Opinie | Het zwembad? Jeugdzorg? Gemeente krijgt nog minder geld

Wie voert de energietransitie uit, in de wijken en dorpen? Wie regelt de jeugdzorg en de huishoudelijke hulp? De gemeenten. Wie speelt een grote rol bij het bouwen van de woningen waar we zo om zitten te springen en wie investeert er in leefbare wijken? Wie voert armoedebeleid uit? U raadt het al, ook de gemeenten.

In de begroting van het gemeentefonds, die op Prinsjesdag werd gepresenteerd, wordt de grootste bezuiniging op gemeenten ooit door het kabinet doorgezet. Deze stille miljardenbezuiniging gaat op alle fronten pijn doen. De bouw van betaalbare woningen zal nog verder vertragen omdat gemeenten de onrendabele delen van de investering daarin niet meer kunnen dekken. De verduurzaming van wijken en dorpen vertraagt omdat gemeenten langjarige investeringen in bijvoorbeeld warmtenetten nauwelijks kunnen dragen. Extra ondersteuning voor mensen in energiearmoede zal er mogelijk niet meer inzitten. Grote bezuinigingen die niet makkelijk ongedaan kunnen worden gemaakt.

Deze dinsdag behandelt de Tweede Kamer de begroting van het gemeentefonds. Wij roepen de Kamer op de demissionair minister Hugo de Jonge (Binnenlandse Zaken, CDA) met klem te vragen de miljardenbezuiniging op gemeenten terug te draaien. De Kamer kan zo een basis leggen voor een betere (financiële) relatie tussen Rijk en gemeenten in het volgende kabinet. Dat kan wat ons betreft niet wachten.

Gemeenten zijn voor het grootste deel van hun inkomsten afhankelijk het Rijk. Als het Rijk minder geld uitgaf, kregen gemeenten ook minder, en omgekeerd, dat was de afspraak. Het Rijk heeft eenzijdig besloten hiermee te stoppen. De indexatie van het gemeentefonds gaat vanaf 2027 gekoppeld worden aan de gemiddelde ontwikkeling van het Bruto Binnenlands Product over meerdere jaren.

Drie miljard euro minder

De oude systematiek stopt eind 2025 waardoor gemeenten veel minder geld krijgen, terwijl de nieuwe systematiek pas in 2027 in werking treedt. Vanaf 2026 wordt daarbovenop een extra korting toegepast, zodat gemeenten in totaal meer dan drie miljard euro minder krijgen per jaar. Tal van taken zullen eronder lijden. Woningen bouwen voor bepaalde groepen zoals ouderen, het verduurzamen van bestaande woningen, werken aan het warmtenet, aan meer groen en klimaatadaptatie, investeren in jeugdhulp, in jongerenwerk, in het vroeg signaleren van ondermijnende criminaliteit, het stimuleren van gezond leven, de bouw van duurzame scholen, ga zo maar door.

De bouw van betaalbare woningen zal nog verder vertragen

De nieuwe indexatie houdt tevens onvoldoende rekening met de extra kosten die horen bij de groei van steden, het leefbaar houden van dorpen, van gemeentelijke kosten voor onder andere jeugdzorg en maatschappelijke ondersteuning en andere voorzieningen. Kortom, het financiële gat zal de komende jaren nog groter worden.

De rek is eruit

Kunnen gemeenten dat opvangen met reserves of door te bezuinigen? Nee, de rek is eruit. Bovendien moeten gemeenten vijf jaar vooruit begroten, ze kunnen niet afwachten maar moeten nu anticiperen op de komende tekorten en zullen daardoor moeten overgaan tot rigoureuze bezuinigingen en het uitstellen of afstellen van investeringen. Dan hebben we het niet over zogenaamde hobbyprojecten of over de bibliotheek of het zwembad. Dit gaat onze inwoners raken in hun portemonnee en hun kwaliteit van leven. Gemeenten zullen gedwongen zijn belastingen zoals de OZB fors te verhogen of de kwaliteit van bijvoorbeeld het beheer van de openbare ruimte te laten dalen. Dat is in niemands belang. Gemeenten willen hun inwoners niet laten vallen en hebben daarom eerder dit jaar in overweldigende meerderheid uitgesproken dat wanneer een oplossing uitblijft, ze gaan denken over welke wettelijke taken ze aan het Rijk kunnen teruggeven.