N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Armoedebestrijding Ruim een derde van de bevolking van Caribisch Nederland leeft onder de armoedegrens. De commissie Todhé, die onderzoek deed in opdracht van het kabinet, adviseerde vrijdag om op de BES-eilanden snel een sociaal minimum in te voeren.
Pap en brood – dat is het ontbijt dat de veertig kinderen van de Governor de Graaffschool op Sint Eustatius iedere ochtend om half acht, voor de lessen beginnen, voorgeschoteld krijgen. De pap wordt betaald door het eilandbestuur, de belegde broodjes en appelsap worden door de school zelf verzorgd.
Ontbijten op school. In Nederland gebeurt dit ook vaker; het gebeurt op een op de zes basisscholen. Op Sint Eustatius krijgen alle 330 leerlingen op de vier basisscholen dit standaard. „Het gebeurt hier al jaren”, vertelt Jolly Ferwerda, directeur van de Governor de Graaffschool. „Voor veel gezinnen op het eiland is het sowieso moeilijk om rond te komen. En ik schat dat voor 20 procent van de eilandkinderen thuis goed ontbijten echt een probleem is. Daarover bestaat ook heel veel schaamte. Daarom ontbijten wij hier met alle kinderen, zodat niemand buiten de boot valt.”
Ferwerda herkent de sociale malaise soms ook aan hoe de leerlingen op school komen. „Soms kan een kind er wat smoezelig uitzien, alsof het niet goed is verzorgd. Hier dragen alle kinderen een uniform, juist om de verschillen gelijk te trekken. Die kosten 20 dollar per stuk. Veel kinderen hebben er drie of vier, maar je hebt er ook die maar één exemplaar hebben. Dat wordt dan iedere dag gewassen.”
Er zijn veel economische problemen op de drie BES-eilanden Bonaire, Sint Eustatius en Saba, die sinds 2010 de status van bijzondere Nederlandse gemeente hebben. Op Bonaire is er economische groei door de handel en het weer aantrekkende toerisme, maar op Saba en Sint Eustatius blijft het sinds de coronaperiode lastig. Op alle drie de eilanden is vooral de ongelijkheid sterk toegenomen. In Nederland verdient de rijkste 20 procent 4,4 zoveel als de armste 20 procent. Op Saba is dat 6,5 keer zoveel, op Bonaire en Sint Eustatius respectievelijk 9,3 en 10,3 keer.
Leven onbetaalbaar
Door de gevolgen van de pandemie en de oorlog in Oekraïne zijn de prijzen fors gestegen op de eilanden, waar vrijwel alles geïmporteerd moet worden. Dat geldt voor benzine, gas en licht, voedsel en internet, maar ook voor de huurprijzen, die worden opgedreven door de komst van expats uit Nederland en de VS.
Dat laatste gebeurt vooral op Bonaire, waar het levensonderhoud voor de onder- en middenklasse onbetaalbaar aan het worden is. Van de 24.000 inwoners leeft hier 40 procent van de bevolking onder de armoedegrens. In november vorig jaar luidde nationale ombudsman Reinier van Zutphen hierover al de noodklok.
„Ik denk dat het werkelijke armoedecijfer nog hoger ligt”, zegt Mimi Dongen, die op Bonaire lang in de jeugdzorg heeft gewerkt en nu coördinator is bij een hospice. „Tijdens Covid stortte het toerisme in en zag je dat de middenklasse een sterke terugval had. Mensen verkochten hun auto, konden hun hypotheek niet meer betalen, moesten gaan huren.”
En juist de huurprijzen zijn de laatste jaren opgedreven door Nederlanders die komen werken of studeren op Bonaire, vertelt ze. „Zij komen hier voor een halfjaar en bieden 1.500 dollar voor een appartement. Dat kunnen lokale mensen gewoonweg niet betalen.”
Op Bonaire leeft 40 procent van de bevolking onder de armoedegrens
Het toerisme trekt weer aan, maar Dongen ziet veel Bonairianen financieel worstelen. „Ze proberen wat extra te verdienen door pasteitjes of ijs te verkopen, of fruit en groente die ze verbouwen. Maar daar heb je weer water voor nodig, en alles is duur. De prijzen in de supermarkt zijn hier hoger dan in Nederland.”
Ze ziet steeds meer mensen vertrekken. „Vooral jonge Bonairianen die hebben gestudeerd, gaan weg, want in Nederland heb je betere voorzieningen. De armere groep heeft die kans niet. Die kunnen geen kant op. Daar zie je sociale problemen en huiselijk geweld toenemen.”
Tekort sociale huurwoningen
De kosten voor het levensonderhoud liggen op de BES-eilanden op hetzelfde niveau als in Nederland, maar de inkomens zijn er veel lager. Op Bonaire en Sint Eustatius bedraagt het mediane inkomen per huishouden ongeveer 24.000 dollar (22.750 euro), op Saba ligt dat iets hoger.
Voor veel huishoudens is dat veel te weinig om de vaste lasten te kunnen betalen, stelt Jacquil Pandt, directeur van de Statia Housing Foundation. De stichting beheert 108 sociale huurwoningen op Sint Eustatius, waarvan het merendeel eigendom is van het eilandbestuur. „Sinds 2006 zijn er hier geen nieuwe woningen meer gebouwd, terwijl we 130 families op de urgente wachtlijst hebben staan.”
Het eilandbestuur heeft plannen om vijftig nieuwe sociale woningen te bouwen, maar die zijn niet voor 2026 gereed. Veel inwoners zijn gedwongen dure particuliere woningen te huren, die ze vaak niet kunnen betalen. Hij noemt een voorbeeld van een alleenstaande moeder met drie kinderen die 800 dollar betaalde voor een éénkamerwoning. „Sinds kort woont ze in een sociale huurwoning voor 300 dollar, wat is gebaseerd op haar inkomen, met drie slaapkamers en een tuin. Maar zij is een uitzondering: er is geen doorstroming. Wij hebben huurders die al veertig jaar in hun woning zitten. Dit jaar zijn er een zestal woningen vrijgekomen.”
Door de structurele armoede klinkt al sinds 2010, toen de BES-eilanden bijzondere Nederlandse gemeentes werden, de roep om een sociaal minimum vast te stellen. Volgens Pandt verdienen veel gezinnen op Sint Eustatius „rond de 1400 dollar per maand”, terwijl het Nibud en Regioplan de afgelopen tien jaar al rapporteerden dat ze zeker het dubbele nodig hebben om rond te kunnen komen.
Niet alleen de inkomens op de BES-eilanden zijn laag, ook de sociale voorzieningen blijven ver achter op Nederland. Op de eilanden bestaat geen WW-uitkering, en zowel de AOW als het minimumloon zijn een stuk lager dan in Nederland. Er is dus al jaren sprake van een structurele achterstelling.
Thodé denkt dat een verbetering op korte termijn zeker mogelijk is, omdat het over totaal 25.000 mensen gaat. „De bevolking van deze drie eilanden heeft nog niet eens de omvang van een gemiddelde Nederlandse provinciestad, maar voor de mensen op de eilanden is het een heel groot probleem, dat snel moet worden opgelost.”
Minister Schouten, die het rapport in ontvangst nam, stelde dat er „veel werk moet worden verzet”. Tegelijk stelde ze dat, vanwege de demissionaire status van het kabinet, de kwestie van de BES-eilanden „een overdrachtsdossier is voor volgende kabinetten.”