Goede en slechte buurten vind je overal

Of bewoners zich thuis voelen in hun buurt hangt niet af van waar in Nederland de buurt zich bevindt, maar vooral van het gemiddelde inkomen én, in mindere mate, van de sociale cohesie in die buurt. Dat is de belangrijkste conclusie van onderzoekers van de Vrije Universiteit Amsterdam (VU) in een onderzoek gedaan in opdracht van Nextdoor, een platform waarin bewoners communiceren over hun buurt. „Wat ons heeft verrast, is dat de verschillen tussen buurten binnen dezelfde gemeenten vaak veel groter zijn dan de verschillen tussen buurten in bijvoorbeeld stad en platteland”, zegt onderzoeker Jasper Muis, universitair docent sociologie aan de VU. „Of je in een heel goede wijk in Wassenaar woont of in Emmen of Den Haag of Arnhem, maakt voor de waardering niet veel uit.”


Lees ook
Waar woon je het fijnst? Amsterdam blijft het aantrekkelijkst, al scoort Arnhem ook goed op natuur en water

Natuur op loopafstand maakt Arnhem aantrekkelijk.

De tevredenheid in arme buurten op het platteland is wel „beduidend hoger” dan die in sterk stedelijke gebieden, schrijven de onderzoekers. Maar: het verschil tussen stad en platteland wordt „schromelijk overdreven” als geen rekening wordt gehouden met sociaal-economische verschillen in heel Nederland. „De kloof tussen ‘goede’ en ‘slechte’ buurten is veel groter binnen de steden en plattelandsgebieden dan tussen de grote steden en het platteland: de mate van stedelijkheid maakt niet zoveel uit, het doet er vooral toe of je in een rijkere of armere buurt woont”, aldus het rapport.

De twee best gewaardeerde buurten liggen beide in Arnhem; Alteveer-Cranevelt en Burgemeesterswijk en Hoogkamp. De laagst gewaardeerde buurten zijn Laakkwartier en Spoorwijk in Den Haag en Bergen op Zoom-Oost. De klasseringen illustreren het beperkte belang van de ligging van buurten. Er is namelijk ook een klassement van gemeenten met de waardering van hun bewoners voor hun buurt. Daarin staat Arnhem niet in de top tien, omdat er kennelijk óók veel slechter gewaardeerde buurten zijn. De ranglijst van gemeenten met de meest gewaardeerde buurten wordt aangevoerd door Goirle, gevolgd door De Bilt en Bloemendaal.

Die ranglijst verschilt sterk van de jaarlijkse Atlas voor Gemeenten, een lijst van vijftig gemeenten waarin steevast Amsterdam als aantrekkelijkste uit de bus komt, en Emmen als minst aantrekkelijke. Dat onderzoek wordt uitgevoerd aan de hand van objectieve factoren als werkgelegenheid en voorzieningen; dit onderzoek door de VU rangschikt de subjectieve beoordelingen van buurtbewoners zelf.


Lees ook
In dit dorp wonen gelukkige mensen

In dit dorp wonen gelukkige mensen

Buurtapp

Voor het onderzoek vulden ruim achttienduizend deelnemers aan de buurtapp van Nextdoor vragenlijst in. De antwoorden werden meestal gegeven door mensen die al wat langer in een buurt wonen en laten zich dan ook volgens de VU-onderzoekers dan ook goed vergelijken. De belangrijkste criteria voor de beoordeling door de inwoners van buurten zijn een rustige woonomgeving, een prettige omgang met buurtgenoten en een gunstige locatie, zeggen ze zelf. Maar wat maakt dat vergelijkbare buurten toch verschillen in waardering? Dat hangt volgens de onderzoekers vooral af van vier factoren: de kwaliteit van het contact met buurtgenoten, het vertrouwen dat ze in elkaar hebben, onveiligheidsgevoelens en ervaren criminaliteit.

De VU-onderzoekers hebben aan het onderzoek een ‘kwalitatieve analyse’ toegevoegd van twee Amsterdamse buurten die wat beoordeling betreft ver uiteenlopen; de als best gewaardeerde buurt Oostelijk Havengebied en Kadijken en de minst beoordeelde buurt Osdorp-Oost. In de buurt met tevreden bewoners is er veel onderling contact tussen mensen die min of meer dezelfde sociale waarden hebben, hooguit met uitzondering van expats en „andere vermogenden”. Ook is er weinig criminaliteit en voelen de bewoners zich relatief veilig.

In Osdorp-Oost treffen de onderzoekers een geheel andere situatie aan: niet alleen is er regelmatig sprake van criminaliteit en voelen relatief veel mensen zich onveilig, ook tekent zich een „segregatie tussen groeperingen” af en zijn er „botsende sociale waarden”, bijvoorbeeld tussen die van oudere Nederlanders en jongeren met een Turkse of Marokkaans achtergrond. „Bewoners spreken van een scheiding van gemeenschappen, waardoor bewoners niet met elkaar leven, maar langs elkaar”, aldus het onderzoek.