N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Basisschool Klein Amsterdam Een experimentele school in Amsterdam-Noord wil al na vijf jaar z’n deuren sluiten: het onderwijs zou op alle fronten tekortschieten. Ouders verzetten zich tegen het besluit. „Van achterstanden merken we helemaal niets.”
Nee, dit had Wouter Reeskamp niet aan zien komen. En, voegt hij daar meteen aan toe: de meeste andere ouders óók niet. Zijn kinderen in groep drie en vijf van basisschool Klein Amsterdam „gaan op alle fronten heel erg goed”, zegt hij. „En de sfeer in het gebouw is geweldig”. Hij kan het weten: wekelijks komt hij op school als ‘schaakvader’.
De voorgenomen sluiting van basisschool Klein Amsterdam is hard binnengekomen bij het docententeam en de ouders van de 240 leerlingen. Vorige week maakte ad interim-bestuurder Joke Middelbeek bekend dat de school na de kerstvakantie zijn deuren zal sluiten. Dat besluit volgt op een uitermate kritisch rapport van de Onderwijsinspectie, die Klein Amsterdam voor de zomervakantie het predikaat „zeer zwak” gaf.
Van de inspecteurs kreeg de school een jaar de tijd om het tij te keren, maar na drie weken in het nieuwe schooljaar concludeerde Middelbeek al dat Klein Amsterdam niet meer te redden is. De leerachterstanden zijn zó groot, het personeelstekort is zó nijpend en het gat in de begroting zó omvangrijk „dat we de kwaliteit van het onderwijs niet konden garanderen”, schreef ze aan de ouders. Met andere schoolbesturen en de gemeente worden inmiddels plannen gemaakt om de leerlingen te verspreiden over andere basisscholen in Amsterdam-Noord.
Sluitingen van scholen komen in deze tijd van schaarse middelen en lerarentekort wel vaker voor, maar die van Klein Amsterdam is een bijzonder geval. Het gaat hier niet om een wegkwijnende buurtschool met kwetsbare kinderen, maar om een vernieuwend onderwijsinitiatief dat pas vijf jaar bestaat. Van een tekort aan leerlingen is geen sprake. De ouders zijn overwegend ‘nieuwe’ inwoners van Amsterdam-Noord: wit, progressief, hoogopgeleid en mondig.
De school is gebaseerd op het begrip ‘tussenruimte’ van filosoof Hannah Arendt
Geen eerlijke kans
Die ouders – althans, een aanzienlijk deel ervan – verzetten zich tegen de voorgenomen sluiting. De leraren hebben zich bij dit verzet aangesloten. Hun kinderen voelen zich veilig en gelukkig op Klein Amsterdam, dus hoezo moet de school zo snel sluiten? Ze herkennen zich niet in het beeld dat de inspectie schetst van hun school en vinden dat Klein Amsterdam geen eerlijke kans heeft gekregen om orde op zaken te stellen.
Dinsdagavond hebben ze hun eisen tijdens een drukbezochte, emotionele informatieavond toegelicht. De school, zeggen ze, moet voorlopig openblijven. In ieder geval tot aan het einde van dit schooljaar: de termijn die de inspectie de school heeft gegeven om gedwongen sluiting te voorkomen. Ze wíllen niet dat hun kinderen naar een andere school gaan, want ze hebben speciaal gekozen voor Klein Amsterdam.
„Dit is overhaast handelen”, zegt Wouter Reeskamp, lid van het actiecomité. „De overweldigende meerderheid van de ouders heeft hun kinderen op school gehouden na het rapport van de inspectie. Ze hadden er vertrouwen in dat het goed zou komen.”
Excursies en yoga-lessen
Klein Amsterdam ging in 2018 van start in De Bongerd, een wijk in het van oudsher achtergestelde Amsterdam-Noord met veel ‘nieuwe Noorderlingen’. De school was een van de winnaars van een wedstrijd voor nieuwe schoolconcepten die het stadsbestuur enkele jaren eerder uitschreef. Doel was om de verwachte leerlingengroei in Amsterdam te ondervangen.
De initiatiefnemers bedachten een vernieuwend concept op basis van het begrip „tussenruimte” van filosoof Hannah Arendt: kinderen moeten niet alleen leren uit lesmethodes, maar ook van elkaar en de wereld om hen heen. In de school, die ook een buitenschoolse opvang heeft, wordt projectonderwijs gegeven, met veel aandacht voor theater, dans en beeldende vorming; de kinderen gaan regelmatig op excursie en krijgen yoga-lessen. Getoetst wordt er bij Klein Amsterdam zo weinig mogelijk.
Vanwege de vrijheid van onderwijs (artikel 23 van de Grondwet) kreeg Klein Amsterdam – net als andere bijzondere scholen op christelijke, islamitische of antroposofische grondslag – veel ruimte om het eigen curriculum in te vullen.
Het werkte: ouders uit de buurt die op zoek waren naar minder traditionele vormen van onderwijs meldden hun kinderen massaal aan. De afgelopen jaren moest er bij Klein Amsterdam geloot worden voor plaatsing – het tijdelijke gebouw was al gauw te klein. Toch waren er vanaf het begin af aan problemen, vertellen betrokkenen: chaos in de organisatie, hoog verloop onder de leraren, vertraging bij de bouw van het nieuwe schoolgebouw. De coronasluitingen en het lerarentekort legden nog eens extra druk op de directie en het docententeam.
Lees ook dit opinie-artikel: Stop met experimenteel onderwijs, het werkt niet
Vernietigend oordeel
En hoe vrij en experimenteel je als school ook bent: uiteindelijk moet worden voldaan aan de normen van de Onderwijsinspectie. Die velde in juni dit jaar een vernietigend oordeel over Klein Amsterdam. De school, zo luidde het eindoordeel, schoot op vrijwel alle fronten tekort. De leerlingen „leren te weinig” omdat de leraren onduidelijk uitleggen. Het is onrustig in de klassen. De school voldoet niet aan de landelijke normen voor de basisvakken: bij rekenen bestaat „geen doorgaande leerlijn” en de Nederlandse taal „wordt slechts beperkt onderwezen”. De resultaten op Klein Amsterdam zijn dan ook ver „onder het niveau” van andere scholen met een vergelijkbare populatie, aldus de inspectie. In een aparte rapportage wordt vastgesteld dat het bestuurlijk en financieel een rommeltje is bij Klein Amsterdam.
Voor Joke Middelbeek, die dit voorjaar aantrad na het vertrek van de directie en het bestuur, was na drie weken in het nieuwe schooljaar slechts één conclusie mogelijk: Klein Amsterdam gaat er niet meer bovenop komen. „We hebben elf groepen met maar zes bevoegde leerkrachten”, zegt ze. „Om van dat oordeel ‘zeer zwak’ af te komen, hebben we menskracht nodig die er niet is. Dan kun je wachten tot het einde van het schooljaar, maar voor de kinderen is het van belang dat ze zo kort mogelijk in deze situatie zitten.”
Klein Amsterdam is „een hele leuke school en een heel veilige plek”, zegt Middelbeek. Alleen: „Het halen van de kerndoelen is niet leidend”. De schoolleiders zijn destijds „met de beste intentie” aan de slag gegaan. „Maar niemand was afkomstig uit het onderwijs. Dat is een verantwoordelijkheid die je mensen eigenlijk niet kunt geven. Als ik eerlijk ben, is het nooit echt een school geworden.”
Volgens de ouders ligt het anders. Ze plaatsen vraagtekens bij het rapport van de Onderwijsinspectie. Met de achterstanden, zeggen ze, valt het reuze mee. „Wij zien die niet bij onze kinderen”, zegt Wouter Reeskamp. „Net als veel andere ouders. En volgens de leraren zijn er ook geen grote achterstanden”.
Volgens de ouders beschikte de inspectie simpelweg over te weinig gegevens om zo’n vergaand oordeel te vellen. Toegegeven, de vorderingen van de kinderen werden vóór de inspectie „niet altijd even goed” vastgelegd in het leerlingvolgsysteem. „Maar als ouder denk ik dan: ha, wat fijn, de leraar is druk bezig met lesgeven en niet met gegevens in de computer zetten.”
Ook de financiën van de school worden slechter voorgesteld dan ze in werkelijkheid zijn, aldus de ouders. En dat de openstaande vacatures niet te vullen zijn, komt volgens hen omdat directie en bestuur niet serieus hebben gezocht. „Als ouders hebben we een LinkedIn-netwerk van heb ik jou daar”, zegt Wouter Reeskamp. „Als wij de helpende hand toesteken, gaat dat gewoon lukken.”
Als ik eerlijk ben, is het nooit echt een school geworden
Tegenstanders van de sluiting vinden ook dat er onvoldoende rekening gehouden wordt met de omstandigheden bij Klein Amsterdam. De school is een bestuurlijke eenpitter, en dus kwetsbaar. Scholenkoepels in Amsterdam wilden bij de start niet in zee met het initiatief en procedeerden tot aan de Raad van State om de komst van de school te dwarsbomen. „Bij nieuwe scholen is het gebruikelijk dat niet meteen alles op orde is”, zegt Judith Fischer, een van de oprichters van Klein Amsterdam. „Natuurlijk moeten er verbeteringen komen, maar we moeten niet doen alsof dit een aberratie is.”
Lees ook: Elke school heeft nu zijn eigen concept
Staande ovatie
Het onderwijsteam van Klein Amsterdam heeft zich achter het verzet van de ouders geschaard. Op de informatieavond van afgelopen dinsdag las een leerkracht, geflankeerd door al haar collega’s, een verklaring voor. „Wij vragen een eerlijke kans om het verbeteringsproces af te ronden”, zei ze. Er volgde een staande ovatie van de aanwezige ouders.
Bestuurder Joke Middelbeek zegt een dag na de bijeenkomst dat ze zich „aan het beraden” is over haar positie. „Ik wil mij ook aan mijn eigen waarden houden”. De ouders en leerkrachten „bagatelliseren” volgens haar de ernst van de situatie op Klein Amsterdam. „Er wordt veel te gemakkelijk gezegd: die onvoldoendes van de inspectie fixen we wel even”. Ze ziet nog steeds „geen aanknopingspunten” om de voorgenomen sluiting te herroepen. „Ik loop al even mee in het onderwijs en dit is een situatie die ik nog zelden heb gezien.”
De ouders hebben goede hoop. Het voorgenomen besluit is nog niet definitief. Met energie en goede wil valt hun school nog te redden, denken ze. En wie weet meldt zich alsnog een scholenkoepel die Klein Amsterdam onder z’n hoede wil nemen.
Wouter Reeskamp stuurt een filmpje van leerlingen, ouders en leerkrachten die afgelopen dinsdag samen buiten het schoollied zongen. „Dan voel je hoeveel hart iedereen heeft voor deze school.”