‘Huurprijzen vrije sector hoger, aanbod neemt af’

Woningmarkt De huurprijzen in de vrije sector stegen gemiddeld met ruim 5 procent. Tegelijkertijd daalde het aantal beschikbare woningen in een al krappe huurmarkt.
Betaalbare huurwoningen zin schaars.
Betaalbare huurwoningen zin schaars. Foto ANP / Hollandse Hoogte / Harold Versteeg

Hogere huurprijzen en minder aanbod, dat is de trend die woningverhuurder Pararius waarneemt. De huren in de vrije sector lagen in het derde kwartaal zo’n 5,2 procent hoger dan in dezelfde periode een jaar eerder. Het aantal huurwoningen in de vrije sector dat beschikbaar kwam voor nieuwe huurders daalde in datzelfde kwartaal met maar liefst 31,7 procent.

Dat meldt Pararius donderdagochtend in zijn Huurmonitor. Ondertussen blijft het aantal reacties op deze dalende hoeveelheid vrijesectorwoningen wél stijgen. Pararius ziet een verschuiving van huurwoningen naar de koopmarkt. In het derde kwartaal van 2023 was 7 procent van alle woningen die te koop werd aangeboden onttrokken aan de huurmarkt.

Huurwoningen naar koopmarkt

Die trend bestaat al langer, maar accelereert sinds vorig jaar. „Lange tijd kwam standaard zo’n 3 tot 4 procent van de te koop aangeboden woningen uit de vrije sector huurmarkt, maar sinds het vierde kwartaal van 2022 neemt dit percentage sterk toe”, zegt directeur van Pararius Jasper de Groot. „We vernemen uit de markt al geruime tijd dat meer en meer particuliere beleggers besluiten om hun vrijgekomen huurwoning niet opnieuw te verhuren maar te verkopen. Ons onderzoek toont nu aan dat dit inderdaad het geval is.”

Reden voor de toegenomen verkoop is de invoer van meerdere overheidsmaatregelen voor verhuurders, die het kopen van woningen als beleggingsobject moeten ontmoedigen. Zo moeten huizenbezitters meer vermogensbelasting betalen voor woningen waar zij zelf niet ingeschreven staan en is er een puntensysteem voor maximale huurprijzen in de vrije sector in de maak. „De huurwoningen worden verkocht aan particuliere eigenaar-bewoners, wat het aanbod in de vrije sector – dat al zo gering was – nog verder verkleint”, aldus De Groot.

In de vier van de vijf grote steden steeg de gemiddelde huurprijs zelfs harder dan de landelijke 5,2 procent. Alleen in Utrecht bleef die nagenoeg gelijk met een gemiddelde stijging van 0,6 procent. Wel ligt in alle vijf grote steden de prijs per vierkante meter hoger dan het landelijk gemiddelde.

Kleinere woningen, harde prijsstijging

Over het algemeen gold afgelopen kwartaal de regel: hoe kleiner de woning, hoe harder de huurprijs steeg. Bij een woningeenheid van 50 tot 75 vierkante meter bedroeg die gemiddeld 6,7 procent en dat betekende daarmee ook gelijk de hoogste prijs per vierkante meter: € 21,88. Kijken we vervolgens naar 75 tot 100 vierkante meter, zien we € 17,22 per vierkante meter, wat een plus is van 5 procent. Bij 100 tot 125 vierkante meter steeg de huurprijs ook 5 procent, bij 125 tot 150 meter was dat slechts 2,1 procent.

De Groot hoopt dat een nieuw kabinet zich meer richt op langetermijnplannen, om zo de problemen op de woningmarkt duurzaam aan te pakken. „De opeenstapeling van maatregelen uit het verleden bestrijden enkel de symptomen voor de bühne, maar het echte probleem, de balans in de woningvoorraad, wordt alleen maar groter”, aldus de directeur.

Momenteel is 8 procent van alle Nederlandse woningen vrije sector, terwijl 32 procent sociale huur is. De overige 60 procent is koop. „[Het aantal vrijesectorwoningen] is veel te weinig om te fungeren als ventiel voor de mensen die niet sociaal kunnen huren en niet willen of kunnen kopen”, stelt De Groot. „De vraag is vele malen groter dan het aanbod.” De directeur pleit voor het vergroten van de woonvoorraad in de vrije sector, maar ziet juist hoe deze huizen verdwijnen naar de koopmarkt.