De ambities van het begin 2025 in Amsterdam te openen Drift Museum zijn groot. Het vloeroppervlak is identiek aan dat van het Stedelijk Museum in de hoofdstad: 8.000 vierkante meter, bijna anderhalf voetbalveld. De initiatiefnemers verwachten jaarlijks een half miljoen toegangskaartjes te verkopen (ruim meer dan het Stedelijk Museum Amsterdam, dat vorig jaar 437.000 bezoekers trok). En het wordt de bezoekers gemakkelijk gemaakt: ze kunnen bij het Centraal Station en elders in de stad op een rondvaartboot stappen die in het museumgebouw afmeert.
„De bestaande infrastructuur van het culturele landschap voldoet niet helemaal meer voor alle kunstenaars”, zegt Lonneke Gordijn (43). Samen met Ralph Nauta (45) is zij de oprichter van DRIFT, het kunstcollectief dat internationaal naam maakte door natuur en techniek te versmelten tot spectaculaire lichtinstallaties, zwevende ‘betonblokken’ en nachtelijke performances met soms wel duizend in formatie vliegende lichtgevende drones. Eind oktober kwamen enige tienduizenden New Yorkers af op zo’n vliegende lichtinstallatie boven het Central Park.
Omdat de meeste musea te klein of anderszins ongeschikt zijn voor hun ruimtevullende kunstwerken en kinetische installaties zochten Gordijn en Nauta al lang naar een plek waar ze die wel goed kunnen tonen. Sinds ze als stagiairs in 2004 in vervoering raakten van de gigantische ‘zon’ die de Deens-IJslandse kunstenaar Olafur Eliasson in de immense Turbine Hall van Tate Modern in Londen had opgehangen, beseften Gordijn en Nauta dat ze groot moeten dromen.
Stoomtreinen
Tien jaar terug lieten de DRIFT-oprichters hun oog vallen op de Van Gendt Hallen, een vervallen industrieel complex in het centrum van Amsterdam waar vroeger de eerste stoomtreinen en dieselmotoren van Nederland gebouwd werden. Tevergeefs probeerden ze de hallen te huren.
Ondernemer Eduard Zanen, mede-oprichter van kinderwagenfabrikant Bugaboo, kocht het rijksmonument. Het voornemen om Bugaboo in het pand onder te brengen strandde na onenigheid met zijn compagnon. In 2018 stapte Zanen op bij het bedrijf en werd hij in zijn eentje eigenaar van de Van Gendt Hallen. Toen Gordijn en Nauta hem dat jaar belden raakten de drie ondernemers met elkaar in gesprek. „We deelden een visie om technologie te gebruiken voor een duurzame toekomst”, zegt Zanen over zijn klik met Gordijn en Nauta. Al snel maakten ze in het geheim plannen voor een Drift Museum in twee van de vijf fabriekshallen.
Het idee om met een deels publieke functie voor de hallen „iets terug te geven aan de stad” sprak hem aan, zegt Zanen. Hij bracht het rijksmonument onder in een stichting en is al jaren bezig om het complex zo duurzaam mogelijk te renoveren. Dankzij allerlei innovatieve technieken, zegt Zanen. In de overige hallen komen duurzame start-ups, horeca, kantoren en sportactiviteiten.
Lees ook
Met Studio Drift dromen van zwevende blokken beton
Paardenbloempluisjes
Ze zijn dromers, accepteren de wereld niet zoals zij is, vult Gordijn aan. „Mechanismen uit de natuur die iedereen onbewust voelt en herkent, maken wij zichtbaar.”
Gordijn (43) en Nauta (45) studeerden aan de Design Academy Eindhoven. In 2006 richtten ze DRIFT op, een studio in Amsterdam met tientallen werknemers. Hun eerste successen boekten ze met lichtobjecten waarbij natuur en techniek letterlijk werden samengevoegd: echte paardenbloempluisjes die één voor één verlijmd worden op ledlampjes.
In 2018 kreeg DRIFT de eerste museale overzichtstentoonstelling in het Stedelijk Museum Amsterdam. Die trok in vier maanden tijd 275.000 bezoekers, met opvallend veel jongeren.
DRIFT exposeert wereldwijd. De keuze voor een museum in Amsterdam maakten zij heel bewust, zegt Gordijn. Tijdens de coronapandemie hadden ze tijd voor reflectie. „Wat zijn we aan het doen? Constant waren we gigantische kisten aan het verschepen, om op steeds andere plekken in de wereld te herhalen wat we al eerder deden. We willen juist vooruitkomen. Dankzij Eduard kan dat nu in de juiste context. Dat gaf ons een gevoel van urgentie: we moeten opschieten.”