De ijsplaat op deze foto zo’n 100 meter dik. Het is een in zee uitlopende tong van de Austfonna-ijskap, de op twee na grootste gletsjer in Europa. Die bedekt een groot deel van het eiland Nord-auslandet, onderdeel van Spitsbergen. Fotograaf Thomas Vijayan had de Austfonna-ijskap en zijn uitlopers al eens eerder bezocht, maar keerde juni 2022 terug. Met bijgaand beeld, dat is opgebouwd uit 36 foto’s, won hij de online fotowedstrijdNature TTL Photographer of the Year 2023. In een toelichting schrijft Vijayan dat hij ontmoedigd raakte bij het weerzien met de gletsjer. Hij zag grote watervallen van smeltend ijs. „Het smelten gaat met een alarmerende snelheid”.
Momentopname
„Het is een erg mooie foto”, reageert Jon Ove Hagen, emeritus hoogleraar Fysische geografie en hydrologie aan de Universiteit Oslo, die jarenlang onderzoek heeft gedaan aan de gletsjers op Spitsbergen. Hij was niet betrokken bij de fotowedstrijd. „Maar het is wel een momentopname”, schrijft hij in een e-mail. Dat de gletsjer aan het oppervlak smelt, en dat er water afloopt, is niet raar. Dat gebeurt elke zomer. „Aan dit beeld is niet af te lezen dat het smelten recent is versneld.” Dat is wel gebeurd. „Omdat de zomers warmer worden, en omdat het smeltseizoen langer duurt.”
Daarbij hebben de gletsjers op Spitsbergen een typische vorm, zegt Michiel van den Broeke, hoogleraar Polaire meteorologie aan de Universiteit Utrecht. Aan de bovenkant zijn ze vrij vlak. „Het zijn een soort tafels.” En door de opwarming van de aarde – die in het Arctisch gebied 2 tot 3 keer zo snel gaat als het wereldgemiddelde – is de zogeheten firnlijn hoger komen te liggen. De firnlijn markeert de grens tussen het hoger gelegen gebied waar de in de winter gevallen sneeuw niet helemaal wegsmelt en nieuw ijs kan vormen, en het lager gelegen gebied waar die sneeuw wel smelt. Een deklaag met sneeuw absorbeert bovendien smeltwater.
De combinatie van een omhoog getrokken firnlijn, en de relatief vlakke gletsjers op Spitsbergen, maakt dat grote stukken van die gletsjers ’s zomers opeens bloot kunnen komen te staan aan smelt. Sinds midden jaren tachtig verliezen ze daardoor versneld aan massa, zo beschreef Van den Broeke, met collega’s, drie jaar geleden in Nature Communication. Met uitzondering van de periode 2005-2012. „Dat waren jaren met relatief minder warme zomers.”
Bij ons thuis zijn we bezig met plannen maken voor de zomervakantie. Niet al onze ideeën worden door de kinderen met evenveel enthousiasme begroet. Toch hebben mijn vrouw en ik in de inleidende onderhandelingen de vierdaagse huttentocht in de Dolomieten uit het vuur gesleept. We wachten nu op tegenvoorstellen van onze kinderen. Het laatste dat ik van ze hoorde is dat ze graag een paar dagen naar Slovenië willen. Je kunt er raften. En de wijn schijnt er lekker te zijn. Voor ons dan, niet voor de kinderen.
Gelukkig kúnnen we ons druk maken over de vakantie. Ons inkomen is stabiel, we zijn gezond, en we ruziën elkaar niet de tent uit. Als je ruzie maakt ben je alleen met het heden bezig. Voor later is geen tijd. Kijk maar naar Den Haag. Daar komt de toekomst piepend tot stilstand. Ook de wispelturigheid uit Amerika die het nieuws in zijn greep heeft doet de blik op de lange termijn vervagen. Alle energie gaat slechts naar bepaling van positie. Voor koers en bestemming is de ruimte niet.
Iemand die dus aandacht vraagt voor het klimaat en, ik noem maar wat, de leefbaarheid van onze planeet, heeft het nu niet makkelijk. Dat is nou typisch een onderwerp waar je pas aan toe komt als je een beetje met elkaar door één deur kunt. Pas later, als handelsoorlogen beslecht zijn en ons kabinet stabiel, zal de blik op de toekomst zich onttrekken aan de nevel van het heden.
Gelukkig blijft het in de wetenschap wél draaien om de lange termijn. Als ministers en bestuurders haar niet dwingen om zich met urgente actualiteit te bemoeien (ontslag bijvoorbeeld, of bezuinigingen), verliest een wetenschapper zich het liefst in vergezichten van hoe het ooit kan worden. Zij rekent stug door aan scenario’s voor duurzame economieën, circulaire grondstoffen, fossielvrije energie.
Een optimale oplossing
Goede plannen voor de toekomst van de aarde zijn zo eenvoudig nog niet. De oplossingsruimte voor de huidige klimaat- en biodiversiteitscrisis wordt opgespannen door de dimensies van geld, ruimte, grondstoffen en draagvlak. Daarbinnen ligt ergens een optimale oplossing. Sommige plannen zijn goedkoop maar missen draagvlak. Andere kosten weinig geld maar veel ruimte. Met sommige ideeën ga je één stap vooruit maar twee stappen terug.
Recent las ik een belangrijk Duits onderzoek naar de effecten van zo’n maatregel: bioenergy with carbon capture and storage. Als het aan beleidsmakers ligt, wordt BECCS een van de belangrijke pijlers onder het klimaatbeleid van de toekomst. In het kort: je verbouwt snelgroeiende gewassen die CO2 uit de atmosfeer halen. Die verbrand je om er energie uit te halen. En de CO2 die bij de verbranding vrijkomt vang je af en stop je in een diepe zoutmijn of leeg gasveld. Dat is precies het omgekeerde van fossiele brandstoffen verbruiken, en tóch levert het je energie op. Die energie komt van de zon, die via fotosynthese CO2 omzet in brandstof.
Dat klinkt fantastisch, en het is ook niet heel duur. Daarom maken veel overheden plannen voor BECCS. Maar BECCS blijkt in het Duitse onderzoek een goed voorbeeld van hoe je de opwarming kunt stoppen zonder de planeet te redden. Er is namelijk veel meer dan geld en CO2. De Duitse onderzoekers bepalen de gezondheid van de planeet aan de hand van negen indicatoren. Bijvoorbeeld stikstofdepositie, schoon drinkwater, functioneren van ecosystemen en bodemkwaliteit. Wereldwijd gemiddeld staan op dit moment zes van deze negen indicatoren op rood. De Duitsers keken eerst naar de maximaal mogelijke bijdrage van BECCS, als je overal ter wereld biomassaplantages maakt waar het maar past. Daarmee kun je pak ’m beet 40 gigaton CO2 per jaar afvangen. Dat is ongeveer net zo veel als er nu door menselijke activiteit aan de atmosfeer toegevoegd wordt. Maak je dus van de hele wereld een biomassaplantage, dan hebben we geen verder CO2-beleid meer nodig.
Druk op het watersysteem
Maar als je aanneemt dat biomassaplantages niet kunnen op plekken waar nu de planetaire indicatoren al op rood staan, dan blijft er bijna geen enkele plek over waar je ze kunt aanleggen zonder bijvoorbeeld de druk op het watersysteem te verergeren, of de biodiversiteit te schaden. Het potentieel van BECCS is in de praktijk vrijwel nul als je de planeet niet op een ander vlak meer schade wilt toebrengen. BECCS kán de CO2-uitstoot beperken, maar wel met nevenschade aan ecosystemen en drinkwater tot gevolg.
De énige manier om ruimte voor BECCS te creëren, is door de mondiale veestapel flink in te krimpen. Daarmee komt ruimte vrij voor biomassaplantages, waar nu veevoer wordt verbouwd. Het slagen van dat plan wordt bepaald door de dimensie draagkracht. Rijke landen moeten dan overwegend plantaardig gaan eten. Dát is een bevinding waar de opvolgers van de ministers Hermans en Wiersma maar eens een plan voor moeten maken. Als de lange termijn weer een kans krijgt. Wie weet al na mijn zomervakantie naar de Dolomieten.
Peter Kuipers Munneke is glacioloog bij de Universiteit Utrecht en weerman bij de NOS
Economen noemen Trumps beleid waanzin. Maar moet je de handelsoorlog wel door een economische bril bekijken? Of is dat op dit moment de verkeerde analyse?
In deze aflevering bespreken Maarten en Marike de heftigheid van de aangekondigde handelstarieven, de reacties op de beurzen en wat er (niet) klopt aan Trumps bizarre formule. Maar daarna kijken ze verder. Zijn we hier getuige van de opkomst van wat steeds vaker de ‘geo-economie’ wordt genoemd? Zullen staten de macht die ze verloren met globalisering, weer terug proberen te pakken? En betekent deze handelsoorlog de terugkeer naar een multipolaire wereldorde, met China en de Verenigde Staten als grote machthebbers? Of liggen er ook kansen voor Europa?
Deze hele week is de coalitie in Den Haag aan het onderhandelen over de voorjaarsnota: de opfrisbeurt van de jaarbegroting. Het kabinet beloofde dat die morgen af zou zijn. Maar redacteur Marko de Haan ziet dat het dit jaar compleet anders loopt. Waarom verlopen de onderhandelingen zo moeizaam?