N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Analyse
Rusland sancties De brug naar de Krim is essentieel voor het Russische leger. Vier Nederlandse bedrijven wisten van Europese sancties maar leverden volgens justitie toch apparatuur en diensten voor de bouw. Het OM legde vrijdag boetes en taakstraffen op.
Rookgeneratoren, grote onderzeese obstakels, luchtafweergeschut: het Russische leger doet er momenteel alles aan om de 19 kilometer lange brug tussen het Russische vasteland en schiereiland de Krim te verdedigen. De verbinding tussen Rusland en de geannexeerde Krim is cruciaal voor de strijd die de Russen voeren in het zuiden van Oekraïne – zowel op de Krim zelf als in de regio’s Cherson en Zaporizja.
De hele militaire logistiek van de Russen verloopt namelijk via de Krimbrug, analyseerde het Britse ministerie van Defensie onlangs. Niet voor niets probeerde het Oekraïense leger de brug de afgelopen tijd met boten en drones aan te vallen.
De omstreden verbinding heeft een licht oranje tint. De Krimbrug, opgeleverd in 2018, is een persoonlijk prestigeproject van president Vladimir Poetin. Hij is „mede door de inzet van Nederlandse kennis en kunde gebouwd”, schreef het Nederlandse Openbaar Ministerie (OM) vrijdag in een persbericht. Het OM deed lange tijd onderzoek naar de betrokkenheid van een aantal Nederlandse bedrijven bij de bouw van de brug, waarmee mogelijk Europese sancties tegen Rusland zouden zijn overtreden. Daaruit kwamen vrijdag de eerste boetes voort.
Geldboetes en taakstraffen
Vier bedrijven betalen in totaal 160.000 euro aan geldboetes voor hun betrokkenheid bij de bouw. Eén bedrijf moet daarnaast een winst van 71.000 euro bij justitie inleveren. Ook kregen acht personen taakstraffen van tussen de 20 en 60 uur opgelegd vanwege hun betrokkenheid. Het gaat om werknemers van de betrokken bedrijven, bevestigt het OM, dat niet wil zeggen welke functies het achttal binnen de bedrijven bekleedde.
Volgens justitie hebben de vier bedrijven „opzettelijk onderdelen verkocht en technische bijstand verleend voor de bouw van de Krimbrug”, waarmee zij „het doel en de effectiviteit van internationale sancties” hebben ondermijnd. Om welke bedrijven het precies gaat, maakt het OM niet bekend.
De leveranciers roepen in koor dat ze niet bang zijn voor sancties, en als wij het kopen, zorgen zij dat het wordt geleverd
Ilia Roetman projectleider
Trilboren en meetapparatuur
Het strafrechtelijke onderzoek werd ingesteld naar aanleiding van een publicatie in de Gelderlander in 2017. Daaruit bleek dat twee relatief kleine Gelderse bedrijven onderdelen hadden geleverd voor heimachines die bij de aanleg van de brug gebruikt werden. Later bleek dat er nog een vijftal relatief onbekende bedrijven producten leverde voor de bouw van de Krimbrug, waaronder trilboren en meetapparatuur. Ook zouden Nederlanders op de bouwlocatie technische bijstand hebben verleend.
Aanvankelijk werden in het onderzoek ook de namen van veel grotere bedrijven genoemd – die van verfproducent AkzoNobel en transportbedrijf Mammoet bijvoorbeeld – maar van hun betrokkenheid is nooit iets gebleken.
Het werk aan de brug was een overtreding van de Europese sancties, die werden ingesteld nadat Rusland in 2014 de Krim van Oekraïne annexeerde en daarnaast „destabiliserende” aanvallen uitvoerde in Oost-Oekraïne. President Poetin gunde bovendien de bouw van de Krimbrug aan het bedrijf Strojgazmontazj van oligarch Arkady Rotenberg, volgens de Europese Commissie „sinds lange tijd een kennis van president Poetin en zijn voormalige judosparringpartner”.
Mijn afdronk tot nu toe is dat de meeste lidstaten nog niet helemaal weten wat ze moeten doen
Rijksambtenaar
Ook na MH17 geen idee
Dat de eerste Nederlandse betrokkenen en bedrijven nu zijn beboet, nadat zij dankzij journalistiek speurwerk in beeld kwamen, is voor justitie een succes. Maar het onderstreept ook een pijnlijk feit: Nederland deed zelf na het instellen van de Rusland-sancties in 2014 vrijwel niets om die daadwerkelijk uit te voeren. Het neerhalen van vlucht MH17 met een Russische Boek-raket, waarbij 196 Nederlanders om het leven kwamen, veranderde daar weinig aan.
Uit stukken die NRC eerder opvroeg met een beroep op de Wet open overheid (Woo), bleek dat overheidsinstanties en opsporingsdiensten na de Oekraïne-inval in februari vorig jaar geen idee hadden wat ze moesten doen. Na de grootschalige Russische aanval op het buurland werden de Europese sancties fors uitgebreid. Maar voor de uitvoering daarvan bleek nauwelijks iets geregeld. Zo was in maart vorig jaar „niet heel duidelijk welke bevoegdheden er voor opsporing zijn om pro-actief informatie te verzamelen”, schreven ambtenaren op het ministerie van Justitie en Veiligheid elkaar.
Na het eerste Europese overleg over de sancties – waaraan het ministerie van Buitenlandse Zaken weigerde deel te nemen – concludeerde de aanwezige Nederlandse ambtenaar: „Mijn afdronk tot nu toe is dat de meeste lidstaten nog niet helemaal weten wat ze moeten doen. Niet iedere lidstaat heeft sanctiewetgeving en vaak zijn het vooral nog politieke voornemens om [tegoeden] te bevriezen.”
De Europese sancties naar aanleiding van de Krim-annexatie waren toen al bijna acht jaar in werking. Uiteindelijk duurde het tot april 2022 voordat het kabinet echt werk ging maken van uitvoering van de Rusland-sancties.
De buitenlandse bedrijven die vanaf 2015 meewerkten aan de bouw van de Krimbrug voelden zich ook niet gehinderd door de sancties, zei Ilia Roetman, een van de projectleiders, destijds tegen Russische media: „De leveranciers van internationale materialen zijn vaak bij mij langs geweest. Ze roepen in koor dat ze niet bang zijn voor sancties, en als wij het kopen, zorgen zij dat het wordt geleverd.”
Volgens de Russische krant Vedomosti openden internationale bedrijven vaak een Russische bv om daarin hun activiteiten onder te brengen, waardoor de levering van producten en diensten op papier vanuit Rusland ging en dus in Europa geen alarmbellen zou doen rinkelen. Dát er sancties waren ingesteld, kon de betrokken bedrijven niet zijn ontgaan: in de officiële opdracht voor de bouw stond dat de sancties niet als excuus mochten dienen voor een te late oplevering van het project.
75 strafrechtelijke onderzoeken
Met de boetes en taakstraffen die het OM vrijdag bekendmaakte, is het onderzoek naar sanctie-overtredingen bij de bouw van de Krimbrug nog niet afgerond. Volgens justitie staat ook voor drie andere bedrijven vast dat zij strafbare feiten hebben gepleegd door mee te werken aan de bouw. Voor die bedrijven zal in de komende maanden de boete worden vastgesteld, zegt de woordvoerder van het OM. Ook komt een onbekend aantal personen voor de rechter.
Sinds vorig jaar is het aantal strafzaken voor overtreding van de sanctiewetgeving snel toegenomen. Inmiddels lopen er volgens het OM 75 strafrechtelijke onderzoeken naar het schenden van de Rusland-sancties, waarbij in sommige gevallen verdachte personen al enige tijd in voorlopige hechtenis zitten. Over wie dat zijn en waarvan zij verdacht worden, doet het OM geen mededelingen.