N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Toeslagenaffaire Meer dan zestig gedupeerde ouders hebben een klacht ingediend bij het College voor de Rechten van de Mens. De Belastingdienst moet nu bij elke zaak bewijzen dat ze niet heeft gediscrimineerd.
De Belastingdienst heeft zich tussen 2005 en 2019 schuldig gemaakt aan indirecte discriminatie in de Toeslagenaffaire. Dat concludeert het College voor de Rechten van de Mens (CvdRM) maandag. Van alle drie de individuele gevallen die het College bekeek, luidt het oordeel „verboden indirect onderscheid op grond van ras”.
Alleen als de Belastingdienst ouders had geselecteerd op basis van bijvoorbeeld dubbele nationaliteit of het land waar ze geboren zijn, was er sprake geweest van directe discriminatie. Volgens CvdRM is er géén sprake van directe discriminatie, maar zijn buitenlandse ouders wél oververtegenwoordigd in de groep mensen die te maken kregen met de harde fraudeaanpak. „Maar dat is dus niet het gevolg van het feit dat zij vanwege hun ras of afkomst geselecteerd zijn voor die harde aanpak. In die selectiecriteria speelde de afkomst van de ouders geen rol”, aldus een woordvoerder van CvdRM.
Toch blijft staan dat slachtoffers verhoudingsgewijs vaak een buitenlandse afkomst hebben. Daarom spreekt het CvdRM wel van indirecte discriminatie. „Wij weten niet waarom deze groep zo oververtegenwoordigd is en vragen de Belastingdienst dan ook om dit te onderzoeken.”
Naar aanleiding van de Toeslagenaffaire dienden tientallen gedupeerde ouders een klacht in bij het College over vermeende discriminatie door de Belastingdienst. Vorig jaar bleek uit vooronderzoek al dat de fiscus buitenlandse ouders structureel veel harder aanpakte dan ouders met een Nederlandse afkomst. Ook gaf de fiscus ouders met een buitenlandse afkomst zeven keer vaker de kwalificatie ‘opzet/grove schuld’, waardoor zij volgens het CvdRM te maken kregen met een „uiterst streng terugvorderingsregime”.
Een juridisch gevolg hiervan is dat de bewijslast wordt ‘omgekeerd’: ouders hoeven niet langer te bewijzen dat ze gediscrimineerd zijn, maar de ficus moet bewijzen dat er niet is gediscrimineerd.
Volgens het CvdRM was de harde fraudeaanpak door de Belastingdienst niet noodzakelijk, had dit „disproportionele gevolgen” voor de ouders en was dit niet gebaseerd op een „zorgvuldige belangenafweging”. Daarom oordeelt het College in alle drie de zaken dat er sprake was van verboden indirect onderscheid. „En ook dat is een vorm van discriminatie.”
Geweld, naakt, bloed, seks! Regisseur Romeo Castellucci heeft een voorstelling voor De Nationale Opera gemaakt, en je weet hoe hij regisseert: rauw, vies, indringend. Er staat zelfs een 113-zelfmoordpreventie melding op de website. Logisch dat je met gespannen verwachtingen naar Le lacrime di Eros gaat kijken. Advies: temper die verwachtingen.
Le lacrime di Eros is geen bestaande opera. Het is de langverwachte, door corona uitgestelde pastiche van de Franse dirigent Raphaël Pichon en zijn geweldige koor en orkest Pygmalion. Pichon, gefascineerd door de tijd waarin opera ontstond, zocht al jaren naar een manier om allerlei ‘losse’ muziekstukken van onder andere Giulio Caccini, Jacopo Peri, Domenico Belli en Monteverdi bij elkaar te brengen en te ensceneren. Hij vond daarvoor Romeo Castellucci, vertelt hij in het programmaboekje: vanwege zijn ‘talent deuren te openen naar andere dimensies, zonder een verhaal of figuur centraal te stellen.’ Als thema kozen ze: de naarheid van de liefde.
Inderdaad is Le lacrime di Eros geen verhaal geworden. Meer een aaneenschakeling van kleine, abstracte tafereeltjes, die met Castellucciaanse rauwheid de pijn van de liefde moeten uitbeelden. Iemand in een elektrische stoel, iemand die in tweeën getrokken wordt, een kille ‘seksmachine’.
Mild ongemakkelijk
Maar het lijkt alsof er ook een ander doel was: vooral niet te veel vragen van het publiek. Omdat de voorstelling zich anderhalf uur lang in slow-motion afspeelt en vaak bij een suggesties blijft, voelt alles afgezwakt en voorzichtig. Natuurlijk zijn een paar van die tafereeltjes in zichzelf wel mooi om naar te kijken: bariton Gyula Orendt die tijdens een indringend ‘Funeste piagge, ombrosi orridi campi’ (uit L’Euridice van Peri) langzaam overgoten wordt met bloed. Sopraan Jeanine De Bique die een bloeddoordrenkt laken omslaat. Alleen, zodra zo’n tafereeltje is ingezet, kun je het trage verdere verloop zelf invullen. Als Castellucci íets confronterends blootlegt, is het dat je na een tijdje blijkbaar in staat bent te gapen bij letterlijk bloedvergieten. Eén tafereeltje is wel mild ongemakkelijk: een vrouw wordt op het podium gewaterboard. Maar het spartelen van de vrouw is dan weer zo ingehouden, dat het bij een enkel rillinkje blijft. Komisch is de scène waarin twee schoonmaakkarretjes de vloer weer bloedvrij komen rijden. Althans, voor even. ‘Bloed’ laat zich blijkbaar niet zo makkelijk opzuigen. Na minuten kijken naar rondrijdende schoonmaakkarretjes is de lol er ook wel weer vanaf.
Maar muzikaal staat de avond overeind door de heerlijke muziekmix en de goede zangers, zelfs al blijven hun barokstemmen vaak klein en ver weg. Orkest Pygmalion heeft een klank die je een keer gehoord moet hebben: het siddert van levenslust. Ook hun koor brengt een geluid dat we in Nederland niet kennen, zeker wanneer het vanuit de orkestbak zingt. Alleen moeten ze er regelmatig ook bij dansen, en dat brengt warme herinneringen boven aan basisschooldansjes; vooraan staan altijd drie kinderen die het dansje wél kunnen.
Lees ook
Bij Raphaël Pichon lijkt alle muziek aangeraakt door het genie van Bach
Puzzelen en afwachten
De elektronische composities die Scott Gibbons bij de bestaande muziek maakte om geluidsexperiment in te brengen, een wens van Pichon om voort te bouwen op het experiment dat de oude muziek in de tijd van de ‘uitvinding’ van de opera ook was, bezorgen je dan wel weer dat voorzichtigheidsgevoel: veel verder dan hier en daar wat getik en ge-echo mocht of wilde Gibbons helaas niet gaan.
Een muzikaal hoogtepunt is Jeanine De Bique die staande tegen een grote poster met daarop ‘Jeanine’ geweldig gedoseerd ‘Se i languidi miei sguardi’ van Monteverdi zingt, terwijl de poster haar langzaam naar het publiek drijft. Maar zelfs hier vraag je je af: versterkt dit tafereeltje nou, of leidt het af? Was het niet veel meer binnengekomen in óf een duidelijke verhaallijn, óf in een concertante uitvoering? Je wil wel vol overgave genieten, maar je hoofd blijft maar puzzelen en afwachten: er zal toch nog wel een laag onder zitten? En waar blijft de echt gedurfde uitbarsting?
Lees ook
Sopraan Jeanine de Bique: ‘Vrouwen vinden altijd weer de kracht om door te gaan’
Bij een brand op een kraamafdeling in de stad Jhansi, in het noorden van India, zijn vrijdagnacht zeker tien pasgeboren kinderen omgekomen. Dat meldt de Hindustan Times. Nog zeventien kinderen raakten gewond.
De brand ontstond volgens lokale media rond 22.30 uur lokale tijd (18.00 Nederlandse tijd) op de intensive care van de kraamafdeling van het Maharani Laxmibai Medical College. Op de afdeling, die slechts 18 bedden heeft, verbleven volgens plaatsvervangend minister Brijesh Pathak in totaal 49 kinderen.
Volgens lokale autoriteiten zou de brand zijn veroorzaakt door kortsluiting en zich vervolgens snel over de zuurstofrijke afdeling hebben verspreid. Volgens CNN waren op de kraamafdeling rookmelders aanwezig, maar ging het alarm niet af. Hulp zou daardoor pas op gang zijn gekomen nadat ziekenhuismedewerkers zagen dat er brand was.
Hartverscheurend
Het is de tweede keer in een half jaar tijd dat in India brand uitbreekt op een kraamafdeling. Bij een vergelijkbaar incident in een privéziekenhuis in Delhi kwamen in mei zes baby’s om. En in 2021 stierven tien baby’s door brand in een kraamafdeling in de westelijke provincie Maharashtra. Ook die brand was veroorzaakt door kortsluiting.
Minister-president Narendra Modi spreekt in een bericht op X van een „hartverscheurend” ongeluk en spreekt zijn condoleances uit voor de nabestaanden. De lokale overheid heeft aangekondigd dat de families van de omgekomen kinderen ieder een schadevergoeding van 500.000 roepies (zo’n 5.600 euro) zullen ontvangen.
De 27-jarige Youtube-bekendheid en profbokser Jake Paul heeft zijn langverwachte wedstrijd tegen de 58-jarige legende Mike Tyson op punten gewonnen. Na acht ronden besliste een jury zaterdagochtend in het voordeel van Paul.
Ondanks het leeftijdsverschil van ruim dertig jaar ging het gevecht in de eerste paar ronden gelijk op. Tyson wist de eerste twee ronden zelfs te winnen, maar vanaf de derde ronde speelde vermoeidheid hem parten. Toch lukte het de oud-wereldkampioen om de hele wedstrijd overeind te blijven. Uiteindelijk riep de driekoppige jury Paul unaniem uit tot winnaar.
De wedstrijd vond plaats in een uitverkocht AT&T Stadium (capaciteit: ongeveer 80.000 toeschouwers) in de stad Arlington in Texas. Onder het publiek bevond zich ook de vriendin van Paul, de Nederlandse langebaanschaatsster Jutta Leerdam.
Storing bij Netflix
Het gevecht was daarnaast live te zien op streamingdienst Netflix, dat wereldwijd ruim 282 miljoen abonnees heeft. Hoeveel mensen naar het evenement hebben gekeken, is nog niet bekend. Het platform verwachtte een publiek van honderden miljoenen.
Mensen die de wedstrijd live probeerden te kijken, kampten zaterdagochtend echter veelvuldig met haperend beeld, crashes en slechte videokwaliteit. Op sociale media regende het wereldwijd klachten. En op de website Downdetector, die online storingen bijhoudt, kwamen gedurende het evenement alleen al vanuit Nederland bijna 70.000 klachten binnen over de streamingdienst. „We hebben de site laten crashen”, zei Paul naderhand.
Lees ook
Pikant gevecht tussen youtuber Jake Paul (27) en bokslegende Mike Tyson (58) is in potentie een kijkcijferkanon voor Netflix