlenen van geld tegen rente. Dat was christenen in principe verboden, zegt Roitman. „Het kwam regelmatig voor dat een heerser de Joden van zijn grondgebied wegstuurde omdat ze het bloed van een baby zouden hebben gedronken, of iets dergelijks. Maar dit was dus een beeld uit het reservoir van antisemitische ideeën dat een koning kon gebruiken om van zijn schulden af te komen.” Grootschalige uitzettingen van Joden vonden onder meer plaats in Engeland (1290), Frankrijk (1306) en Spanje (1492).

Recent onderzoek wijst overigens uit dat er in de Middeleeuwen ook veel niet-Joodse geldschieters waren, zegt David Feldman. „De connectie tussen Joden en geld stak de kop op in de twaalfde eeuw, toen christelijke moraaltheologen een oproep deden tot een spiritueel reveil. Ze vonden de maatschappij te materialistisch en waarschuwden dat christenen te ‘Joods’ werden. Wat zo begon als een analogie, eindigde met vervolging.”

Enig perspectief

De Reformatie van Maarten Luther leek de Joden aanvankelijk enig perspectief te bieden, zegt Bart Wallet. „In zijn geschrift Das Jesus Christus ein geborener Jude sei uit 1523 zette Luther uiteen dat hij best begreep dat Joden niks moesten hebben van de katholieke kerk: dat was immers een instituut dat het geloof totaal gecorrumpeerd had. Sommige protestanten zagen Joden daarom zelfs als medestanders in hun strijd tegen de kerk.”

Die gevoelens van verbondenheid verdwenen nadat bleek dat de Joden ook niet geneigd waren zich aan te sluiten bij dit nieuwe geloof. Wallet: „Luther had ze bij wijze van spreken allemaal verwacht bij de doopvont in Wittenberg. Toen dat niet gebeurde, greep hij in latere geschriften terug op het traditionele corpus van anti-Joodse beelden en schreef bijzonder antisemitische teksten.”

Ik heb vele geschiedenissen gelezen en gehoord over Joden […] dat zij de bronnen vergiftigden, kinderen stalen […] zo ook dat een Jood een ander door bemiddeling van een christen een pan vol bloed deed toekomen.Maarten Lutherin ‘Von den Juden und ihren Lügen’ uit 1543

Twee eeuwen later stelden de Joden na de Romeinen, katholieken en protestanten opnieuw een vernieuwingsbeweging teleur met de taaiheid waarmee ze vasthielden aan hun eigen geloof en gebruiken. Het tijdperk van de Verlichting was aangebroken en daarom was hun stokoude religie nu helemáál een anachronisme geworden, vonden belangrijke filosofen. Wallet: „Aan de ene kant werden Joden door Verlichtingsdenkers als individuen geaccepteerd, maar aan de andere kant werd er op hun collectief en religieuze traditie neergekeken. Voltaire vond katholieken al een groot probleem in een verlichte wereld, maar Joden helemáál. De Duitse filosoof Immanuel Kant sprak zelfs over de noodzaak van een ‘euthanasie op het Jodendom’.”

Karl Marx heeft dit fenomeen later goed uitgelegd, vindt Wallet. „Joden zijn een soort projectiescherm van alles waar we tégen zijn, concludeerde hij. Het gaat daarbij nooit over het reële Jodendom. Niemand is geïnteresseerd in dat reële Jodendom. Het Jodendom is het ultieme ‘tegenover’, waardoor je je eigen positie scherp kunt formuleren. Wrang genoeg bezondigde Marx zich daar zelf ook aan door Joden als de ultieme kapitalisten af te schilderen.”

De negentiende eeuw waarin Marx leefde was de eeuw van het nationalisme. Overal in Europa wilden mensen die zich beschouwden als één volk hun eigen land hebben. Daarbij zorgden de over het hele continent verspreide Joden voor een probleem, helemaal als ze hun best deden om op te gaan in die nieuwe natie, zegt Roitman. „Dit was de tijd van ‘een Duister op straat, een Jood thuis’. Als ze allemaal bij elkaar in een getto zaten, had je nog wel overzicht, maar nu werd het moeilijk om te bepalen wie een Jood was en wie niet. Dat zorgde voor allerlei angsten. Want waren deze nu onzichtbare Joden wel écht loyaal aan hun land en niet aan andere Joden in het buitenland?”

Uiteindelijk zal men in [de Joden] slechts een onwetend en barbaars volk vinden, en barbaarse mensen die al lange tijd de smerigste hebzucht verbinden met het afschuwelijkste bijgeloof en de onoverkomelijkste haat tegen alle volkeren die zij tolereren en aan wie zij zichzelf verrijken.De Franse denker Voltairein zijn ‘Dictionnaire philosophique’ uit 1764

Naast deze twijfels over een mogelijke internationale Joodse samenzwering, werd de positie van Joden in de nieuwe natiestaat nog door iets anders bedreigd, zegt David Feldman. „Het idee van de natie als een christelijke gemeenschap werd aan het eind van de negentiende eeuw vervangen door het idee van de natie als een gemeenschap van ras. Daardoor bleven zelfs Joden die zich bekeerd hadden, zoals de Britse premier Benjamin Disraeli, kwetsbaar voor antisemitisme. Hij kon er zijn hele leven nooit écht bij horen.”

Rondom de overgang tussen de negentiende en twintigste eeuw bereikte het antisemitisme een nieuw hoogtepunt, vooral in Oost-Europa, waar de liberale gedachte dat alle inwoners van een land gelijkwaardig zijn nooit echt voet aan de grond gekregen had, zegt Bart Wallet. „Dat leidde aan de ene kant tot het ontstaan van het zionisme: het idee onder Joden dat ook zij één volk waren dat een eigen staat nodig had. Aan de andere kant verscheen er een boek als De protocollen van de wijzen van Zion. Dat was een in 1903 door de tsaristische geheime dienst vervalst document over een zogenaamd plan van de Joden om de wereldheerschappij te bemachtigen.”

Joodse mannen in Odessa bekijken de schade die Torah-rollen hebben opgelopen tijdens een pogrom in 1881.
Foto Jewish Chronicle/Heritage Images/Getty Images

Intersectionaliteit

Vanaf het eind van de negentiende eeuw kwam de trek op gang van Europese Joden naar het grondgebied waarvandaan hun volk negentien eeuwen eerder verdreven was. „Er hadden daar al die tijd Joden geleefd, maar dat was een kleine minderheid”, zegt Roitman. „Ze hadden het er niet zo slecht gehad als in Europa. Wie zijn belasting als ongelovige betaalde, kon meestal in vrede leven, al was er niet altijd sprake van tolerantie. Ook onder moslims kregen Joden te maken met vervolging.”

In het Midden-Oosten bestonden al lang negatieve stereotypen over Joden, bevestigt Bart Wallet. „Maar je merkt dat extreme antisemitische ideeën uit Europa daarmee vermengd raakten. De vertalingen in het Turks en Arabisch van De protocollen van de wijzen van Zion vonden gretig aftrek.”

De zwartharige Jodenjongen loert urenlang, satanische vreugde op het gezicht, op het nietsvermoedende meisje dat hij met zijn bloed schendt en daarmee ontrooft aan haar volk.Adolf Hitlerin Mein Kampf (1924)

Palestina maakte tussen 1516 en 1917 deel uit van het Ottomaanse rijk. Na 1917 hadden de Britten het er voor het zeggen. De Britse minister van Buitenlandse Zaken Arthur Balfour beloofde in dat jaar aan Lionel Rothschild, een lid van een bekende bankiersfamilie, dat de Joden met ‘zionistische aspiraties’ recht hadden op een ‘nationaal thuis’ in Palestina.

Dat thuis kwam er pas na de Shoah, een uitbarsting van antisemitisme waarbij zes miljoen Europese Joden op industriële wijze werden vermoord. De Joden in Palestina kwamen in 1948 in opstand tegen het Britse gezag en stichtten de staat Israël – deels op land dat bewoond werd door Palestijnen. Zij werden verdreven. Feldman: „Israël pakte land af en is dat blijven doen. Het werd een bezettende macht na de Zesdaagse Oorlog van 1967 waarbij Gaza en de Westelijke Jordaanoever werden ingenomen. Zolang gerechtigheid wordt onthouden aan Palestijnen, creëert dat anti-zionisme. Dat is geen antisemitisme – maar kan daar wel in overgaan.”

Razzia in de Amsterdamse Jodenbuurt op 22 februari 1941.
Foto ANP

Dat vindt ook Jessica Roitman: „Anti-zionimse en antisemitisme kunnen naast elkaar bestaan. Er zijn zelfs orthodoxe Joden die anti-zionisten zijn. Of de grens tussen het ene en het andere fenomeen wordt overschreden, moet echt van geval tot geval worden bekeken. Je kunt je bijvoorbeeld afvragen waarom iemand zich specifiek druk maakt om het lot van de Palestijnen en niet om dat van de Oeigoeren. Dat is geen flauwe whataboutism. Misschien heeft het er wel mee te maken dat iemand niet houdt van Joden met macht.”

De Joden zijn van plan uw vrouwen aan te randen, uw kinderen om te brengen en u te vernietigen. Volgens het moslimgeloof is de verdediging van uw leven een plicht die alleen door de vernietiging van de Joden vervuld kan worden.Mohammad Amin al-Hoesseini, de grootmoefti van Jeruzalemroept in 1942 vanuit Berlijn Arabieren op Joden aan te vallen

Hoewel Joden aan het begin van de twintigste eeuw een belangrijke rol hebben gespeeld binnen de arbeidersbeweging en socialistische en communistische partijen – iets wat ze door conservatieven bijzonder kwalijk werd genomen – is de steun voor de Palestijnse zaak in het Westen tegenwoordig vooral sterk in progressieve kring. Dat is niet zo gek, zegt Bart Wallet. „Linkse kritiek op Joden gaat al terug op Marx, en tijdens de Koude Oorlog werd Israël gezien als deel van het imperialistische, koloniserende Westen. De Sovjet-Unie omhelsde het anti-zionisme als ideologische overtuiging en zond allerlei anti-Israëlpropaganda de wereld in. Geleidelijk zag je dat jongere generaties zeiden: wacht eens even, de echte underdogs hier zijn de Palestijnen. Dat leidde enerzijds tot legitiem protest, maar ook tot uitlatingen als dat Joden de nieuwe nazi’s zouden zijn. Dat laatste is antisemitisme.”

Het idee van intersectionaliteit dat de afgelopen decennia op universiteiten populair is geworden, heeft verder bijgedragen aan deze ontwikkeling, zegt Jessica Roitman. „Intersectionaliteit betekent dat je verschillende vormen van onderdrukking niet los van elkaar kan zien. Dus wie tegen de discriminatie van lgbtq-mensen is, móét ook tegen het optreden van Israël tegen de Palestijnen zijn.”

Beeld uit een video van een menigte die in de Dagestaanse stad Machatsjkala een vliegtuig uit Israël bestormt, vorig weekeinde.

Foto’s: AFP

Tweestatenoplossing

Sinds de terreurdaden van Hamas van 7 oktober en de keiharde reactie daarop van Israël is in islamitische landen, maar ook in Europa, een opleving van antisemitisme te zien: er klinken anti-Joodse leuzen op demonstraties, Joodse panden worden beklad, Joodse mensen voelen zich bedreigd. „Zulke spanningen tussen Joden en hun buren zijn dus van alle tijden”, concludeert David Feldman. „Maar het is goed om voor ogen te houden dat Joden in de afgelopen tweeduizend jaar ook vaak genoeg vreedzaam naast moslims en christenen hebben gewoond. Het kán dus beter worden.”

Antisemitisme zal echter nooit meer helemaal verdwijnen, weet Feldman. „Ook als er gerechtigheid voor de Palestijnen komt. Het reservoir met antisemitische beelden blijft onderdeel van de culturele bagage, inmiddels wereldwijd. Als er iets naars gebeurt dat moeilijk te verklaren is, zullen er altijd mensen zijn die teruggrijpen op deze ideeën.”