Van wie zijn de doden op de slavenbegraafplaats? Hoe Sint Eustatius worstelt met historisch erfgoed

Reportage

Archeologie Twee jaar nadat archeologisch onderzoek op een slavenbegraafplaats op Sint Eustatius werd stilgelegd na lokale protesten, is het conflict over de omgang met het erfgoed nog steeds niet opgelost. „De witte Nederlanders en Amerikanen doen alsof het erfgoed van hen is.”

Archeologen aan het werk op de voormalige Golden Rock plantage op Sint. Eustatius.
Archeologen aan het werk op de voormalige Golden Rock plantage op Sint. Eustatius. Foto Tim van Dijk / AP

Het zijn zware weken voor Nicholas Budsberg. Medio augustus diende de Amerikaanse archeoloog zijn ontslag in bij het St. Eustatius Center for Archaeological Research (Secar). Hij was nog maar een jaar in dienst.

Budsberg heeft Sint Eustatius inmiddels verlaten. „Het had geen zin langer te blijven. Het archeologisch onderzoekscentrum Secar is technisch failliet vanwege een conflict met het eilandbestuur. Dat wil nauwer met Secar samenwerken in het archeologisch onderzoek, maar Secar wil onafhankelijk blijven. Daardoor dreigt de subsidie te stoppen. Ik zie hier daarom geen toekomst.”

De andere reden voor zijn vertrek is dat Budsberg zelf botste met het Secar-bestuur. „Ik was het niet eens met het beleid. Twee jaar geleden kreeg het onderzoekscentrum veel kritiek over hoe het de opgravingen bij de Golden Rock-plantage aanpakte. Ze namen mij daarna aan vanwege mijn expertise in ethische antropologie. Maar het bestuur wilde niet luisteren naar mijn voorstellen. Hun standpunten waren in mijn ogen te behoudend en schadelijk voor de archeologie op het eiland.”

Scheepswrakken en forten

Wie het Caribische eiland bezoekt, struikelt over de geschiedenis. Oranjestad is een openluchtmuseum vol vervallen koloniale huizen en kerken. De kleine hoofdstad ligt op een plateau dat uitkijkt over Gallows Bay, waar naar scheepswrakken wordt gedoken. Op de strandweg in de lower town rijd je langs stukken muur van oude pakhuizen van de West-Indische Compagnie. Eind achttiende eeuw was Sint Eustatius of Statia, zoals de Engelstalige eilanders het noemen, een centrum van de internationale handel. Toen telde het eiland ruim tienduizend inwoners, nu drieduizend.

Eind achttiende eeuw werd het eiland van 21 vierkante kilometer beschermd door zestien forten – bewijs van het strategische belang van Sint Eustatius voor de Republiek. De vrijhaven bloeide door suikerhandel en de Hollandse en Zeeuwse slavenhandel. Vele tienduizenden Afrikanen werden hier doorverkocht naar Amerikaanse en Caribische koloniën. Een aantal Afrikanen werd te werk gesteld op de suikerrietplantages van Sint Eustatius. Rond 1750, toen het eiland economisch floreerde, waren dat er 75. In 1781 werd Sint Eustatius geplunderd door de Britten en daarna volgden periodes van Franse bezetting. Het eiland raakte in verval.

Honderd jaar geleden begon de Leidse archeoloog Jan de Josselin de Jong als eerste met opgravingen op Sint Eustatius. Hij onderzocht vooral precolumbiaanse vindplaatsen, ook op de voormalige plantage Golden Rock, bij het huidige vliegveld. Deze opgraving werd twee jaar geleden het middelpunt van een controverse. Een die nog steeds voortduurt.

Zijn dit mijn voorouders?

„Mijn familie wist dat er op Golden Rock een grote slavenbegraafplaats was. Mijn grootvader werkte als vrijwilliger voor De Josselin de Jong en vertelde daar verhalen over.” Misha Spanner is theatermaker en gids in het Sint Eustatius Historical Foundation Museum in Oranjestad. Als kind vond ze vaak aardewerk en andere artefacten. „Dit eiland ligt vol geschiedenis. Voor ons was dat normaal.”

Toch was het blootleggen van de grote begraafplaats in juni 2021 voor Spanner van een andere orde. „Ik had vaker geholpen bij opgravingen, maar dit raakte me echt, om tientallen menselijke skeletresten te zien liggen. Ik dacht: zijn dit mijn voorouders? Hoe zijn ze gestorven?”

De begraafplaats, ontdekt tijdens de winning van steenslag, had een voor het Caribisch gebied ongekende schaal. Ook voor de Leidse archeoloog Ruud Stelten, die het Secar-team leidde. „Ik deed elf jaar veldonderzoek op Statia en we vonden vaker menselijke resten, maar dit was veel groter. We groeven meer dan zeventig lichamen op, maar er lag zeker het dubbele aantal.”

De vondst leidde tot boosheid bij een deel van de eilandbewoners, omdat zij niet waren gekend in de opgraving van hun mogelijke voorouders. De archeologen werd verweten richtlijnen rond erfgoedparticipatie te hebben genegeerd. In 2005 werden die vastgelegd in het Verdrag van Faro: „de benadering van cultureel erfgoed is niet alleen expert-gedreven. De mens geeft betekenis aan erfgoed. Iedereen die dat wil, heeft toegang tot erfgoed en kan meebepalen hoe daarmee wordt omgegaan”.

Stelten, die nu in Australië werkt, zegt dat de kritiek hem verraste. „Het was geen geheim wat we deden. De bewoners hielpen ons vaker bij veldwerk en het lab. Er kwamen schoolkinderen kijken bij de opgravingen.” Toch zegt hij, terugkijkend op de commotie, dat hij het nu „wellicht anders zou hebben gedaan. Bijvoorbeeld door het eilandbestuur meer te pushen om de bewoners te betrekken”. Al waren de bestuursleden in zijn ogen verantwoordelijk voor de communicatie. „Zij waren de opdrachtgever.”

De eilandbestuurders schrokken van de controverse en media-aandacht. Een kleine, mondige groep was tegen het verstoren van de graven en tegen het feit dat de opgravingen door witte wetenschappers uit Nederland en de VS werden uitgevoerd. Met name de politieke organisatie Ubuntu Connected Front Caribbean (UCF), geleid door Kenneth Cuvalay, stelde dat de Secar-archeologen „disrespectvolle” methoden hanteerden en „erfgoed-toerisme” stimuleerden.

Lees ook dit artikel: Op prehistorische begraafplaats werd vierhonderd jaar geleden een Afrikaanse man begraven

Niet inclusief

In juli 2021 legde het eilandbestuur het onderzoekswerk bij Golden Rock stil. Er kwam een onderzoekscommissie, geleid door Jay Haviser, een Amerikaanse archeoloog die werkt op Sint Maarten. Die stelde in januari 2022 in een rapport dat de opgravingen „niet inclusief waren verlopen en dat de visie van de gemeenschap onvoldoende was gerepresenteerd”.

Uit een peiling die de commissie hield onder honderd inwoners bleek daarnaast dat een ruime meerderheid positief was over archeologisch onderzoek, mits dat respectvol gebeurde, en over dna-onderzoek naar de identiteit van de menselijke resten.

Een „fundamenteel probleem” dat de commissie-Haviser vaststelde, was dat het eilandbestuur „geen archeologische expertise” bezat en te veel had overgelaten aan Secar. Haviser pleitte voor het oprichten van een erfgoedagentschap en het aanstellen van een erfgoed-inspecteur. Die wordt naar verwachting binnenkort benoemd.

Twee jaar na dato oordeelt Kenneth Cuvalay van de UCF nog steeds hard over de archeologen. „Secar is corrupt. Het bestuur bestaat voornamelijk uit witte Nederlanders en Amerikanen die doen alsof het hun erfgoed is. Hun mandaat moet worden ingetrokken en er moet een nieuwe organisatie komen, want Secar heeft in de gemeenschap veel emotionele schade veroorzaakt.”

Volgens Cuvalay waren de archeologen met name bezig de belangen van hun „witte wetenschappelijke visie te dienen”. Hij ziet ook geen nut in dna-onderzoek naar de menselijke resten bij Golden Rock. „Dat vaststellen van identiteiten is iets waar vooral witte wetenschappers in zijn geïnteresseerd”.

Verplicht monitoren

Een woordvoerder van Secar zegt de kritiek op het gebrek aan diversiteit af te wijzen. „Veel bestuursleden wonen al dertig, veertig jaar op het eiland. Zij zijn ook Statianen. We zouden graag meer lokale mensen in het bestuur willen, maar niet iedereen is geïnteresseerd.”

De woordvoerder bevestigt dat er discussie is met het eilandbestuur over het mandaat en de jaarlijkse subsidie van 50.000 dollar (47.000 euro). „Het bestuur wil meer controle over het archeologische veldwerk, maar Secar is altijd een onafhankelijke stichting geweest. Wij gaven altijd advies aan het bestuur en hielpen bij het inhuren van archeologen. De relatie met het eilandbestuur is stroef, maar wij willen nog steeds helpen.”

De Amerikaanse archeoloog Grant Gilmore, in 2004 een van de oprichters van Secar, vindt ook dat het bestuur actiever moet handelen. „Het eilandbestuur is verplicht om bouwprojecten archeologisch te monitoren. Dat moet gebeuren door een onafhankelijke organisatie. Direct bestuurlijk toezicht op archeologisch onderzoek is onwenselijk. Dan moet je voor alles toestemming vragen.”

Ook stelt Gilmore dat Nederland meer moet doen om de archeologische impasse op te lossen. „Dat kun je neokoloniaal noemen, maar Nederland is verantwoordelijk, want de Nederlandse regering nam enkele jaren terug het bestuur op Statia over en begon toen veel nieuwe bouwprojecten waar archeologen bij moeten zijn.”

Gilmore doelt op de bestuurlijke ingreep van Den Haag in februari 2018 op Sint Eustatius vanwege „wanbeleid” en „grote verwaarlozing van de taken” van het bestuurscollege. Er werden ambtenaren uit Nederland ingevlogen om orde op zaken te stellen. Demissionair staatssecretaris voor Koninkrijksrelaties Alexandra Van Huffelen (D66) zei dit voorjaar te hopen dat in 2024 „de democratie kan worden teruggebracht” op het eiland.

Lees ook dit artikel: Hoe de excuses die Mark Rutte niet wilde, er toch kwamen

Omgaan met de doden

De boosheid over de bestuurlijke interventie kwam tot uiting bij de ophef rond Golden Rock, stelt Xiomara Balentina, voorzitter van het Statia Cultural Heritage Implementation Committee. „Secar overlegde alleen met de Nederlandse bestuurders over de opgravingen. Dat leidde tot grote ergernis. Wij hebben op Statia onze eigen manier van met de doden omgaan.”

De commissie die Balentina leidt, moet een geschikte locatie vinden voor het herbegraven van de resten van de 72 Afrikanen van Golden Rock, die liggen nu in het voormalige mortuarium. „ Er zal ook een monument komen voor alle slaafgemaakten die hier begraven liggen.”

Die zoektocht verloopt traag, zegt Balentina, omdat het bestuur weinig staf heeft en een digitaal kadaster ontbreekt. „We wachten nog op informatie en dat is frustrerend, want we willen verder”, stelt Balentina. Ook de financiering van het monument noemt ze „uitdagend”. Met de recente Nederlandse excuses voor het slavernijverleden kwam een fonds van 200 miljoen euro vrij, maar om uit dat fonds geld te krijgen moet de commissie eerst een stichting oprichten.

Balentina hoopt dat de resten van de Afrikanen dicht bij Golden Rock kunnen worden herbegraven. De commissie overweegt een rotonde vlak bij de plantage als locatie voor een monument. „De gemeenschap zal bepalen welke vorm dat monument krijgt.”

‘Groot probleem’

De hamvraag waar Statia mee worstelt: is erfgoed voor de wetenschap, of voor de mensen die erop wonen en er een band mee hebben? Secar kon het archeologische onderzoek lang naar eigen goeddunken uitvoeren, maar wordt nu starheid en een gebrek aan diversiteit verweten, ook door de vertrekkende archeoloog Nicholas Budsberg. „Het archeologische onderzoek moet echt beter, want nu lijdt de bevolking onder de schade die is aangericht,” stelt de Amerikaan. In zijn ogen vormt Secar in haar huidige vorm „een groot probleem”.

Budsberg denkt dat het eilandbestuur meer kan doen om de bevolking te betrekken bij de eigen geschiedenis. „De meeste Caribische eilanden hebben strand en duiksport, Statia heeft uniek erfgoed. Maar als je de nadruk legt op wetenschap en historisch toerisme, dan mis je de verhalen van de mensen die afstammen van hen die ooit op deze plek geleden hebben. De Statianen van nu moeten die verhalen vertellen, en de archeologen moeten hen daarbij helpen. Niet andersom.”