N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Koninklijk Huis Prins Bernhards originele lidmaatschapskaart van de NSDAP is gevonden. Die bevond zich in het privéarchief van de prins.
Weinig historici twijfelden er nog aan, maar nu is het bewijs dat prins Bernhard lid was van de NSDAP, de partij van Adolf Hitler, wel heel overtuigend. In zijn boek De achterblijvers, dat deze woensdag verschijnt, onthult Flip Maarschalkerweerd dat hij de originele NSDAP-lidmaatschapskaart van de prins heeft gevonden. Maarschalkerweerd, oud-directeur van het Koninklijk Huisarchief, vond de kaart op Soestdijk in het privéarchief van de prins dat hij na diens overlijden in 2004 moest inventariseren.
Prins Bernhard heeft tot aan zijn dood ontkend dat hij lid was van de nazipartij, ook al werd hij geconfronteerd met bewijs van het tegendeel. In 1996 publiceerden Gerard Aalders en Coen Hilbrink De affaire Sanders, waarin ze onthulden dat ze in de VS een kopie hadden gevonden van Bernhards lidmaatschapskaart, en correspondentie over de opzegging van zijn lidmaatschap uit 1936. In dat jaar verloofde hij zich met Juliana.
In een serie vraaggesprekken die hij voor zijn dood had met de Volkskrant verklaarde de prins nog: „Ik kan met de hand op de bijbel verklaren: ik was nooit een nazi. Ik heb nooit het partijlidmaatschap betaald, ik heb nooit een lidmaatschapskaart gehad.”
Bernhard erkende wel (aspirant)lid te zijn geweest van de Sturmabteilung (SA) en de Schutzstaffel (SS). „Je moest in het begin wel op de een of andere manier een beetje meedoen”, zei hij daarover, „want ze lieten je ijskoud voor je examen zakken als ze het idee hadden dat je anti was.”
Briefje uit 1949 van Lucius Clay
Toen Flip Maarschalkerweerd de NSDAP-kaart en de bijbehorende correspondentie over opzegging van het lidmaatschap vond, was hij aanvankelijk verrast. „Dat waren Duitse stukken”, zegt hij. „Je zou verwachten dat die in Duitsland liggen.” Maar al snel vond hij een verklaring. Er zat namelijk ook een briefje bij uit 1949 van Lucius Clay, de militair bewindvoerder van de Amerikaanse zone in Duitsland. „Dear Prince Bernhard”, schreef die „ik heb dit een aantal jaren in mijn kluis bewaard. Toen ik op het punt stond het te vernietigen, bedacht ik me dat u het recht hebt verdiend om het zelf te vernietigen.” De Amerikanen moeten de stukken dus in Duitsland hebben gevonden, en daarvan de kopieën hebben gemaakt die Aalders en Hilbrink in de VS vonden.
„Voor mij persoonlijk is dit heel leuk om te horen”, reageert historicus Gerald Aalders als hij hoort van de vondst. „Ik werd destijds beschuldigd van van alles en nog wat. Een week voor zijn overlijden belde Bernhard me nog vanaf zijn sterfbed om alles te ontkennen. Hij probeerde iets te ontkennen wat niet te ontkennen viel.”
Is het nog denkbaar dat het gaat om een vervalsing, waarmee de Duitsers Bernhard in de oorlog wilden chanteren? „Dat kan volgens mij niet”, zegt Aalders, „want er is ook die correspondentie van vrienden van Bernhard die ervoor moesten zorgen dat zijn lidmaatschap werd opgezegd. Nee, dat is echt wel elke samenzweringstheorie voorbij.”
„Dit is een spectaculaire vondst”, vindt schrijfster Annejet van der Zijl, die het boek van Maarschalkerweerd op zijn verzoek al las. Zelf schreef ze in 2010 een proefschrift over Bernhard, waarin ze onthulde dat de prins lid was geweest van een studentenvereniging die door nationaal-socialisten werd gedomineerd. Ze vond een lidmaatschapskaart van Bernhard van de Deutsche Studentenschaft waarop ook melding werd gemaakt van zijn NSDAP-lidmaatschap. Na haar publicatie was er inderdaad een enkeling die opperde dat het om een vervalsing ging, zegt Van der Zijl. „Maar het bewijs is nu zo overweldigend dat het echt niet meer te ontkennen is.”
„Het zou eigenlijk ook onlogisch zijn geweest”, zegt Van der Zijl, „als iemand met zijn achtergrond, een flierefluiter, het politieke inzicht had gehad dat hij destijds beter géén lid kon worden. Na de oorlog kon hij niet anders dan het ontkennen, als hoofd van het verzet. Mooi dat de werkelijkheid nu langzamerhand boven water komt. Dat is een pluim waard voor Flip Maarschalkerweerd, én voor de koninklijke familie.”
Maarschalkerweerd kreeg van de koning toegang tot alle stukken in het Koninklijk Huisarchief die betrekking hebben op de oorlog. Hij deed zijn vondst een paar jaar voor zijn pensionering in 2019. In zijn boek, dat vooral over Wilhelmina gaat, speelt Bernhard overigens slechts een bijrol. De vondst van de lidmaatschapskaart meldt Maarschalkerweerd achterin het boek in een noot. Binnenkort kunnen onderzoekers de kaart en bijbehorende correspondentie wel opvragen. Dinsdag maakte de RVD bekend dat de openbaarheidstermijn van de particuliere archieven van het Koninklijk Huis per 1 januari wordt verruimd tot 6 september 1948. Nu zijn stukken tot aan het overlijden van koningin Emma in 1934 openbaar.