Tv-recensie | Waarom Sem en Anne wél klimaatactivist zijn, en Jurre niet

O jongens, daar gaan we weer. Het is de Nationale Klimaatweek en dan gaat in Hilversum de lade open die altijd opengaat als de lucht betrekt en de temperaturen hoog oplopen. Laten we het gezellig houden, optimistisch, persoonlijk en dichtbij. Denk, denk, denk. Zullen we anders een bekende Nederlander iets met klimaat laten doen?

In Voorvechters (BNNVARA) onderzoekt Jurre Geluk zijn gebrek aan animo om klimaatactivist te worden. „Ik begrijp het doel, maar het voelt zo ongezellig.” Het vastketenen en/of lijmen, het geschreeuw en geweld. Zijn documentaire begint (en eindigt) met zelfonderzoek: „Waarom is het nog nooit in mij opgekomen om zelf de straat op te gaan.” Hij bespreekt de kwestie met zijn broer en zijn vader, zittend onder een paraplu op het strand bij IJmuiden. Hij zegt: thuis ging het nooit over klimaat of de gevolgen van vlees eten of vliegen. Nee, zegt zijn vader, maar dat speelde twintig jaar geleden nog niet. Als iemand duurzamere keuzes maakt, zegt zijn broer Maikel, dan is het Jurre wel. Nee hoor, weet Jurre, hij zit het liefst met een pizza salami in bad – terwijl hij zich wekelijks voorneemt minder vlees te eten. En voor vakanties vliegt bij voorkeur zo ver als maar kan.

Goed, we weten waar Jurre staat. Nu kan hij zich mooi spiegelen aan de twee jonge activisten die hij spreekt, Sem (23) en Anne (28). Waarom doen zij wat hij laat? Sem is ‘vaste klimmer’ voor Greenpeace. Hij beklimt bomen, bruggen en gebouwen om een spandoek of zichzelf vast te ketenen. Hoe gevaarlijk of geheim de actie ook, zijn vader Dim brengt en haalt hem. Hij bestuurt het busje, zet hem af en haalt hem aan het eind van de dag op, eventueel van het politiebureau. „Sem is al zo vanaf zijn vierde. Op de basisschool begon het, en het is nooit opgehouden.” Sem rijdt een elektrische motor, doet boodschappen in de biologische supermarkt, koopt nooit een ananas of avocado, drinkt havermelk, draagt tweedehands kleren en vliegen is in zijn hoofd niet eens „een optie”. Vergeleken met hem voelt Jurre zich „ignorant as fuck”.

In het ouderlijk huis van debuterend activist Anne eet Jurre andijviestampot mét een speklapje. Zij zal, voor het eerst, meedoen aan een Greenpeace-demonstratie op het terrein van staalfabrikant Tata Steel. Jurre volgt haar op de zomerse actiedag die naar Jurres idee meer weg heeft van een festival dan een demonstratie. Het hek wordt opengeknipt, zij marcheert er in oranje overall doorheen, maar Jurre stopt. „Jur, wil je niet meedoen?” joelt zij even later. Hij aarzelt. De „spanning en sensatie” trekken hem wel. Alleen, diep van binnen voelt hij ‘het’ nog niet echt.

Gedeeld lijden

Met Hans Dorrestijn en het regenwormdilemma laat Omroep MAX de klimaatkwestie over aan vleesgeworden scepticus en cabaretier Hans Dorrestijn (83). Vier avonden op rij behandelt hij deze week hoe duurzamer te wonen en te eten, en wat te doen met de natuur en de vervuilende kledingindustrie.

Hij lijkt me van de generatie die spaarzaam was nog voor dat duurzaam heette. We zien hem een kopje thee zetten in zijn keuken die de tand des tijds riant heeft doorstaan. Uit gewoonte vult hij de fluitketel met een afgepaste hoeveelheid water, het gas draait hij uit als hij hoort dat het water kookt. Eenvoud komt in vele vormen, variërend in complexiteit en prijs. Dorrestijn bezoekt acteur Waldemar Torenstra die in de ‘duurzaamste woonwijk van Europa’ woont. Schoon schip heet de drijvende wijk van nieuwbouw-koopboten in een industriekanaal bij Amsterdam. De 150 mensen delen energie, hergebruiken water en vergisten hun afval. Een mini-samenleving, volgens Torenstra, waar „leuk leven” samengaat met „goed doen voor de omgeving”.

Dat is een concept dat Dorrestijn wel begrijpt. „Gedeeld lijden leeft lichter.”