Een grote pensioensverhoging blijft volgend jaar mogelijk uit voor miljoenen Nederlanders. De vijf belangrijkste pensioenfondsen, met ruim 8 miljoen leden, zijn er niet zeker van dat de pensioenen per 1 januari 2024 omhoog gaan. Dat meldt persbureau ANP donderdag.
De pensioenfondsen hebben wel genoeg geld in de kas, maar zijn bezorgd over de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel en de economie. De komende jaren gaat het pensioenstelsel namelijk op de schop. Om hier goed op voorbereid te zijn, willen de fondsen genoeg geld in kas hebben.
„We moeten voldoende reserves bewaren, zodat we gezond kunnen verhuizen naar de vernieuwde pensioenregeling in 2027,” aldus Harmen van Wijnen, voorzitter van ambtenarenfonds ABP, het grootste fonds van Nederland.
Lees ook
Senaat steunt pensioenwet na verhitte discussies over de Grondwet
Genoeg geld
Een verhoging van de pensioenen hangt ook af van de dekkingsgraad van de fondsen. Pensioenfondsen moeten genoeg geld hebben om alle huidige en toekomstige pensioenuitkeringen te kunnen betalen. De dekkingsgraad moet minimaal 105 procent zijn om de pensioenen te mogen verhogen.
De vijf grote fondsen van Nederland – ABP, bpfBOUW, zorgfonds PFZW en metaalfondsen PME en PMT – zagen in het derde kwartaal hun dekkingsraden stijgen tot minimaal 109 procent, ruim genoeg voor een verhoging. Bouwfonds bpfBOUW heeft zelfs een dekkingsgraad van 125,2 procent.
Toch is het de vraag of deze hoge dekkingsgraden gaan leiden tot hogere pensioenen per 1 januari volgend jaar. De beleggingen van de fondsen zijn in de laatste drie maanden tussen de 3 en 5 procent minder waard geworden.
Daarnaast wijst Van Wijnen op de onzekere economische situatie. „Onze financiële positie is in het derde kwartaal verbeterd: de actuele dekkingsgraad is flink gestegen. Of dat zo blijft met het vreselijke conflict in het Midden-Oosten én de voortdurende oorlog in Oekraïne is zeer onzeker.”
De fondsen beslissen in de loop van volgende maand of ze de pensioenuitkeringen inderdaad verhogen en zo ja, met hoeveel.
