N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Reportage
Buurtpreventie Om overlast van asielzoekers tegen te gaan, lopen in Maarheze en Budel burgerwachten rond. Ze treden op bij vermoedens van winkeldiefstal en tegen rondhangende jongemannen. „Hallo. No drinking here. Only for the kids.”
Hij klikt het snoertje van zijn headset in de portofoon, doet het oortje in, en hangt de porto aan zijn broek. Zo kan Harm van Leuken (33) op afstand communiceren met de andere burgerwachten van deze avond: Freek Hamstra (51) en Ronald Vermeulen (52). Het regent. Ze staan nu nog met z’n drieën voor de Jumbo in het Brabantse Maarheze (gemeente Cranendonck), maar ze gaan zo op pad. Over zijn donkere wollen trui heeft Van Leuken net een zwart veiligheidshesje aangetrokken, met „Buurtpreventie Maarheeze” erop.
Op je vrijdagavond in de regen de wacht houden in je dorp; Van Leuken doet het met liefde. Hij vindt het fijn om de boel in goede banen te leiden, de mensen die van het rechte pad afwijken terecht te wijzen (of te rapporteren bij de politie). Hij wil Cranendonck „veilig en leefbaar” houden. Veiligheid is sowieso een thema dat zijn interesse heeft. Hij is ook 112-fotograaf en verkeersregelaar. Heerlijk, dat gevoel dat hij krijgt als hij mensen de weg wijst en ze steken vanuit de auto hun duim naar hem op.
Van Leuken beheert al een jaar of acht de WhatsAppgroep en Facebookpagina van Buurtpreventie Cranendonck. Dat is een initiatief – zoals dat in veel buurten bestaat – waarbij inwoners informatie uitwisselen via de genoemde platforms om (voornamelijk) woninginbraken tegen te gaan.
De mannen hebben ook nog een privéleven, ’s nachts houden ze niet de wacht
Vanwege de toegenomen overlast van een groep bewoners van het asielzoekerscentrum (met 1.500 bedden) in de gemeente is sinds juli de buurtpreventie ook fysiek aanwezig, in de vorm van een burgerwacht. Die wordt gevormd door Van Leuken, Hamstra, Vermeulen en vijf andere vrijwilligers. Ze lopen rondes in zowel Maarheeze als Budel, waar het azc is gevestigd.
De mannen haasten zich om duidelijk te maken dat ze er niet alleen zijn om overlast van asielzoekers tegen te gaan, maar óók om ze te helpen, zodat het allemaal wat beter doorstroomt hier bij de Jumbo, bij de Lidl, bij de pinautomaat. „Veel asielzoekers die net in Nederland zijn, weten niet hoe ze moeten pinnen”, zegt Hamstra, die een zwarte jas draagt met het logo van de burgerwacht: een oog en een vuist, die een boks moet voorstellen. „Dan leg ik ze uit hoe of wat. Of ik help ze met het inleveren van hun statiegeldflessen.”
De overlast in Cranendonck wordt volgens het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) voornamelijk veroorzaakt door azc-bewoners uit landen die als ‘veilig’ worden bestempeld. Zij komen daarom vaak niet in aanmerking voor een verblijfsvergunning. Deze ‘veiligelanders’ zitten vooral in het azc in Budel en dat in Ter Apel: de twee ‘ontvangstlocaties’ voor asielzoekers in Nederland. De meerderheid van de gemeenteraad van Cranendonck wil af van de ontvangstfunctie van azc Budel.
Incidentenlijst
De overlast van de groep in Cranendonck neemt allerlei vormen aan: steekpartijen, winkeldiefstallen, intimidatie. Al lijken de meest ernstige incidenten vooral binnen de poorten van het azc te hebben plaatsgevonden. In 2022 stelde de burgemeester van Cranendonck, Roland van Kessel, een noodverordening van een paar weken in rondom het azc, na vier steekpartijen in het centrum. Eind 2022 werd een inwoner van Budel buiten de poorten van het azc aangevallen met een mes, door een man die zijn fiets probeerde te stelen. De fietseigenaar raakte lichtgewond. Een azc-bewoner is hiervoor aangehouden en later veroordeeld.
Volgens cijfers van het COA is het aantal incidenten in het azc in Budel in twee jaar tijd verdubbeld. Vorig jaar waren het er ruim 1.200. De meeste zijn overtredingen van huisregels. Hoe vaak asielzoekers betrokken zijn bij incidenten buiten de poorten van het azc houden het COA en de politie niet bij.
De burgerwacht zegt tot nu toe vooral te maken te hebben gehad met winkel- en fietsendiefstallen, intimidatie van vrouwen, wildplassen en openbare dronkenschap. Dat blijkt ook uit de ‘incidentenlijst’ die de burgerwacht bijhoudt.
Op een gegeven moment moet je als burgers zeggen: ‘Tot hier en niet verder’
Harm van Leuken burgerwacht
De overlast is niet nieuw. „Maar we merkten dat politie en handhaving ook maar een beperkte capaciteit hebben, dus op een gegeven moment moet je dan als burgers zeggen: ‘Tot hier en niet verder’”, zegt Van Leuken.
De gemeente laat weten achter het initiatief te staan. „Zolang onze inwoners zich tenminste houden aan alle regels die in ons land gelden en goed samenwerken met de politie”, schrijft een woordvoerder. Zo staat de politie Oost-Brabant er ook tegenover.
Alle burgerwachters hebben een contract ondertekend, waarin staat wat ze wel en niet mogen volgens de wet. Zo mogen ze iemand aanhouden als ze die op heterdaad betrappen, maar ze mogen daarbij niet méér geweld dan nodig gebruiken. Net als iedere burger.
Burgerwachters in Ter Apel zochten laatst de grenzen van de wet op toen ze twee inbrekers op heterdaad hadden betrapt. Ze bonden de handen van de inbrekers met een touwtje op hun rug, in afwachting van de politie. De burgerwachters hebben daarvoor een waarschuwing van het Openbaar Ministerie en politie gekregen.
‘Slechte azc’er’
Van Leuken, Hamstra en Vermeulen lopen een rondje door het dorp, langs de bakker, de slager, cafetaria’s, door een parkje. Het is rustig op straat, mogelijk vanwege het slechte weer. Hamstra vertelt dat hij als burgerwacht óók niet-azc-bewoners aanspreekt op hun gedrag. „Laatst zag ik in Budel dat een Nederlands meisje van veertien een groep azc-bewoners een fles Hugo [wijncocktail] voor haar liet halen. Ik heb haar erop aangesproken en toen heeft ze de fles teruggebracht.”
Terug op hun standplaats bij de Jumbo komt een vrouw op ze aflopen. „Vanochtend om half zes stap ik in m’n auto en een azc-bewoner begint op m’n auto te rammelen en begint te lachen en doen. Nou, ik zat stijf in m’n auto. Zijn jullie er ’s nachts ook?” De mannen maken duidelijk dat ze ook een privéleven hebben en voegen de vrouw toe aan de appgroep waarin inwoners overlast kunnen melden.
Hamstra scrolt door het berichtenverkeer. Er staat een bericht in van de beheerder: „Volgende keer a.u.b. beter checken, en niet zomaar iedereen die getint is of iets dergelijks aanzien als een slechte azc’er. Bedankt, einde bericht.” Het bericht eindigt met een emoji van een opgestoken duim.
Hoe weet de burgerwacht eigenlijk wie een azc-bewoner is en wie niet? Ja, dat is lastig, zeggen de mannen. Sommigen dragen een pasje van het COA om de nek. Als iemand helemaal geen Nederlands spreekt, is de kans ook vrij groot. „Maar in principe maakt het niet uit of we iemand als azc’er herkennen of niet”, zegt Van Leuken. Het gaat erom wat iemand doet, bedoelt hij, en niet wie iemand is.
Het is inmiddels donker en het begint steeds harder te regenen. Alsof de wolken hun best doen om de spanningen in het dorp van de afgelopen tijd weg te spoelen. De mannen nemen afscheid van elkaar. Het was een rustige avond.
Een tube tandpasta
Maar dat weekend waren de spanningen weer terug. „Het is dit weekend een beetje uit de hand gelopen bij de Lidl”, zegt Hamstra de maandagmiddag daarop in Maarheeze. Hij staat buiten te posten met Vermeulen, tegenover de pinautomaat in het centrum. Het is zonnig. „Er was een aantal winkeldiefstallen achter elkaar en één vermeende dief is helemaal geflipt toen hij werd aangehouden.”
„Moeten we komen?”, vraagt Hamstra in zijn portofoon. „Ronald komt eraan.”
Vermeulen loopt de Jumbo binnen. Daar staat Karin Rood (42) in haar burgerwachttenue. Ze vertelt dat ze een klant in de winkel de verpakking van een tube tandpasta zag openmaken, maar ze kon niet goed zien wat hij daarna deed. „Freek, kan jij ook even komen?” vraagt Vermeulen in zijn portofoon.
Daar is Hamstra. „Kijk,” zegt hij tegen Rood, „het is aan de caissière of ze wil controleren of niet.” Hij loopt naar de kassa waar de bewuste klant zijn boodschappen aan het afrekenen is en spreekt de caissière aan. De jongen moet laten zien wat hij in het grijze heuptasje om zijn nek heeft zitten. Duidelijk geïrriteerd haalt hij de spulletjes één voor één uit zijn tas. Telefoon, portemonnee, pakje sigaretten. Geen gestolen Jumbo-waar. Hij kan doorlopen.
Rood en Vermeulen lopen naar het parkje tegenover de basisschool. Bij het hek voor de school staat het vol met ouders die op hun kinderen wachten. Op het bankje zitten twee jongens met bier. Vermeulen beent naar ze toe. „Hallo. No drinking here. Only for the kids.” Tussen de jongens in ligt een pakje sigaretten en een bakje druiven. Ze begrijpen Vermeulen – „Okay, okay.” – en staan op.
Rood en Vermeulen lopen weer terug het centrum in. Daar zitten nu tientallen mannen in groepjes op muurtjes – of ze staan – bier te drinken en te roken. Er klinken allerlei talen door elkaar heen. Kinderen van de basisschool fietsen en steppen vrolijk kletsend langs.
Vermeulen en Rood voegen zich weer bij Van Leuken en Hamstra, tegenover de pinautomaat. Dat er een groep mannen bij de pinautomaat blijft hangen, bevalt hen niet, maar ze kunnen er niets van zeggen. Hamstra loopt wel naar een andere groep die bijna tegen een geparkeerde auto aan staat. Hij vraagt vriendelijk of ze meer afstand willen houden van de auto. „Okay, yes, yes”, klinkt het.
Van Leuken en Hamstra hebben laatst twee jongens twintig minuten lang vast moeten houden in afwachting van de politie. De jongens waren aan het vechten met elkaar en rolden over de geparkeerde auto’s. Maar de meeste dagen van de burgerwacht zijn dagen zoals deze maandag. Af en toe iemand terechtwijzen, beetje helpen, de ogen en de oren van de buurt zijn.
Het is voorlopig de laatste dag dat Hamstra zijn burgerwachttenue aan heeft, want hij wordt geopereerd. Daarna moet–ie even plat. Maar hij heeft zich voorgenomen dat hij vanuit bed de incidentenlijst zal blijven bijhouden.