N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Europees kampioenschap De enige concurrent, Turkije, heeft zich woensdag teruggetrokken als kandidaat en richt zich nu op het EK 2032. In Wales, Noord-Ierland en Ierland vond nog nooit eerder het Europees voetbaltoernooi plaats.
Italië won het afgelopen EK in 2021. Foto David Klein/PA Images
Het EK voetbal 2028 gaat hoogstwaarschijnlijk plaatsvinden in het Verenigd Koninkrijk en Ierland. De enige concurrent, Turkije, heeft zich woensdag teruggetrokken als kandidaat voor de organisatie van dat toernooi, meldt de Europese voetbalbond UEFA. Het land gaat zich richten op het binnenhalen van het EK voetbal 2032, samen met Italië. De UEFA moet het gezamenlijke bid van zowel het Verenigd Koninkrijk en Ierland als dat van Turkije en Italië nog wel officieel goedkeuren. Dat gebeurt naar verwachting op 10 oktober.
Het WK voetbal vond in 1966 al plaats in Engeland. In 1996 organiseerden Engeland en Schotland het EK samen en in 2021 was het Londense Wembley één van de elf voetbalstadions waarin het EK werd gespeeld. Dat toernooi vond plaats in stadions verspreid over elf Europese landen. Niet eerder vond het Europese voetbaltoernooi plaats in Wales, Noord-Ierland en Ierland.
De 24 deelnemende landen zullen hun wedstrijden in 2028 spelen in Londen (opnieuw in Wembley, maar ook in het stadion van Tottenham Hotspur), Manchester (stadion van Manchester City), Liverpool (stadion van Everton), Newcastle, Birmingham, Belfast, Cardiff, Glasgow (stadion nationale elftal) en Dublin. Het EK van 2024 vindt plaats in Duitsland, waar het toernooi in 1988 voor het laatst werd gespeeld (in het voormalige West-Duitsland).
Correctie (4 oktober 2023): in een eerdere versie van dit artikel stond dat het EK 1966 in Engeland plaatsvond. Dat klopt niet en is hierboven aangepast.
Zorgvuldig spoelt Maryam (82) haar zilveren theepotje om. Ze komt uit Marokko, woont al vijftien jaar in Nederland en daarvan pas een week in de opvang voor mensen zonder papieren. De afgelopen jaren werkte ze bij een oudere vrouw in huis, als huishoudhulp en verzorgster. Toen Maryam daarvoor vanuit Marokko naar Nederland verhuisde, heeft ze nooit stilgestaan bij ‘papieren’. Recent overleed de vrouw. Maryam kwam op straat te staan.
De Tussenvoorziening in Utrecht biedt mensen zonder papieren, zoals Maryam, onderdak en helpt hen met de zorg die ze nodig hebben. Maryam – roze slippers, bloemetjesjurk – wijst naar haar rechterborst. Kanker. De borst is geamputeerd, ze krijgt nog bestraling en medicijnen. Wat als dat niet meer zou kunnen? Ze trekt een wenkbrauw op. „Dan zou ik het niet redden.”
Begin deze maand stemde een nipte meerderheid in de Tweede Kamer voor een PVV-voorstel om illegaal verblijf strafbaar te stellen, evenals ‘hulp’ daarbij. Als het voorstel inderdaad wordt doorgevoerd – de Eerste Kamer stemt er nog over – betekent dit dat de opvang en zorg voor Maryam niet meer zeker zijn. Want, zegt coördinator van de opvanglocatie Luuk Haagen, „daarmee verliest onze opvang haar bestaansrecht. We kunnen geen werk verrichten dat in de basis illegaal is.”
Een bewoner in de gedeelde woonkamer van de Tussenvoorziening in Utrecht. Foto Bram Petraeus
In de Tweede Kamer bestaat eigenlijk geen meerderheid voor het criminaliseren van mensen zonder papieren. Toch kon het amendement, dat onderdeel is geworden van de ‘asielnoodmaatregelenwet’, met 72 stemmen worden aangenomen vanwege blunders rond het ‘pairing’-systeem. Het was afwezige parlementariërs die tégen het PVV-voorstel waren niet gelukt hun stem weg te strepen tegen die van een voorstander.
Zeker zestig maatschappelijke organisaties, van Vluchtelingenwerk tot het Leger des Heils, spraken zich uit tegen het criminaliseren van (hulp aan) mensen zonder verblijfspapieren. De politie vreest voor stigmatisering van mensen zonder papieren, maatschappelijke onrust bij daadwerkelijke invoering van het amendement en de criminalisering van eigen agenten die hulp geven aan mensen uit deze groep. Gemeenteambtenaren worden volgens de VNG in een onmogelijke positie gebracht omdat de overheid enerzijds verplicht is basishulp te verlenen aan ongedocumenteerde mensen, en deze hulp anderzijds gecriminaliseerd dreigt te worden.
Coalitiepartij NSC en oppositiepartij SGP drongen bij demissionair minister David van Weel (Justitie/Asiel, VVD) aan op toezeggingen over het ontzien van hulpverleners. Die kon hij niet geven. Het Openbaar Ministerie is immers handhaver van het strafrecht. „De wet is de wet”, zei Van Weel. Maar hij kon zich naar eigen zeggen niet voorstellen dat het vervolgen van vrijwilligers bij de kerk of het Leger des Heils „snel aan de orde is”. Ook het vervolgen van hulpverleners zou volgens hem „geen prioriteit” hebben.
Een Joodse huisarts die nog tijdens WOII heeft gewerkt, heeft mij geleerd: wees beducht op een overheid die het verbiedt voor mensen te zorgen
‘Paternalistisch gesus’
„Paternalistisch gesus”, noemt straatarts Marcel Slockers die uitspraak. „Daar hebben wij als artsen helemaal niets aan.” In de jaren tachtig werkte Slockers samen met een inmiddels overleden Joodse huisarts die nog tijdens de Tweede Wereldoorlog had gewerkt. „Hij heeft mij altijd geleerd: wees beducht op een overheid die het verbiedt voor mensen te zorgen.” Hij moet denken aan zijn ongedocumenteerde 85-jarige patiënt die buiten slaapt. „Men hoeft van mij niet te verwachten dat ik hem zijn medicatie niet meer geef. Willen die Kamerleden dat hij dood op straat komt te liggen?”
Ook hoogleraar gezondheidsrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen Brigit Toebes zegt dat de uitspraak van Van Weel weinig waard is. „Op de wet kun je terugvallen, op mondelinge gedoogafspraken minder.” In het debat zegde Van Weel wel toe de Raad van State om een advies over de strafbaarstelling te vragen.
Toebes, zelf voorheen werkzaam bij de Raad, verwacht een negatief oordeel van dat adviserende orgaan. „Dit voorstel is in strijd met mensenrechten en andere bestaande wetgeving. Iedereen, dus ook ongedocumenteerden, heeft volgens allerlei verdragen recht op zorg.” De vraag is hoeveel zo’n negatief oordeel uithaalt. De Raad oordeelde eerder ook al zeer negatief over de asielwetten van voormalig asielminister Marjolein Faber (PVV), die desondanks zonder aanpassingen bij de Tweede Kamer werden ingediend . „Afbrokkeling van onze democratische fundamenten”, vindt Toebes.
Bewoner van de Tussenvoorziening. Foto Bram Petraeus
Of het voorstel nou wel of niet wordt ingevoerd, dat het überhaupt op tafel ligt noemt Toebes een „morele afgrond”. „Ik heb de hoop dat we daarlangs balanceren en uiteindelijk terug naar onze morele uitgangspunten worden gemanoeuvreerd door onze democratische processen. Maar dan moeten we die wel respecteren.”
Jurriaan Penders, arts en voorzitter van artsenfederatie KNMG, noemt het voorstel „moreel onacceptabel” en wijst erop dat het ook indruist tegen internationale mensenrechtenverdragen. „Mensen moeten toegang hebben tot medische zorg, het niet faciliteren daarvan komt neer op een onmenselijke en vernederende behandeling.”
„We maken hiermee gezondheidsverschillen tussen mensen alleen maar groter, zegt Shakib Sana, die werkt als huisarts in Rotterdam. „Terwijl we die juist moeten verkleinen. De politiek is van alles aan het afbreken wat we met elkaar in de afgelopen decennia hebben opgebouwd.”
De artseneed gaat voor ons boven alles
Penders kan zich niet herinneren dat de verontwaardiging onder artsen (straatartsen, huisartsen en psychiaters) eerder zo groot is geweest. Ook artsen die in hun dagelijkse werk niet in aanraking komen met ongedocumenteerde patiënten, ervaren het als „een aantasting van hun beroepsintegriteit”, vertelt Penders. Dat het parlement akkoord is gegaan met het criminaliseren van hulp (met een maximale gevangenisstraf van zes maanden) raakt aan hun artseneed en de beroepsplicht die hieruit voortvloeit, zeggen ook tien artsen uit verschillende disciplines – spoedeisende hulp, huisartsen, kinderartsen, straatartsen, microbiologen, verloskundigen – die NRC sprak.
Artsen komen hiermee dus tussen hun artseneed en de wet te staan. De eed is niet in de wet verankerd, maar wel „enorm gezaghebbend”, zegt Toebes. „Het is een moreel dilemma”, zegt Penders. „Maar de uitkomst is niet ingewikkeld: de eed gaat voor ons boven alles.” Dat zegt ook kinderarts Albertine Baauw. „Ik sta niet achter deze wetgeving, maar wel achter mijn eed. Ik zou zélfs Geert Wilders helpen.”
Bang voor delen adres
De artsen die NRC sprak, zeggen allemaal hun eed te blijven volgen, ongeacht wetgeving. Maar, zeggen zij ook: het criminaliseren van (hulp aan) ongedocumenteerde vreemdelingen is funest voor de vertrouwensband tussen arts en patiënt. Nu al zijn zorgverleners veel bezig met uitleggen dat zij een beroepsgeheim hebben, en dat een patiënt er dus op mag vertrouwen dat hun verblijfsadres niet zal worden doorgegeven aan de autoriteiten.
De gevolgen van die vertrouwensbreuk zijn groot, zegt Lisa Vliegenthart, verloskundige bij Dokters van de Wereld, een organisatie voor ‘medische mensenrechten’ met voornamelijk patiënten zonder papieren. Zij had een patiënt die gynaecologische klachten had maar zich niet bij een dokter durfde te melden, uit angst dat die er melding van zou maken dat ze geen papieren had. Daardoor werd bij haar baarmoederhalskanker te laat geconstateerd. „Drie maanden later was ze dood.”
De gedeelde badkamer van de Tussenvoorziening. Foto Bram Petraeus
Die angst wordt nu alleen maar groter, ziet directeur van Dokters van de Wereld Jasper Kuipers. „Wij hebben spreekuren in allerlei wijkcentra en krijgen sinds de indiening van dit voorstel telkens de vraag: mag ik straks nog naar de dokter?” Een paar dagen na de indiening had hij eindelijk een huisarts gevonden voor een vrouw die al lang zonder zat. „Uiteindelijk durfde ze haar huisadres niet te geven en konden we haar niet inschrijven. Zonder dit voorstel had zij nu gewoon een huisarts gehad.”
Medische zorg mijden of uitstellen heeft niet alleen negatieve gevolgen voor de patiënt, maar ook voor de samenleving als geheel. Uitgestelde zorg is duurdere zorg, zegt kinderarts Baauw. Pas zag ze nog een vierjarig, ongedocumenteerd meisje op de intensive care, met astma. Haar ouders durfden de voorgeschreven medicatie niet op te halen. „Hadden ze dat wel gedaan, dan was die ic-opname voorkomen geweest.” Los van de kosten zijn er nog de gevolgen voor de volksgezondheid, zegt microbioloog Jan Sinnige. „Infectieziekten heb je nooit alleen. Het is in het belang van de samenleving die bij iedereen te behandelen. Bacteriën kijken niet naar papieren.”
De hulpverleners van de Tussenvoorziening hebben het vertrouwen van de doelgroep wél, zegt coördinator Haagen. De drempel aan te kloppen is bij hen lager dan bij ‘officiële instanties’ zoals de huisarts. „Mensen melden zich hier, wij kunnen ze vervolgens begeleiden naar de benodigde zorg.” Zo heeft hij al meerdere bewoners met kanker naar een arts begeleid. „Het is voor mij ondenkbaar dat zo iemand straks onder een brug moet sterven aan een ziekte die behandelbaar is. En dat de maatschappij dan moet toekijken.”
Luuk Hagen in gesprek met een nieuwe hulpvrager. Foto Bram Petraeus
Bij het aanmeldloket van de Tussenvoorziening (en vier andere maatschappelijke stichtingen voor mensen zonder papieren) melden zich dagelijks mensen op zoek naar hulp. Soms is dat eten, soms een bed (dan komen ze, mits ze aan de criteria voldoen, op de lange wachtlijst van de opvang), en soms medische zorg. Deze donderdag meldt een man uit Noord-Afrika zich. Waar hij vannacht heeft geslapen? Hij lacht beschaamd. „Tegenover het station, net als de nacht daarvoor.” Hij heeft wel kennissen bij wie hij kan aankloppen, maar hij durft en wil niet. Hij heeft al een tijdje last van zijn gebit, maar heeft geen tandarts kunnen vinden voor behandeling. „Ik wil niet dat ze mij zo zien, met een gebit vol uitgevallen tanden.”
Geen woorden, wel tranen
Ons werk gaat hoe dan ook door, zegt Merlijn Verstraeten, teamleider van het aanmeldloket (via Vluchtelingenwerk). „Desnoods ondergronds.” Of het PVV-voorstel haar raakt? Ze heeft geen woorden, wel tranen. „Sorry”, is het enige wat ze zegt.
De opvang bestaat naast de gedeelde slaapkamers op de bovenverdieping uit een kleine woonkamer met twee banken en een tafelvoetbaltafel, een tuintje dat tevens dienst doet als fietsenrek en een keuken – het ‘kloppend hart’ van de opvang, waar volgens Haagen „wel twintig keer per dag” gekookt wordt. Op het aanrecht staat een rijstkoker gevuld met vers gekookte gele rijst.
Er wonen twintig mensen, tien mannen en tien vrouwen in de opvanglocatie. Foto Bram Petraeus
Er wonen twintig mensen, tien mannen en tien vrouwen. Sommigen blijven een paar weken, anderen een paar jaar. Een asielprocedure kan jaren duren, zegt Haagen. Al die tijd is iemand dan ‘ongedocumenteerd’. Dat betekent niet dat diegene geen recht heeft hier te zijn – het duurt gewoon heel lang voordat dat recht wordt toegekend. Bijna tweederde van de mensen die hulp krijgen van deze locatie van de Tussenvoorziening krijgt uiteindelijk een vergunning, stelt de coördinator. „Mensen die roepen dat alle ‘illegalen’ het land uit moeten, hebben dus verkeerde informatie.”
Of ze goed geslapen heeft, vraagt hij aan de 82-jarige Maryam. Ja, zegt ze, alleen een beetje moeite met de trappen. Zodra beneden een bed vrij komt, is dat voor haar, zegt Haagen toe. „Shokran”, antwoordt ze glimlachend, bedankt. Haar blinkende Marokkaanse theepotje zet ze in de hoek van het aanrecht.
‘Mijn ouders ontmoetten elkaar in Merauke, een kustplaats in toenmalig Nederlands Nieuw-Guinea. Hij was daar cipier in de gevangenis en huurde een kamer in het huis waar Marlin, mijn moeder, met haar familie woonde. Hoewel hij zestien jaar ouder was, werden ze verliefd op elkaar. Dat was geen gemakkelijke situatie. Iedereen van moeders kant was moslim, terwijl vader (die als tiener net als zijn twee broers wees werd) katholiek was. En daarbij had mijn moeder al een zoon, bij een man die haar mishandelde. Omdat vader weigerde moslim te worden, verboden haar ouders de relatie. Ze liepen samen weg. Uiteindelijk mochten ze toch samen zijn, waarna moeder zich bekeerde tot het katholicisme en haar ouders de zorg kregen over haar zoon. Mijn vader had uit een eerdere relatie al drie zonen. Ook dat hoorde ik, als zevende uit een gezin met acht kinderen, pas heel laat in mijn leven, als gevolg van het beruchte ‘Indische zwijgen’.
Mijn vader is een derde generatie nazaat van een Afrikaanse soldaat, die na een deal tussen koning Willem I en de koning van Ashanti als tot slaaf gemaakte in dienst moest bij het KNIL. Daar diende vader ook (en kreeg een medaille Orde & Vrede), daarna ging hij werken voor het Nederlands-Indische ministerie van Justitie. Tot Nieuw-Guinea in 1962/1963 een militair-politieke speelbal werd tussen Nederland, Indonesië, de VS en de Verenigde Naties. Blijven was geen optie: moeder vertrok met hun vijf kinderen in 1962 naar Nederland. Vader moest nog blijven, maar reisde haar begin 1963 achterna. Negen maanden na hun hereniging ben ik geboren.
Na in een pension in Budel-Dorplein te hebben gewoond, kreeg ons gezin een huis in Nederweert en werkte vader bij Philips in Maarheeze. Zijn dagen vulde hij vervolgens vooral met administratieve hulp voor mensen uit de Weerter Molukse gemeenschap. Het leverde hem in de wijk de bijnaam Oom Bos op. Nadat mijn vader door zijn suikerziekte arbeidsongeschikt was geworden, ging mijn moeder werken in de koekfabriek in Weert, waar we vanaf 1974 woonden. Dat deed ze tot haar pensioen. Inmiddels had mijn vader haar eerste zoon erkend, zodat die ook naar Nederland kon komen.
Na zijn derde hartaanval overleed mijn vader, in de armen van mijn moeder. Hoewel hij gecremeerd wilde worden, koos zij voor een begrafenis. Zo kon ze naar een tastbaar graf toe, in de straat waar we toen woonden. Na enige tijd herpakte ze zich, en ging ze onder andere bapao’s voor een snackbar maken. Ze woont nog steeds in Weert en hoewel ze moeilijk ter been is, gaat ze nog steeds met een van ons graag naar het graf.”
Er zijn van die programma’s die op niets meer uit zijn dan het spuwen van ellende. Het vreemde Deurwaarders UK (RTL), dat om de een of andere reden iedere werkdag wordt uitgezonden, is zo’n programma. We volgen Britse deurwaarders die geld gaan innen. „Veel schuldenaren doen er alles aan om onder hun betaling uit te komen, maar de deurwaarders laten zich niet zomaar uit het veld slaan”, luidt de begeleidende tekst op Videoland.
De deurwaarders zijn vaak heel respectvol, evenals de schuldenaren. Maar het is de Nederlandse voice-over die er een geheel eigen, giftige draai aan geeft en het ellendig maakt. Zo gaan de deurwaarders deze aflevering langs bij een boer die zijn schapen op het land van een andere boer liet grazen. De 4.500 pond pacht is nooit betaald. Als de deurwaarders arriveren staat de boer hen vriendelijk te woord. „Ik weet er niks van”, zegt hij, waarna de voice-over ineens roept: „De boer kan met nog zoveel uitvluchten komen, Craig komt het geld innen! En wel vandaag!”, alvorens er een spannend muziekje wordt ingezet. Dat hij er niks vanaf wist was het enige wat de boer had gezegd. Hij betaalde netjes.
Dit programma gaat om mensen met bedrijfjes en ondernemingen met ongemakkelijke ruzietjes en irritante vetes. De schuldenaars betalen bijna altijd direct alles terug. Toch worden ze iedere dag opnieuw neergezet als gewetenloze boeven die er „alles aan doen om onder hun betaling uit te komen.” Een zakelijk geschilletje is op RTL een strijd tussen Goed en Kwaad. Dat lijkt onschuldig, en who cares, het is pulptelevisie, maar het normaliseert wel de ontmenselijking van medeburgers.
Dat gebeurde gisteravond op nog een zender. De Oranjezomer (SBS) liet de nieuwste propaganda van Geert Wilders zien, een AI-filmpje dat het ‘spookbeeld’ van Nederland in 2050 zou moeten verbeelden, overgenomen door moslims. Het werd getoond als reactie op een artikel vol stemmingmakerij van De Telegraaf over de versoepeling van visumregels voor Turken die naar de EU willen reizen. In de AI-video zien we paspoppen met boerka’s om, borden met verboden voor homo’s en de Tweede Kamer versierd met de vlag van Pakistan. Laten we er niet omheen draaien: dit lijkt op nazipropaganda, het antisemitisme ingeruild voor islamofobie.
Maar de zogenaamd genuanceerde spindoctor Raymond Mens zei tijdens het filmpje lachend: „Dit zijn gewoon beelden van vanmiddag uit Den Haag.” Na het filmpje durfde hij het eigenlijk niet te herhalen, omdat iemand in het publiek had geroepen dat die opmerking echt niet kon. „Nee, nee, nou ga je hem wel maken, jawelll!!”, gilde presentator Thomas van Groningen, bijna buiten adem van enthousiasme.
Een feitje
Mens probeerde te nuanceren en maakte het erger: „Wij zijn met z’n allen een westerse samenleving. Althans, dat proberen we te zijn. Wij zijn geen islamitische samenleving. We hebben ook een scheiding tussen kerk en staat hier. En dat willen we wel graag zo houden. Dus is de video over de top? Ja, maar dat er een angst leeft bij de mensen, dat begrijp ik wel.” Een feitje: 18 procent van Nederland is katholiek, 13 procent is protestants, nog geen 6 procent is moslim. Van Groningen probeerde nog, hijgerig: „Maar er zijn natuurlijk wel wijken waar het leven er wél zo uit ziet, in Nederland, in België.” Lale Gül, die er ook zat, repte iets over lage homo-acceptatie in Amsterdam. Jan Slagter knikte instemmend maar keek verslagen.
Misschien moet ik zulke bagger links laten liggen. Maar wat er bij De Oranjezomer gebeurde is niet zomaar een potje polariseren voor de kijkcijfers. Het is meer dan bagger. Het was namelijk een weloverwogen, redactionele keuze om de walgelijke AI-propaganda van Wilders, goede vriend van de trotse homofoob Viktor Orbán, te gebruiken als aanleiding om het te hebben over ‘begrijpelijke angst’ voor moslims in Nederland. Het doet denken aan Antonio Gramsci, die in 1929 schreef: „De oude wereld sterft, de nieuwe wereld worstelt om geboren te worden: nu is de tijd van monsters.” Deze zomer zitten ze bij SBS, aan het hoofd van de tafel.