N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
EU-beraad De Europese leiders proberen in Granada eensgezindheid uit te stralen over de hulp aan Oekraïne. Maar de mogelijke toetreding van het land tot de EU zorgt nu al voor kopzorgen.
Afkalvende steun voor Oekraïne? Júist níet! Het was soms met een overdadige nadruk, waarmee Europese leiders die indruk deze week probeerden weg te nemen
„Maximaal”, noemde premier Mark Rutte donderdag de Europese steun voor Oekraïne. Duitsland staat, aldus bondskanselier Olaf Scholz, „onveranderd” achter het land in oorlog en blijft het „fors” ondersteunen. De Franse president Emmanuel Macron sprak van „onfeilbare ondersteuning” voor „zolang het nodig is”.
Toch hing onzekerheid in de lucht, tijdens een bijeenkomst deze week in de Zuid-Spaanse stad Granada. Donderdag kwam daar de Europese Politieke Gemeenschap samen, een nieuwe vergadering van alle landen op het Europees continent. Vrijdag volgde een informele bijeenkomst van EU-regeringsleiders, traditioneel een moment om grote onderwerpen te bespreken zonder besluitvorming.
Bijvoorbeeld economische concurrentiekracht en migratie – waar dat laatste onderwerp wederom op zoveel weerstand van Polen en Hongarije stuitte dat een gezamenlijke verklaring niet kon worden opgesteld. Maar ook de vraag of de ondersteuning voor Oekraïne – financieel, militair én op de weg richting een EU-lidmaatschap – aanhoudt, was binnen en buiten de vergaderzaal onderwerp van gesprek.
In de eerste plaats vanwege de gebeurtenissen in de Verenigde Staten de afgelopen week, waar in het Huis van Afgevaardigden de Amerikaanse steun een Oekraïne onder zware druk is komen te staan. President Volodymyr Zelensky, donderdag aanwezig in Granada, waarschuwde voor de „politieke storm” in de VS en noemde die „gevaarlijk”, hoewel hij wel zijn volste vertrouwen uitsprak in de blijvende Amerikaanse steun.
Volgens Macron volgt Europa de gebeurtenissen in de VS met „waakzaamheid” en was het een extra aanleiding zelf „volledig toegewijd” te blijven. Maar EU-buitenlandchef Josep Borrell erkende in Granada dat de EU een eventueel gat in Amerikaanse steun nooit zou kunnen opvullen. „We kunnen zeker meer doen. Maar de VS zijn onvervangbaar.”
Barstjes in de steun
En niet alleen in Amerika verschijnen er voorzichtig barstjes in de steun voor Oekraïne. Afgelopen zaterdag won in Slowakije de pro-Russische Fico de verkiezingen, waardoor in de EU-lidstaat naar verwachting een regering aantreedt die veel kritischer is op het ondersteunen van Kyiv. Deze donderdag schortte de demissionaire regering in Bratislava de militaire steun aan Oekraïne al op, omdat die voor de nu onderhandelende partijen niet vanzelfsprekend is.
„Het belangrijkste is het behouden van Europese eenheid”, hield Zelensky zijn gehoor donderdag voor. Vanuit Granada bevestigde hij die ochtend het nieuws dat bij een Russische luchtaanval in de oostelijke Oekraïense regio Charkiv tenminste 51 doden waren gevallen. Het is een van de dodelijkste aanvallen sinds de Russische inval in Oekraïne vorig jaar februari.
Lees ook: Nieuwkomers zullen de Europese Unie opschudden
Vrijdag bespraken EU-leiders voor het eerst in jaren hoe een mogelijke uitbreiding van de EU eruit kan zien en vooral ook hoe de Unie daartoe eerst zelf zou moeten veranderen. Later dit jaar wordt een besluit verwacht over het starten van toetredingsgesprekken met Oekraïne en Moldavië, naast de gesprekken die al lopen met landen als Albanië en Montenegro.
Uitbreidingsgolf
Het zou kunnen leiden tot een uitbreidingsgolf vergelijkbaar met die uit 2004, toen een club van 10 landen waaronder Polen en Tsjechië toetrad. En waar het dossier in reactie op de oorlog in Oekraïne afgelopen jaar door de EU met een opvallende monterheid werd opgepakt, komen inmiddels ook de kopzorgen door. En zie je voorzichtig al de strijd losbarsten – hoewel de discussie in Granada pas een eerste verkennend gesprek was.
Vooral over de verdeling van het geld, die met name door de toetreding van het grote maar arme Oekraïne radicaal zou veranderen. Een interne raadsberekening waar de Financial Times deze week over berichtte, liet zien dat dat de verhouding tussen landen die betalen aan de EU en zij die ontvangen totaal op z’n kop zou zetten. En dat rijke landen als Nederland nog meer zouden moeten gaan betalen.
Onvrede daarover broeit al. De Hongaarse premier Viktor Orbán wees op de grote veranderingen in het verdelen van landbouwgelden, vooral voor „Franse boeren”. Scholz benadrukte dat het niet zo kan zijn dat „landen die netto-ontvangers zijn dat altijd blijven in de toekomst”. Rutte onderstreepte dat Nederland „uitermate zuinig” is en geen zin heeft meer te gaan bijdragen. Het betekent volgens hem dat de EU de manier van geld verdelen éérst grondig moet hervormen.
Maar hoe snel die hervorming moet gaan is ook omstreden. Raadsvoorzitter Charles Michel herhaalde de afgelopen tijd keer op keer dat de EU op 2030 moet koersen. Maar praktisch niemand is daarmee tevreden. „Het lijkt mij erg ver weg. Te ver weg”, zei de Estse premier Kaja Kalles vrijdag. „Het kan niet zijn dat landen alles hebben gedaan om aan onze voorwaarden te voldoen, en wij dan zeggen: wij zijn nog niet klaar.”
Onder meer Scholz vindt 2030 juist onrealistisch snel. Ook Rutte maakte tegen dat jaartal bezwaar en hekelde elke „datumfixatie”. De Nederlandse inzet voor de interne hervorming van de EU? „Vooral dat we daar de tijd voor nemen.”