In dit boek is de gewone Europeaan aan het woord en de verhalen zijn weinig opwekkend

Recensie Boeken

Europa Journalist Ben Judah wil in zijn boek over Europa het continent in volle transformatie laten zien. Het levert een boeiend, vuistdik boek op. Helaas laat hij zijn hoofdpersonen te veel ongefilterd aan het woord, waardoor ze allemaal hetzelfde klinken.

In de Jardin de la Grande-Côte, een stadspark in de Franse stad Lyon, hebben migranten hun tentjes opgeslagen.
In de Jardin de la Grande-Côte, een stadspark in de Franse stad Lyon, hebben migranten hun tentjes opgeslagen. Foto Pavel Golovkin/AP

Een Roemeense vrachtwagenchauffeur die geen geld heeft voor bewaakte parkeerplaatsen, en wiens hele truck ’s nachts aan de kant van de weg wordt leeggeroofd door Noord-Afrikaanse bendes. Een scholiere in Letland die maar één mogelijkheid ziet om haar studie in Italië te betalen: naakt voor de webcam gaan zitten en hitsige mannen over de hele wereld ervoor laten betalen. Een Zweedse van in de zestig die zo eenzaam wordt in haar ouderwetse, afgelegen hotel, dat ze begint te daten op internet. Deze drie mensen en nog twintig anderen zijn de hoofdpersonen in het nieuwe boek van de Frans-Britse journalist en denktanker Ben Judah, This is Europe; the way we live now.

Het is een baksteen van een boek, met grote foto’s en ultrakorte zinnetjes. Judah, die momenteel verbonden is aan de Atlantic Council in Washington, wilde schrijven over het snel veranderende Europa, zónder de zoveelste intellectuele, politieke analyse te leveren met figuranten uit de Brusselse bubbel. Hij wilde gewone Europeanen aan het woord laten, onder wie nieuwe Europeanen. Het vermoeide ‘oude’ Europa waar de Amerikaanse oud-minister Rumsfeld het ooit over had, het aangeharkte Europa van de musea en de schilderachtige dorpjes, wilde Judah links laten liggen. Hij wilde het continent in volledige transformatie laten zien; door migratie, digitalisering en klimaatverandering gedwongen tot ingrijpende veranderingen. Daar is hij ruimschoots in geslaagd. Elk van de 23 hoofdstukken gaat over één persoon in één stad of dorp, in diverse hoeken van Europa. Er zitten migranten van buiten Europa bij, getraumatiseerd door hun overtocht, veroordeeld tot een leven aan de zelfkant: ze bezorgen pakjes voor Amazon, schieten pornofilms of worden uitgebuit in fabriekjes in Griekenland. Anderen zijn Europeanen op drift, zoals een vrouw uit Belarus die zo door de veiligheidspolitie werd getreiterd dat ze met haar kinderen naar Litouwen vluchtte, of de jonge Portugees die met zijn Slowaakse vrouw een verlaten boerderij en schapen koopt om vervolgens door droogte en bosbranden te worden geteisterd.

Lees ook: recensie over de EU en het Habsburgse rijk

Geen Frankrijk maar Europa

Judah wilde aanvankelijk een boek schrijven over Frankrijk, zoals hij eerder een boek schreef over het hedendaagse, multiculturele Londen (This is London, 2017). Maar na een paar maanden liep hij vast. Het inspireerde hem niet. De dingen die Frankrijk veranderen, zorgen in andere Europese landen evengoed voor verandering. Vandaar dat hij zijn net wijder uitgooide en bedacht dat hij liever een moderne variant van de Decamerone wilde maken – naar voorbeeld van Boccaccio’s veertiende-eeuwse klassieker waarin een aantal mannen en vrouwen uit de gegoede klasse, op de vlucht voor de Zwarte Dood in Florence, elkaar tien dagen lang verhalen vertellen (honderd in totaal) om de tijd te verdrijven.

This is Europe toont een Europa in flux, zoals veel lezers het amper kennen. Dat is goed en interessant. Helaas heeft Judah ervoor gekozen om zijn hoofdpersonen ongefilterd aan het woord te laten. Er is geen verteller, de narratieve afstand ontbreekt. Je leest hun relaas zoals het vermoedelijk is verteld: vol onvolledige emotionele zinnetjes, herhaling en met flarden van gesprekken, interne monologen en gedachtes. Het zijn verhalen in constante galop.

Neem bijvoorbeeld deze Iraans-Afghaanse vluchtelinge in Griekenland:

‘This number. This number.

On Whatsapp. It’s the coastguards. Drop them a pin. Now.

Hang up!

Pop. It takes a second. It’s blue. It’s dropped.’

Haar paniek is volkomen begrijpelijk, maar ook de redelijk bedaarde Zweedse hoteleigenaar en de Russische ingenieur die op een gasveld in het poolgebied gaat werken, praten op deze manier. Bijna iedereen in dit boek lijkt gedeprimeerd en in paniek. Overal loert gevaar. Elke dag heeft onverwachte wendingen. Veel van Judahs hoofdpersonen zijn angstig, gehaast, desperaat en gebutst. Dit reflecteert ongetwijfeld veler gemoedstoestand en de manier waarop hun levens verlopen. Maar als lezer krijg je niet de kans om op adem te komen, om te reflecteren. Het boek jakkert maar door. En de enigszins infantiele, staccato schrijfstijl – veel alinea’s bestaan uit één zin van amper vier, vijf woorden – gaat op den duur irriteren. Dat leidt af van het verhaal dat Judah eigenlijk wil vertellen. In plaats van inzicht te geven in het leven van allerlei mensen in een snel veranderend Europa, blijf je toch zitten met een serie haastige kiekjes. En omdat je inhoudelijk geen houvast hebt en geen duiding krijgt, vraag je je als lezer steeds meer af: waarom heeft hij juist deze mensen gekozen?

Ongeredigeerd drama

Dat is echt jammer. Want Judahs idee was uitstekend. Europa ís in flux. Klimaatverandering, migratie, de internationale drugshandel en het gebruik van kunstmatige intelligentie stellen het ‘oude’ Europa van Rumsfeld, het stagnerende maar welvarende Europa van de ansichtkaarten, flink op de proef. De Europese Unie, die vroeger vooral een open markt was met heldere regels en principes, gaat nu over defensie, gezondheid en grensbewaking. Alles staat nu in het teken van veiligheid. Daardoor moeten die marktregels en -principes drastisch worden herzien. Dit veranderende beleid moet vanuit EU-hoofdsteden en Brussel worden beschreven. Maar voor de burger gaat het pas echt leven als een vrachtwagenchauffeur uit Oost-Europa of een Oekraïense die kookt voor soldaten aan het front in hun eigen woorden vertellen wat dat voor hen betekent. Ook het hoofdstuk over Jelle, die op zee bij Rotterdam aan boord gaat van supertankers om ze naar Europoort te navigeren, is goed gekozen. Het is gevaarlijk, onregelmatig en vaak ondankbaar werk, zeker als hij in een storm met een touwladder aan boord moet van een Chinees schip waar niemand zelfs maar boe of ba tegen hem zegt. Waarvoor, vraagt hij zich af? ‘Ik zit op dit enorme cargoschip met 10.000 containers. En dan denk ik plotseling… Wat zit hier voor rotzooi in? Speelgoed. TV’s. Stoelen. Tafels. Fietsen. Shampoo. Alleen maar rotzooi. Plastic Amerikaanse of Chinese rotzooi.’

Dilemma’s als dit zijn de pareltjes van het boek. En er zijn er meerdere. Helaas worden ze amper uitgediept en sneeuwen ze onder in een lawine van ongeredigeerd drama. De Decamerone was een zeer geconstrueerd boek, met elke dag afgebakende thema’s en alom aanwezige vertellers die hun verhalen, in gewone-mensentaal verteld (bijzonder en controversieel in die tijd), strak in de hand hadden. Waar nodig becommentarieerden ze die. This is Europe heeft dat allemaal niet. Dat doet afbreuk aan de vele mooie, aangrijpende en interessante stukken die het bevat.

Lees ook: reportage over Afghaanse vluchteling