N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Studieschulden Sinds de invoering van het leenstelsel in 2015 is de studieschuld meer dan verdubbeld. Voor 2015 was de gemiddelde studieschuld 4,7 duizend euro. Inmiddels is dat 17,1 duizend euro.
De totale Nederlandse studieschuld was begin 2023 opgelopen tot 28,2 miljard euro, zo blijkt uit dinsdag gepubliceerde cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Begin 2022 was de totale studieschuld nog 1,7 miljard euro lager. In Nederland hebben 1,6 miljoen huidige en voormalige studenten een studieschuld.
Sinds de invoering van het leenstelsel in 2015 is de studieschuld meer dan verdubbeld. In eerste instantie nam ook het aantal mensen met een studieschuld toe, maar sinds 2021 blijft dat aantal zo ongeveer steken op 1,6 miljoen. Dat betekent dat de gemiddelde studieschuld blijft stijgen. Vóór de invoering van het leenstelsel was de gemiddelde studieschuld 4,7 duizend euro. Inmiddels is dat 17,1 duizend euro.
Veel mensen komen ver boven dat gemiddelde uit. Meer dan 120.000 mensen hebben een schuld van meer dan een halve ton. Mensen tussen de 25 en 30 jaar hebben de grootste schuld; gemiddeld moeten zij bijna drieëntwintig duizend euro aflossen. Sinds 2023 is het niet meer toegestaan om een studieschuld te verzwijgen bij de aanvraag van een hypotheek, waardoor de maximale hoogte van een hypotheek flink lager uitkomt.
Het Financieele Dagbladberekende begin deze maand dat de rente op studieleningen rond de 2,55 procent wordt de komende vijf jaar. Dat is meer dan vijf keer zoveel als de 0,46 procent die aflossers momenteel moeten betalen.
Leenstelsel afgeschaft
Het leenstelsel, dat de totale en individuele studieschulden rap heeft doen stijgen, is sinds het huidige studiejaar afgeschaft. De Tweede Kamer, waaronder initiële voorstanders PvdA, VVD, GroenLinks, D66, ChristenUnie en CDA, besloot na zeven jaar dat het leenstelsel tóch een vergissing was.
De basisbeurs keerde dus — in versoberde vorm — terug, zo viel te lezen in het coalitieakkoord van het gevallen kabinet-Rutte IV. Studenten die tijdens het leenstelsel een schuld hebben opgebouwd, worden amper gecompenseerd; zij krijgen zo’n 1.400 euro. Studenten die vóór het leenstelsel studeerden, kregen ongeveer tien keer zo veel aan basisbeurs uitgekeerd.
Het is zo’n snelle, soepele wegdraaiactie kort voor rust waaraan te zien is dat Frenkie de Jong langzaam weer toegroeit naar zijn topvorm. De middenvelder staat halverwege de helft van Hongarije met spits Barnabas Varga in zijn rug. De Jong doet alsof hij voor een veilige pass terug kiest, maar versnelt dan opeens.
Met een paar korte tikjes neemt hij de bal aan zijn rechtervoet mee in de draai. Varga kan weinig uitrichten, De Jong schermt de bal slim af, in een voor hem zo kenmerkende beweging. De Jong is weg, doorbreekt de eerste verdedigingslinie en passt op Ryan Gravenberch.
Hij wordt, zei hij eerder in de week, „steeds vrijer” in zijn hoofd na een enkelblessure die hem maandenlang aan de kant hield. Bij zo’n moment wordt dat tastbaar: de door De Jong opgezette aanval leidt tot een strafschop die wordt benut door Cody Gakpo, de 2-0.
433 dagen na zijn laatste optreden in Oranje, september vorig jaar tegen Ierland, maakte Frenkie de Jong (27) zaterdag tegen Hongarije zijn rentree (4-0 zege). Feilloos speelde hij zeker niet. Wel waren er weer vlagen van zijn klasse te zien.
Hij presenteerde zich vrijwel direct weer als de dominante regisseur, met 74 balcontacten in 68 speelminuten. Wijzen, praten, de bal vragen, dribbelen, acties maken, ruimtes creëren. Alsof hij niet is weggeweest, houdt hij na anderhalve minuut zeker zo’n tien seconden de bal aan zijn voet. Snelle kapbewegingen, de tegenstander lokken, zoeken naar de opening. Zoals hij na veertig minuten de bal oppikt bij zijn eigen keeper en zomaar met een rush de as van het veld oversteekt.
Zijn naam wordt het hardst geroepen door het publiek, als de opstellingen klinken in de Johan Cruijff Arena. Na het voor hem pijnlijke gemis van het EK afgelopen zomer, vanwege zijn gekwetste enkel, is het een aangenaam weerzien. Vroeg op de avond loopt hij als een van de weinigen zonder ‘oortjes’ uit de spelersbus. Een voetbaltas losjes over zijn rechterschouder, handen in zijn blauwe trainingsjack gestoken. Bij de veldinspectie beweegt hij zijn heupen een beetje, kijkt wat rond in het stadion dat hij zo goed kent, maakt een praatje met zijn maatje Matthijs de Ligt.
Alles even losgooien
Er waren momenten dat hij vreesde voor blijvende schade aan zijn rechterenkel, zei hij woensdag in Zeist. „Wordt de enkel weer zoals die is geweest? Dat heeft wel regelmatig door mijn hoofd gespeeld, alle scenario’s eigenlijk wel.” Begin oktober maakte hij na ruim vijf maanden zijn rentree bij FC Barcelona – enkele weken later was hij met een invalbeurt al belangrijk in een 4-0 zege op Real Madrid. De laatste paar duels was hij basisspeler en ook aanvoerder bij zijn club.
Hij is veel bezig met zijn enkel, laat zich rond duels en trainingen consequent behandelen. Als hij zaterdag het veld op komt voor de warming-up, ruim een half uur voor de aftrap, doet hij net iets langer oefeningen voor zichzelf. Alles even losgooien – knieën, enkels, armen. Daar waar de rest bijna direct in de weer is met een bal.
Na zes minuten grijpt hij even naar zijn rechterenkel als Willi Orbán wild op hem inkomt – en geel krijgt. Even voelt hij aan zijn voet, wat duidt op pijn, maar hij gaat weer verder. In de onderlinge duels lijkt hij zich niet in te houden, hij wint de paar tackles die hij aangaat, daar waar hij eerder bij FC Barcelona soms nog wat voorzichtig oogde.
Met name verdedigend lijkt hij in bepaalde situaties nog kracht en intensiteit te missen. Dan zit hij er net niet dicht genoeg op om een tegenstander het moeilijk te maken. Na een sprint in de tweede helft staat hij even uit te puffen. Met spelmaker De Jong krijgt Oranje moeizaam druk op Hongarije, dat enkele grote kansen mist.
Na afloop is De Jong nog opvallend terughoudend over de progressie met zijn enkel. „Ik heb er nasleep van. Dat zal tijd nodig hebben”, zegt hij bij de NOS. In dat interviewtje van twee minuten, gebruikt hij drie keer het woord hopelijk: hopelijk wordt hij fitter, hopelijk gaat de pijn weg, hopelijk vindt hij zijn ritme weer.
Al is er, op basis van het duel tegen Hongarije, genoeg om op door te bouwen. Aanvallend oogde de samenwerking met de andere twee middenvelders – Ryan Gravenberch naast hem en Tijjani Reijnders voor hem – vloeiend. Die twee hebben veel loopvermogen en dynamiek. Met meerdere middenvelders in topvorm, onder wie ook Teun Koopmeiners, sprak Koeman in aanloop van een „luxeprobleem”.
Veel diepgang
Waar eerder kritiek was dat De Jong vaak alleen in de breedte passt, onderscheidt hij zich zaterdag met veel passing in de diepte. Hij creëert met een voorzet een kansje voor rechtsback Denzel Dumfries, bedient linksbuiten Gakpo meerdere keren met fijne steekpasses, evenals rechtsbuiten Donyell Malen.
Dat De Jong voor veel diepgang zorgt, blijkt uit de statistieken van databureau Opta: 31 van zijn in totaal 64 passes eindigen in de zogeheten final third, het aanvallendste deel van het speelveld. Hoewel dit risicovollere passes zijn, komen er met 26 van de 31 relatief veel aan. Op dit onderdeel scoort De Jong zaterdag het hoogst van alle spelers.
Hoewel Oranje defensief veel weggeeft, wint het ruim door doelpunten van Wout Weghorst (strafschop), Gakpo (strafschop), Denzel Dumfries en invaller Teun Koopmeiners. Nederland plaatst zich zo voor de kwartfinale van de Nations League, maart volgend jaar. De Jong krijgt in de 68ste minuut applaus en een handje van Koeman als hij wordt gewisseld voor Koopmeiners. „Ik ben blij om terug te zijn”, zegt hij even later voor de camera.
Het Nederlands elftal heeft zich verzekerd van een plek bij de laatste acht landen van de Nations League. De ploeg van bondscoach Ronald Koeman rekende in de Johan Cruijff ArenA af met directe concurrent Hongarije (4-0) en kan daardoor de tweede plaats achter het al geplaatste Duitsland niet meer ontgaan. De kwartfinales van de Nations League zijn in maart.
Met de zege revancheerde Oranje zich ten dele van de vorige interlandperiode, met een gelijkspel bij Hongarije (1-1) en een kansloze nederlaag (ook al werd het maar 1-0) bij Duitsland. Ook na het thuisduel met Hongarije valt er nog genoeg te verbeteren. Nederland gaf, met name in het eerste deel van de wedstrijd, veel ruimte en kansen weg.
Koeman begroette Frenkie de Jong na een afwezigheid van ruim een jaar terug in zijn basiselftal. Samen met Ryan Gravenberch en Tijjani Reijnders vormde de speler van FC Barcelona het middenveld. De bondscoach voerde daarnaast twee opmerkelijke wijzigingen door. Niet Brian Brobbey of Joshua Zirkzee startte in de spits, maar Wout Weghorst. Jan Paul van Hecke kreeg om zijn opbouwende kwaliteiten naast aanvoerder Virgil van Dijk de voorkeur boven Stefan de Vrij in het centrum van de verdediging.
Uitgerekend Van Hecke stond in de derde minuut met balverlies bijna aan de basis van een vroege achterstand. András Schäfer kopte maar net over. Een aantal minuten later onderbrak de scheidsrechter het duel, omdat de Hongaarse assistent-trainer Ádám Szalai onwel werd. Na verlening van eerste hulp bleek hij even later „stabiel en bij bewustzijn” en ging Szalai voor verder onderzoek naar het ziekenhuis.
Twee strafschoppen
Oranje opende direct na de hervatting de score uit een strafschop van Weghorst, na hands van Tamás Nikitscher (1-0). Kort voor rust kreeg Nederland opnieuw een penalty, nu voor een lichte overtreding op Donyell Malen. Cody Gakpo nam de strafschop dit keer en schoot hard raak: 2-0.
Na rust kwam Hongarije er nog een paar keer uit, maar verder was het vooral de ploeg van Koeman die op jacht ging naar meer doelpunten. Denzel Dumfries schoot met een diagonaal schot in de 64e minuut fraai raak (3-0). Koeman wisselde De Jong halverwege de tweede helft voor Teun Koopmeiners, die daarmee ook na lange afwezigheid zijn rentree maakte bij Oranje. Koopmeiners scoorde al snel (4-0). Ook PSV’er Noa Lang keerde als invaller weer terug als international.