Waarom is Nederland een van de grootste importeurs van avocado’s ter wereld? Waarom is het zo moeilijk een innovatief product te beschermen tegen namaak? Hoe doe je als beginnende ondernemer zaken in China? En hoe kon een Nederlandse uitvinding uitgroeien tot de wereldstandaard voor draadloze communicatie?
Het zijn sterke verhalen die John Schoorl, sinds 25 jaar journalist van de Volkskrant en tevens schrijver en dichter, voorbij laat komen in zijn boek Eigen zaak: Sterke ondernemersverhalen. Deze bundel van eerder in zijn krant verschenen stukken vertelt de levensverhalen van onder anderen de vrouw die eetrijpe avocado’s bedacht. Van de man die copycats probeert te weren die zijn plastic portemonnees namaken. Van de kattenvriend die steeds uitzinniger krabpalen laat maken in China omdat mensen doorhebben „dat zij moeten investeren in hun katten”. En van de bluetooth-bedenker die voor het Zweedse telecombedrijf Ericsson uitvond hoe elektronische apparaten met elkaar kunnen praten – en die vinding vernoemde naar de mythische Deense koning Blauwtand.
Maar de bundeling is meer dan een verzameling anekdotes. Schoorl geeft ook inzicht in actuele ontwikkelingen in de economie, vanuit menselijk perspectief. In 24 portretten schetst hij de levens van mannen en vrouwen met een eigen zaak. Niet allemaal topondernemers, maar ook de laatste melkboer van het Groningse platteland en zelfs twee oplichters. In het begin schrijft Schoorl: „De eigen zaak voelt als een transportmiddel van de menselijke worsteling: de opkomst, ondergang, mislukking, succes, liefde, misdaad, oplichting en onmetelijke rijkdom.”
Het eerste hoofdstuk gaat over de familie Schoorl zelf. Over de vader van John Schoorl vooral. Die was een ‘bierman’, hij leverde bier van de Amstelbrouwerij aan cafés in de Bollenstreek. De kleine John mocht weleens met zijn vader mee en hoorde in al die cafés de sterke verhalen van mensen met een eigen zaak.
Knap overigens hoe de auteur in het hoofdstuk over zijn vader ook de recente geschiedenis van het merk Amstel behandelt. Over het ontstaan van de slogan ‘Dit is de man. Dit is zijn bier’ bijvoorbeeld, een vondst van reclameman Gregor Frenkel Frank die later vrouwonvriendelijk werd bevonden.
Waarom Nederland zo’n grote importeur is van avocado’s vertelt Schoorl in het hoofdstuk over de Amerikaanse Shawn Harris. Voor de liefde verliet zij de staat Wisconsin en belandde ze in Leeuwarden. De relatie strandde en dat leek ook te gebeuren met haar bedrijfje in de groente- en fruitimport. Totdat ze in 2005 het verzoek kreeg of ze eetrijpe mango’s en avocado’s kon leveren. Eetrijp? Die dingen zijn kneiterhard. Harris bouwde een bananenrijpmachine om, en dat werd een succes. Sindsdien liggen er eetrijpe avocado’s en mango’s in de Nederlandse super.
„Het ging ook niet van boem, één moment, een rollende vuurbal, en daar was het succes”, citeert Schoorl avocadokoningin Harris. „No, no! Het ging langzaam, je werkte ernaartoe. Toen ik voor het eerst 1 miljoen euro op mijn bankrekening zag, dacht ik: okee dit gaat lukken, ik ben niet meer arm.”
‘Ik ben de nummer één’
Het is niet de enige keer dat Schoorl erin slaagt de taal van de geportretteerde te vangen, diens specifieke uitdrukkingen, de kenmerkende manier van praten. Zo neemt hij het zwierige taalgebruik over van vastgoedondernemer Michel Perridon, die hem meeneemt op een autoritje door Dubai. En hij citeert vaardig de straattaal van skater, mode-ontwerper en kunstenaar Piet Parra.
In een portret van diskjockey Martin Garrix zit de lezer dicht op de huid van de populairste dance-dj van de wereld als Schoorl hem citeert. „Natúúrlijk denkt hij ook: shit, ik ben nummer één, hoe ga ik dit volhouden? Wacht even… ja toch, wat heeft ’m zo ver gebracht? Dan is hij er snel uit, plezier on stage, muziek als hobby. Dat moet-ie in z’n achterhoofd houden.”
Inzichtelijk is het verhaal van de bedenkers van Secrid. Dat is een ‘cardprotector’, een plastic portemonnee voor creditcards en andere pasjes. Met één klik tover je het gewenste pasje tevoorschijn. In het boek vertelt René van Geer, ontwerper en directeur van Secrid, hoe hij strijdt tegen namaak. Hoe hij keer op keer in gevecht moet met copycats. Schoorl laat er zelfs één aan het woord. „Ik ben blij dat die van mij nog niet worden gekopieerd”, zegt de namaker.
Veel meer dan een verzameling anekdotes is ook het portret van Adriaan Tuiten, dat John Schoorl in 2021 schreef met toenmalige Volkskrant-collega Tom Kreling (nu NRC). Tuiten is de bedenker van twee verschillende pillen die de vrouwelijke lust zouden aanwakkeren. Een viagra voor vrouwen, is zijn droom.
Schoorl en Kreling beschrijven hoe Tuiten zijn vinding op de markt probeert te brengen en hoe hij in de schijnwerpers komt te staan na aandacht in The New York Times en bij De Wereld Draait Door. De ontwikkeling van de pil loopt vervolgens vast. Het statistisch bewijs dat de vrouwen-viagra werkt, blijkt zwak. Tuiten ziet vooral tegenwerking van de grote farmaceutische industrie, van Big Pharma. Stuitend is ook de reactie van bekende investeerders die aanvankelijk trots vertelden dat zij hielpen de vrouwelijke lust te verbeteren. Maar als de pil geen succes blijkt, willen ze niks meer kwijt over hun investeringen.
Aan het einde van elk hoofdstuk vertelt Schoorl kort hoe het nu gaat met de geportretteerden. Dat de drie broers die Buienradar oprichtten – en verkochten aan mediaconcern RTL – nog steeds gebrouilleerd zijn. Dat de mexicano, de uitvinding van het snackbedrijf van de in 2016 overleden Wim van Oers, geen paardenvlees meer bevat. En dat ‘vibratorvorst’ Eric Idema, wiens EasyToys geen shirtsponsor mocht worden van FC Emmen, inmiddels zijn droomhuis in het Drentse Annen heeft gekocht. Soms maakt een eigen zaak gelukkig, soms ook niet. Maar altijd is het voer voor een sterk verhaal.