Veel Nederlanders volgen de oorlog tussen Israël en Hamas op de voet, maar relatief weinig kiezers vinden het Israëlisch-Palestijns conflict een groot campagnethema of laten er hun stem door bepalen. Dat blijkt uit onderzoek van Ipsos onder ruim duizend Nederlanders dat afgelopen week, vóór de bominslag bij het ziekenhuis in Gaza, is gehouden. Uit het onderzoek blijkt dat een derde van de Nederlanders wil dat Nederland Israël politiek steunt, maar daarbinnen vindt een grote groep dat hieraan wel voorwaarden verbonden moeten zijn.
De steun voor Israël in de Nederlandse samenleving lijkt minder groot dan de teneur van de eerste politieke reacties vorige week na de aanslag door Hamas in Israël. Demissionair premier Mark Rutte (VVD) zei toen dat Nederland Israël „onvoorwaardelijk” steunt, maar slechts een op de tien Nederlanders kan zich in die formulering vinden. Veel Nederlanders lijken terughoudend of genuanceerd over het Israëlisch-Palestijns conflict: een kwart van de ondervraagden vindt dat Nederland geen partij zou moeten kiezen, nog eens 29 procent heeft geen mening.
Geen onvoorwaardelijke steun
Binnen de groep die wél partij kiest, is de steun voor Israël groter: 23 procent bepleit voorwaardelijke steun aan Israël, tegenover negen procent voor de Palestijnen. „Het is echt een verdeeld beeld, en het is niet de onvoorwaardelijke steun voor Israël waar Rutte over sprak”, zegt Sjoerd van Heck, onderzoeker van Ipsos. „Dit conflict wijkt daarmee ook echt af van de publieke opinie vlak na de start van de oorlog tussen Rusland en Oekraïne. Toen gingen Nederlanders direct vrij massaal achter Oekraïne staan, het beeld rond Israël is veel complexer en gemengder.”
De oorlog tussen Israël en Hamas domineert nu anderhalve week het nieuws, en vier op de vijf Nederlanders volgt dat nieuws „enigszins of intensief” en maken zich vooral zorgen om de internationale gevolgen. Twee op de vijf kiezers denken dat het conflict ook binnen Nederland gevolgen kan hebben, maar voor slechts 2 procent is het nu al een verkiezingsthema. Kiezers vinden andere onderwerpen nog altijd veel belangrijker. In de top-5 staan inflatie, gezondheidszorg, asiel/migratie, woningmarkt en klimaat.
Inflatie belangrijker thema
Volgens Van Heck is het niet verrassend dat een recent uitgebroken buitenlands conflict nog geen groot verkiezingsonderwerp voor kiezers is. „Je ziet dat het mensen wel bezighoudt, maar dat het nog geen gevolgen heeft voor de politieke meningsvorming. In onze peiling zie je sinds het uitbreken van de oorlog ook geen grote verschuivingen, er zijn geen partijen die worden afgestraft of beloond. Thema’s als inflatie, zorg en woningmarkt raken mensen veel sneller persoonlijk in hun dagelijks leven, en die bepalen nog steeds hun stemkeuze.”
Dat kiezers het Israëlisch-Palestijns conflict nu geen groot verkiezingsthema vinden, wil niet zeggen dat het de stemkeuze helemaal niet beïnvloedt. In het Ipsos-onderzoek geeft een kwart van de kiezers aan dat het thema hun stemkeuze „enigszins of grotendeels” bepaalt. Zo zegt een op de tien PVV-kiezers zelfs dat de onvoorwaardelijke steun van Geert Wilders voor Israël bij hen „een grote rol” speelt, net als bij christelijke partijen als ChristenUnie en SGP. Voor kiezers van GroenLinks-PvdA speelt het Israëlisch-Palestijns conflict minder een rol.
Bij de (centrum)rechtse partijen valt verder op dat onder de kiezers van de partij van Pieter Omtzigt (NSC) onvoorwaardelijke steun aan Israël populairder is dan bij VVD’ers, hoewel weer veel meer VVD’ers die pro-Israëlische houding in hun stemkeuze laten meewegen. Bij 70 procent van de NSC’ers speelt het geen rol, dat is hoger dan bij de meeste andere partijen. Oftewel: het lijkt voor Omtzigt niet aantrekkelijk zich de komende weken op het conflict te profileren.
Buitenlandbonus voor premiers
In de strijd om het premierschap lijken vooral de VVD, en in mindere mate GroenLinks-PvdA, juist wél baat te hebben bij agendering van de oorlog rond Gaza. Op het onderwerp internationale politiek vindt bijna 28 procent van de kiezers de VVD issue owner, oftewel: de meest geschikte partij om het beleid op te maken. Een mogelijke verklaring hiervoor is de jarenlange internationale profilering van de VVD onder Mark Rutte, denkt Sjoerd van Heck. „Als de situatie in Gaza verergert, en het thema belangrijker wordt voor kiezers, zou de VVD hiervan kunnen profiteren.”
GroenLinks-PvdA hoopt op een soortgelijk effect, door de internationale ervaring van lijsttrekker Frans Timmermans als voormalig minister van Buitenlandse Zaken en Eurocommissaris. Hij gaf de afgelopen week veel grote interviews over het Israëlisch-Palestijns conflict, op televisie en in NRC, maar kwam binnen zijn eigen partij ook onder vuur te liggen van kritische leden die vonden dat hij te weinig kritisch was op Israël. GroenLinks-Kamerlid Kauthar Bouchallikht kondigde zelfs haar vertrek aan.
GroenLinks-PvdA voelde zich woensdag genoodzaakt een nieuwe verklaring uit te brengen, na kritiek van leden op de steun van de Kamerfractie dinsdag voor een motie van de SGP die uitsprak dat Israël het recht heeft om zichzelf te verdedigen. De partij schreef daar nu over dat de motie „op geen enkele manier gelezen mag worden als een vrijbrief voor Israël om het internationaal recht naast zich neer te leggen of misdaden te begaan in de oorlog tegen Hamas”.
Het Ipsos-onderzoek is niet al te positief voor GroenLinks-PvdA en Timmerman, zegt Van Heck. De partij wordt weliswaar na de VVD het meest vertrouwd op internationale politiek (door bijna 16 procent van de kiezers), maar dat zijn eigenlijk alleen kiezers op de linkerflank. „De VVD scoort met dit thema bij rechtse kiezers, én potentieel bij kiezers in het midden. Timmermans heeft heel veel aantrekkingskracht op linkse kiezers, maar bij andere kiezersgroepen veel minder.”
Lees ook
Links bekvecht over steun Israël