Correctief bindend referendum is een stap dichterbij

De Eerste Kamer mag dan hebben ingestemd met het vastleggen van het correctief bindend referendum in de Grondwet, de invoering ervan kan nog jaren op zich laten wachten.

Tweede Kamerleden Marijnissen (SP) en Nicole Temmink (SP) na de stemming in de Eerste Kamer over het correctief referendum op 10 oktober 2023.
Tweede Kamerleden Marijnissen (SP) en Nicole Temmink (SP) na de stemming in de Eerste Kamer over het correctief referendum op 10 oktober 2023. Foto ANP/Phil Nijhuis

Een ruime meerderheid in de Eerste Kamer heeft dinsdag gestemd voor het vastleggen van het correctief bindend referendum in de Grondwet. Nieuwkomer BBB, met zestien zetels de grootste in de Eerste Kamer, bleek een belangrijke voorstander. In totaal stemden 45 senatoren voor en 22 tegen.

Bij een correctief referendum mogen Nederlanders naar de stembus om een wetsvoorstel te beoordelen. Wetsvoorstellen die het parlement al heeft aangenomen gaan zo als het ware langs een extra check. Burgers kunnen aan de noodrem trekken als de meerderheid het met een voorstel oneens is. Anders dan bij een raadgevend referendum, is de uitslag van het correctief referendum bindend.

Met de instemming van de Eerste Kamer is de invoering van het correctief referendum er nog niet. Aangezien de invoering een wijziging van de Grondwet vereist, moet het voorstel nogmaals door de Tweede en Eerste Kamer. Het voorstel wordt pas definitief aangenomen, als in beide Kamers een tweederde meerderheid voor stemt.

Eerste stap

Het gehele proces kan waarschijnlijk nog jaren duren. Voormalig SP-Kamerlid Renske Leijten, initiatiefnemer van het voorstel, is blij: „De Nederlandse democratie moet steviger en beter”. Burgers de mogelijkheid geven om besluiten te toetsen, is in haar ogen een eerste stap naar verbetering.

Of het voorstel een meerderheid haalt, wordt ook beïnvloed door de uitkomst van de aankomende Tweede Kamerverkiezingen. Na 22 november zal de samenstelling van de Tweede Kamer veranderen. Nieuw Sociaal Contract (NSC) staat, net als BBB, hoog in de peilingen en heeft aangegeven voor de invoering van het correctief bindend referendum te zijn. Het CDA, een klassieke tegenstander van het referendum, staat er veel slechter voor. De kans op een tweederde meerderheid in de Tweede Kamer is hierdoor aanzienlijk.

Voorstanders zien het referendum als een instrument om het historisch lage vertrouwen in de politiek te verhogen. „Democratie is meer dan de Haagse koker”, zegt Leijten. „Het is een groot probleem als mensen zich niet herkennen in politieke keuzes.”

Tegenstanders vrezen juist voor een polariserende werking. Volgens de VVD kan een correctief referendum de onvrede zelfs kunnen versterken, wanneer de uitkomst van een referendum voor nog meer onrust zorgt. Daar sluit de SGP zich bij aan. De ChristenUnie, van oudsher tegenstander van het correctief referendum, vindt dat de verantwoordelijkheid van volksvertegenwoordiging bij het parlement moet blijven.

Representief en haalbaar

Het is nog onduidelijk hoe het correctief bindend referendum er precies gaat uitzien. De initiatiefnemers stellen voor dat een aparte ‘uitwerkingswet’ daar later invulling aan geeft. Die wet bepaalt dan welke onderwerpen geschikt zijn voor een referendum en hoe hoog een eventuele uitkomstdrempel zou moeten zijn. Onenigheid over zo’n kiesdrempel wordt op deze manier nog even vooruit geschoven.

De hoogte van een uitkomstdrempel blijft nog wel een heikel punt, denkt hoogleraar Politicologie Tom van der Meer. Bij een uitkomstdrempel moet de winnende meerderheid een minimaal percentage van de stemmen halen. Dat percentage moet zowel representatief als haalbaar zijn.

Van der Meer maakte deel uit van de staatscommissie Remkes, die in 2018 aanbevelingen deed voor het democratische stelsel. De commissie oordeelde dat het correctief bindend referendum, mits juist uitgevoerd, een oplossing zou zijn voor tekort aan inhoudelijke representatie in Nederland.