Christiaan Berendsen maakte van het FD een kwaliteitskrant voor iedereen met interesse in de economie

Necrologie

Christiaan Berendsen (1932-2023), hoofdredacteur Christiaan Berendsen maakte in zijn tijd als hoofdredacteur een kwaliteitskrant van Het Financieele Dagblad. Hoewel hij 27 jaar geleden met pensioen ging, is zijn invloed op de krant nog steeds merkbaar. Berendsen overleed vorige week.

Berendsen in 1995.
Berendsen in 1995. Foto Maurice Boyer

„De patriarch van de krant”, dat was Christiaan Berendsen volgens Cees van Lotringen, die als beginnend journalist bij Het Financieele Dagblad (FD) door Berendsen werd aangenomen. „Berendsen was geen makkelijk benaderbare man”, vertelt Van Lotringen. „Jonge journalisten spraken hem aan bij zijn achternaam – hij was erg formeel – en met knikkende knieën liep je zijn kantoor binnen. Hij kon je terechtwijzen, vertellen dat je het bij het verkeerde eind had, dat je het allemaal anders moest aanpakken. Maar tegelijkertijd nam hij wel echt de tijd voor je. Hij was beschermend, integer, en coachte je om het beste uit jezelf te halen.”

Het was 1958 toen de 26-jarige Christiaan Berendsen op sollicitatiegesprek kwam bij het FD: „Ik wilde weten hoe de wereld in elkaar zit”, vertelde hij bij zijn pensionering in een interview met NRC. De mogelijkheid om dat bij het FD te ontdekken, kreeg hij. Berendsen, opgeleid als chemisch analist, ging aan de slag als journalist. In 1969 werd hij adjunct-hoofdredacteur en van 1977 tot en met 1995 was hij hoofdredacteur. Een jaar later ging hij met pensioen. Berendsen overleed dinsdag 26 september op 91-jarige leeftijd.


Lees ook het interview met Christiaan Berendsen: ‘Bij fusies zijn machtsmotieven vaak de voornaamste drijfveer’

Nieuwe koers

De koers van het FD veranderde flink onder het bewind van Berendsen. Bij zijn aantreden was het dagblad nog een simpel beurskrantje. Berendsen nam afscheid van de overgetikte persberichten en maakte plaats voor meer inhoudelijke, verdiepende stukken. Ook de beurskoersen verdwenen van de voorpagina, er kwam meer ruimte voor human interest- en kunstartikelen en de rubriek In Brief (In het kort) werd gestart, waar het laatste nieuws werd samengevat in het Engels.

‘Winstminimalisatie’ was een bekend begrip onder redacteuren in het Berendsen-tijdperk. Winst moest volgens hem worden geïnvesteerd in de kwaliteit van de redactie, want zij zijn het kloppende hart van een krant, vond hij. Met name jong talent bood hij ruim baan. „Het ging hem niet om journalistieke ervaring maar om nieuwsgierigheid, autonomie en integriteit”, zegt Van Lotringen. Ook oud-medewerker Geert van Asbeck werd om die reden aangenomen: „Ik had nog nooit in de journalistiek gewerkt, had niet eens een journalistieke opleiding gehad, en toch gaf Berendsen me de kans om bij het FD te komen werken.”

Al die grote investeringen zouden zich later wel uitbetalen, dacht Berendsen. En gelijk kreeg hij. Onder zijn hoofdredacteurschap werd het FD een kwaliteitskrant voor iedereen met interesse in het bedrijfsleven en de economie. De oplage verdubbelde: van ruim 20 duizend tot 42 duizend, meldde het FD bij Berendsens afscheid als hoofdredacteur.

Onafhankelijkheidsideaal

Berendsen streed voor het behouden van de onafhankelijkheid en zelfstandigheid van de krant. Meermaals voorkwam hij samen met het personeel dat het FD zou worden overgenomen, schrijft oud-hoofdredacteur Ulko Jonker over zijn voorganger in het FD. Directeur Henny ten Brink werd bijvoorbeeld toegang tot de redactie ontzegd toen hij ervan werd verdacht het FD te willen verkopen aan Elsevier.

Een fusie of overname zou uiterst onwenselijk zijn voor de toekomst van de krant, vond Berendsen. Bij zijn pensionering in 1995 zei hij tegen NRC: „Waarom zou een uitgever het FD willen overnemen? Niet per se om de krant beter te maken maar omdat degenen die macht hebben via die fusies kans zien hun macht te vergroten.”

De macht hoort bij het personeel te liggen, niet bij de eigenaar of directie, was zijn overtuiging. Onder zijn hoofdredacteurschap werd in 1983 daarom de bedrijfsstructuur van het FD aangepast. Met name de macht van eigenaar Hendrik Sijthoff werd ingeperkt, waardoor de redactie meer inspraak kreeg. Beslissingen over de toekomst van de krant werden vanaf dat moment samen met het personeel genomen. En hoewel Berendsen vond dat die constructie „helemaal niet zo gek was”, zoals hij in het interview met NRC zei, zorgde het ook voor veel conflicten tussen directie, aandeelhouders, eigenaren en de redactie. Met een groot verloop onder directeuren en commissarissen tot gevolg.

Nalatenschap

De drang naar onafhankelijkheid van Berendsen is nog steeds zichtbaar in de manier waarop het FD ook nu nog zijn zelfstandigheid behoudt. Als relatief klein concern houdt FD Mediagroep (waaronder ook radiozender BNR en weekendblad FD Persoonlijk vallen) zich goed staande tussen de dagbladreuzen DPG Media (onder andere het Algemeen Dagblad en de Volkskrant) en Mediahuis (onder meer NRC en De Telegraaf). En het bedrijf groeit nog steeds, blijkt uit de jaarverslagen. In 2018 had het FD nog zo’n 100 duizend betalende abonnees, in 2022 ruim een kwart meer, bijna 126 duizend.

En ook in de herinneringen van oud-medewerkers laat Berendsen sporen na. Van Lotringen deelde zijn herinneringen aan Berendsen op LinkedIn, waarop verschillende FD-collega’s reageerden met anekdotes over de eigenzinnige hoofdredacteur. Eén van hen werd als stagiair ooit bij Berendsen op het matje geroepen. Aanleiding bleek de declaratie van zijn treinkaartje. „Een redacteur van Het Financieele Dagblad reist nooit tweede klas”, drukte hij de jonge redacteur op het hart.