Met wat wordt gezien als een gerichte aanval op een ziekenhuis in Gaza-Stad lijkt Israël een nieuwe grens te hebben overschreden in een strijd waarbij het zich toch al weinig van het internationaal recht aantrok. Volgens eerste berichten zijn er dinsdagavond honderden doden gevallen toen een binnenplaats van het Ahli Arab-ziekenhuis werd geraakt door een vermoedelijk Israëlische bom. Internationaal is woedend op de aanval gereageerd.
Het is niet bevestigd of Israël bewust op het ziekenhuis mikte. Daniel Hagari, woordvoerder van het Israëlische leger, zei dinsdagavond in een eerste reactie nog geen details te hebben over de aanval: „Ik weet niet of het een Israëlische luchtaanval was.” Israël zelf beschuldigde dinsdagavond laat de strijdgroep Islamitische Jihad van de aanval op het ziekenhuis.
Het ziekenhuis, dat beheerd wordt door een christelijke organisatie, was sinds het uitbreken van de strijd tussen Hamas en Israël, tien dagen geleden, juist een toevluchtsoord geworden voor honderden of zelfs duizenden gewonden en andere vluchtelingen. Zij zouden zich veilig hebben gewaand, omdat het aanvallen van een ziekenhuis verboden is volgens het humanitair oorlogsrecht. Onder de doden zouden zich veel kinderen bevinden.
Grove schending
Zoals Hamas deze oorlog begon met een grove schending van het internationaal recht, door vele honderden Israëlische burgers te vermoorden, lijkt ook Israël niet van plan om zich aan de internationaal geldende gevechtsregels te houden. Al eerder klonk er onder meer kritiek op Israëlische aanvallen op vluchtende Palestijnse burgers, en op het bevel dat honderdduizenden Palestijnen hun huizen moesten verlaten.
Een geverifieerd dodental voor de aanval op het ziekenhuis was dinsdagavond laat nog niet te geven. Het Gazaanse ministerie van Volksgezondheid, dat wordt geleid door Hamas, spreekt van zeker vijfhonderd doden. Noch het Gazaanse ministerie van Volksgezondheid, noch het ziekenhuis zou op de hoogte zijn gesteld van de aanval.
Tv-netwerk Al Jazeera, dat verslag deed vanuit het ziekenhuis, noemde de situatie ruim een uur na de aanval ter plekke „werkelijk catastrofaal”. Honderden mensen waren mogelijk nog bedolven onder het puin. De zender sprak met ooggetuige Hassan Khalaf, een arts van het Al-Wafa-ziekenhuis in Gaza-Stad, dat op ongeveer een kilometer van het getroffen hospitaal ligt. Een uur na de aanval stond het ziekenhuis volgens hem „nog steeds in brand”. „Waar kunnen we nu nog heen?”
De Palestijnse president Mahmoud Abbas kondigde na de aanval een periode van nationale rouw van drie dagen af. Een van zijn medewerkers zei tegen Reuters dat hij het geplande gesprek met de Amerikaanse president Joe Biden, die woensdag aankomt in Israël, heeft afgezegd. Een woordvoerder van Abbas sprak van „genocide” en een „humanitaire ramp”. „We roepen de internationale gemeenschap op om onmiddellijk in te grijpen en om deze massamoord te stoppen. Stilte is niet langer gerechtvaardigd.” In Ramallah eisten honderden demonstranten Abbas’ aftreden.
Menselijke waarden
Ook internationaal klinken er geschokte reacties. Zo noemde de Canadese premier Justin Trudeau de aanval „gruwelijk en niet acceptabel”. Directeur-generaal Tedros Adhanom Ghebreyesus van de Wereldgezondheidsorganisatie veroordeelde de aanval stevig en riep op tot „de onmiddellijke bescherming van burgers en de gezondheidszorg”. Iran sprak van een „woeste oorlogsmisdaad”, de Turkse president Recep Tayyip Erdogan zag in de aanval „het nieuwste voorbeeld” van een gebrek aan „de meest fundamentele menselijke waarden” bij Israël.
Het Egyptische ministerie van Buitenlandse Zaken veroordeelt het bloedbad „in de meest krachtige bewoordingen”. En Ahmed Aboul Gheit, het hoofd van de in Caïro gevestigde Arabische Liga, riep dinsdag „het Westen op om onmiddellijk een einde te maken aan de tragedie”. Deze aanval is de vrucht van een „boze geest”, zei hij in een bericht op X, voorheen Twitter.
Eerder op dinsdag raakte een Israëlische luchtaanval ook een school in een vluchtelingenkamp van UNRWA, het agentschap van de Verenigde Naties dat zich inzet voor Palestijnse vluchtelingen. Bij de aanval kwamen zes mensen om het leven. UNRWA-woordvoerder Tamara al-Rifai noemde de aanvallen op VN-scholen en -gebouwen „volkomen schokkend”.