N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Retrocabrio Dit jaar dook uit het niets een nieuw Nederlands automerk op met een sportwagentje. De Carice TC2 is een elektrische, lichtgewicht cabriolet met een klassiek ontwerp en moderne techniek. De oprichters ontwikkelden bijna alles zelf.
Een kleine cabrio in de stijl van de jaren vijftig, met vriendelijke ronde koplampen in een embryonaal gladde carrosserie en alleen de hoogstnoodzakelijke voorzieningen: voorruit, verlichting, ruitenwissers, spiegels, verchroomde rolbeugel, een stoffen kapje in een kleur naar keuze.
Hij zou het kleine zusje van de antieke Porsche 356 kunnen zijn. Anderzijds doet hij denken aan de compacte, simpele Britse sportwagentjes uit de jaren vijftig en zestig. De wielen, zogenaamde ‘minilites’, zou je kunnen kennen van de originele Mini. Maar de koplampen zijn modern, met een centrale lens in een ring van leds.
Alleen: waar is de uitlaat? Het antwoord vind je in de hal waar er nog vijf in aanbouw zijn – nergens. De Carice TC2 is elektrisch. En 100 procent Nederlands. De bedrijfshal staat in Voorhout, in de Bollenstreek.
Jarenlang werkten Carice-oprichters Richard Holleman en Niels van Dril met ontwerper Tim Schutte in stilte aan hun retro-cabrio. Een EV met de uitstraling van klassiekers uit de tijd, zegt Holleman, „waarin auto’s nog echt kunstwerken waren, met mooie vormen en mooie kleuren”. Het moeilijkste, zegt Schutte, was „een mooie lage, sportief gelijnde auto op een compact chassis te laten passen, een auto waarvan iedereen zegt: dat ziet er bijzonder uit. En de onderdelen te vinden die bij die stijl passen.” Het interieur met de compacte leren stoelen en het dashboard van geborsteld roestvrij staal is helemaal vintage. Het op een staande rail gemonteerde binnenspiegeltje, de tuimelschakelaars voor alle bedieningsfuncties van richtingaanwijzers tot de automaat: ze zijn stijlvast zonder goedkope dissonanten. Zelfs de meter voor het batterijniveau is analoog en klassiek rond. Klein kunstwerk is het vleugelvormige Carice-logo met een vleugje jugendstil. Een tulp in het hart van het logo symboliseert zijn herkomst.
De TC2 kwam in mei als een donderslag bij heldere hemel. De Carice-mannen hadden besloten onder de radar te blijven tot hij klaar was. Holleman: „Je kunt heel hard gaan schreeuwen, de pers benaderen met een paar foto’s. Wij wilden liever aan de auto schaven tot hij goed was.” Het was een zwaar traject, maar dankzij kopers die bereid waren een voorschot te betalen, konden ze stapsgewijs vooruit. De financiers meldden zich vanzelf toen het Carice-team al kon laten zien hoe grondig het zijn voorwerk had gedaan.
Veel auto-start-ups planten hun debuut op het chassis van een bestaand model. Zelfs Tesla deed dat vijftien jaar geleden met de Roadster, een verbouwde Lotus. De TC2 van Carice, dat graag zoveel mogelijk componenten zelf ontwikkelt, staat op een zelfontworpen chassis. Dan heb je lef, als je weet hoe streng nieuwe producten door de RDW worden beoordeeld. Maar daar hadden ze, streng maar rechtvaardig, best schik in die bevlogen techneuten en hun romantische autootje.
Lage vloer
De TC2 is niet alleen door zijn ontwerp en huisgemaakte techniek een bijzonder product. Er zijn veel elektrische auto’s, maar nauwelijks elektrische cabrio’s. De markt voor cabrio’s is al niet groot, en kleine sportwagens op stroom laten rijden is een helse opdracht. Er is te weinig ruimte voor de batterijen. Die wil je graag zo diep mogelijk in de auto hebben om het zwaartepunt zo laag mogelijk te krijgen, dus liefst zoals ook bij normale stekkerauto’s onder de vloer, maar daar is juist bij lage sportwagens geen plaats voor.
Juist daarom bleek dat eigen onderstel de beste keus, hoe arbeidsintensief het extra werk ook was. De makers van de TC2 creëerden een zogenaamd backbone-chassis waarbij voor- en achteras zijn verbonden met een kokervormige balk voor de behuizing van de batterij. Holleman: „Daardoor hebben we nu én het voor de wegligging gunstige lage zwaartepunt en een mooie gewichtsverdeling tussen voor- en achteras.” Die bedraagt zo goed als fiftyfifty, ideaal voor een sportwagen.
Kleine sportwagens op stroom laten rijden is een helse opdracht
De doe-het-zelfmentaliteit gaat in Voorhout ver. Natuurlijk moet Carice, zoals elke fabrikant, van banden tot koplampen bij derden onderdelen inkopen, maar het is verbluffend hoeveel Carice zelf doet. Holleman: „De chroomringetjes rond de achterlichten konden we nergens vinden. Toen zijn we ze maar zelf gaan maken.” De dubbel gekromde voorruit, de carrosseriepanelen? De productie wordt uitbesteed, het ontwerp is Carice. „Voor de body hebben we eerst zelf de mallen ontwikkeld en de eerste proefcarrosserieën zijn hier gemaakt.” De stoelen worden in Voorhout met leer bekleed in een eigen bekledingsatelier. „We wilden het uitbesteden, maar toen het resultaat niet helemaal naar wens bleek, zijn we het zelf gaan doen.” Voor het stikwerk is een professionele naaimachine aangeschaft. Inmiddels hebben ze ook een robot aangeschaft om de passagierskuip met de vereiste precisie in elkaar te zetten. „Waar we daar vroeger een dag voor nodig hadden”, zegt Holleman, „doet de robot het in 20 minuten.”
Steeds meer bedrijven maken oldtimers elektrisch. Naar een elektrische Eend of Porsche 911 hoef je in Nederland niet lang te zoeken. Maar het is niet eenvoudig om ze net zo goed te laten sturen als het origineel. De batterijen maken de auto’s snel honderden kilo’s zwaarder dan het origineel, met alle gevolgen voor het rijgedrag.
Niet bij Carice. De TC2 weegt 630 kilo. Geen nieuwe personenauto op de markt is zo licht. Dat is gelukt door alle overbodigheden weg te laten. Hij heeft geen radio, geen beeldscherm op het dashboard. Airco is niet leverbaar. Stuur- en rembekrachtiging ontbreken: niet nodig bij zo’n lichte auto. Het betekent iets zwaarder sturen en wat harder op het rempedaal trappen dan je gewend bent van een nieuwe auto, maar het went.
Twee batterijformaten
De batterij is eveneens door Carice zelf ontwikkeld, soort van. „De batterijcellen kopen we in, de batterijpakketten ontwerpen we zelf.” De Carice is te koop met twee batterijformaten, één van 22 en één van 31,5 kWh. Maten van niks, de gemiddelde EV heeft twee tot drie keer dit volume, maar door het lage gewicht kom je er nog aardig ver mee. Met het grootste pakket rijd je volgens Carice 300 kilometer op één lading, voldoende voor een genoeglijke dag uit zonder de emissies van klassieke roadsters. Voor een eerste worp rijdt hij ontzettend goed en snel, terwijl hij met circa 41 kW, zo’n 55 pk, niet meer vermogen heeft dan een boodschappenauto uit het brandstoftijdperk. Holleman: „Wij zien elektrische auto’s zwaarder en zwaarder worden, met steeds meer batterijen aan boord. Wij dachten: we gaan hem licht maken, dan blijft-ie snel en lekker rijden. Wij zeggen niet dat moderne auto’s niet mooi zijn. Maar wij willen laten zien dat je net zoveel lol kunt hebben met een auto die zo simpel mogelijk is. Stoel, stuur, wielen; alles wat er bij ons op zit, is echt nodig, en wat niet nodig is, laten we weg. We willen terug naar de essentie van autorijden, met het uiterlijk van vroeger en de techniek van de toekomst.”
Tot vreugde van de mannen van Carice bleek er markt voor. De eerste oplage van tien auto’s is verkocht en aan een volgende productieserie wordt gewerkt. Voor wie? De doelgroep heeft nog niet echt een profiel. „Het zijn wel altijd mensen die van mooie, groene dingen houden”, zegt Holleman. Dat genoegen is met een vanaf prijs van 54.000 euro niet gratis. Maar dan heb je wel een auto die haast niemand rijdt.