N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
De Nobelprijs voor de Vrede gaat dit jaar naar de Iraanse burgerrechtenactivist Narges Mohammadi. Met de prijs wil het Nobelcomité „haar dappere strijd voor vrijheid en democratie in Iran eren”. Mohammadi zit momenteel in de gevangenis in de Iraanse hoofdstad Teheran.
Comitévoorzitter Berit Reiss-Andersen begon de uitreiking met de woorden „zan, zendegi, azadi” – vrouw, leven, vrijheid, de slagzin van de Iraanse protesten die een jaar geleden uitbraken na de dood van Mahsa Amini. Die drie woorden vatten volgens Reiss-Andersen ook „de toewijding en het werk van Narges Mohammadi” samen.
Volgens Reiss-Andersen zet de 51-jarige Mohammadi zich al sinds de jaren negentig in voor vrouwenrechten. „Het regime heeft haar al dertien keer gearresteerd, vijf keer veroordeeld en in totaal 31 jaar gevangenisstraf en 154 zweepslagen opgelegd.”
„Als de Iraanse autoriteiten de juiste beslissing nemen, laten ze Mohammadi vrij zodat ze aanwezig kan zijn om de eer te ontvangen”, zei Reiss-Andersen. Hoe het Nobelcomité dat wil bereiken, maakte ze niet duidelijk.
Lees ook Iraanse burgerrechtenactivist Narges Mohammadi gearresteerd
Het is de 104de keer dat de Nobelprijs voor de Vrede is uitgereikt. Vorig jaar kregen drie Oost-Europese voorvechters van mensenrechten de vredesprijs: de Wit-Russische mensenrechtenactivist Ales Bjaljatski, de Russische mensenrechtenorganisatie Memorial en de Oekraïense mensenrechtenorganisatie Center for Civil Liberties.
Van de vijf prijzen die jaarlijks worden uitgereikt aan de hand van de wensen van de Zweed Alfred Nobel, is de vredesprijs veruit het meest politiek geladen. Zelf was Nobel ook niet helemaal zonder controverse: hij was de uitvinder van dynamiet en had een deel van de rijkdom die hij naliet te danken aan de productie van munitie. Bij zijn dood bepaalde Nobel dat het geld jaarlijks moest gaan naar degenen die „de mensheid het grootste nut hebben verschaft”. De winnaar krijgt dit jaar 11 miljoen Zweedse kronen (947 duizend euro).
Lees ook Niet elke winnaar van de Nobelprijs blijkt een vredesengel