Minister Dijkgraaf gaat wetsvoorstel voor kennisveiligheid herzien na kritiek

Minister Dijkgraaf (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, D66) gaat een voorstel herzien om buitenlandse wetenschappers te screenen. De minister wil meer tijd nemen om „een juiste balans” te vinden tussen nationale veiligheid en open wetenschapsbeoefening.

Dat schrijft Dijkgraaf aan de Tweede Kamer in een brief over zijn voorgestelde aanpak van kennisveiligheid in het hoger onderwijs. Die aanpak moet voorkomen dat gevoelige wetenschappelijke of technologische informatie weglekt naar buitenlandse mogendheden. Onderdeel ervan is een screening van alle onderzoekers die niet komen uit een van de landen van de Europese Unie.

Op dat voornemen kwam deze maand forse kritiek van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW). De academie, een adviesorgaan van de overheid, vindt het voorstel te grof, vreest dat het leidt tot discriminatie en in de praktijk onuitvoerbaar zal zijn. Ook zou het begrip kennisveiligheid te eenzijdig gericht zijn op dual use-toepassingen van wetenschap (zoals militaire) en te weinig op beroepsethiek.

Dijkgraaf wil aan die bezwaren tegemoet komen en neemt nu meer tijd voor het wetsvoorstel, dat hij dit najaar wilde publiceren voor internetconsultatie. Dat zal nu waarschijnlijk pas volgend jaar gebeuren.

Screeningsautoriteit

Over de uitvoering van de screening schrijft Dijkgraaf in gesprek te zijn met Justis, de screeningsautoriteit van het ministerie van Justitie. Justis is de overheidsinstelling die verklaringen omtrent het gedrag (VOG’s) afgeeft.

De minister wil ook de Nationale Leidraad Kennisveiligheid „actualiseren” op basis van de commentaren uit de wetenschappelijke wereld, en de definitie en reikwijdte van het begrip kennisveiligheid nader bezien. De herziene leidraad hoopt hij zomer volgend jaar te presenteren.

In zijn brief prijst Dijkgraaf de toegenomen aandacht van universiteiten voor kennisveiligheid, maar hij ziet ook nog gebreken. Informatie over samenwerking met buitenlandse partners is te gefragmenteerd en niet opgenomen in een centraal overzicht. Ook vinden geen structurele evaluaties plaats. De minister erkent dat hier een „grote uitdaging” ligt omdat kennisveiligheid raakt aan personeelsbeleid. Hij zegt begrip te hebben voor de zorgen die de KNAW uitte over „het risico op stigmatisering en discriminatie”.