N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Verwarde personen De dood van Sammy Baker illustreert een dieperliggend probleem: de politie krijgt de zorg voor verwarde mensen op haar bordje.
Zijn mensen hebben er „gemiddeld één keer per week” mee te maken, zegt teamchef Bram Flameling: geweldsincidenten met verwarde personen. Alleen al in ‘zijn’ stukje Amsterdam, het zuidelijke deel van Nieuw-West, heeft er het afgelopen jaar een verdubbeling plaatsgevonden van de E33-meldingen: mensen met ‘onbegrepen gedrag’.
Het was het team van Flameling dat in de zomer van 2020 betrokken was bij de dood van Sammy Baker (23). De Duitse influencer belandde in een binnentuin in Nieuw-West, vermoedelijk in een drugspsychose. Hij bedreigde zichzelf met een mes. Een poging tot overmeestering resulteerde in een worsteling met de politie, waarop twee agenten Baker doodschoten met hun dienstwapen.
Deze week was de zaak-Baker weer in het nieuws. NRC berichtte dat politiewetenschapper Jaap Timmer een onderzoek naar de zaak op belangrijke punten heeft aangepast na opmerkingen van de politie. Hij schreef zijn rapport op verzoek van de rechtbank in een civiele procedure die de ouders van Baker tegen de politie hebben aangespannen. Het Openbaar Ministerie oordeelde eerder dat de twee schutters handelden uit noodweer.
Flameling was ten tijde van de schietpartij nog geen leidinggevende van het team, maar is wel intensief betrokken bij de nasleep. Zonder iets te willen afdoen aan het leed van Bakers familie wil hij benadrukken dat de gebeurtenissen er ook bij zijn team „behoorlijk hebben ingehakt”. Een van de schutters besloot de eenheid te verlaten als gevolg van Bakers dood, net als de hondengeleider die een cruciale rol speelde in de laatste seconden voor de fatale schoten. De tweede schutter werkt nog wel bij de Amsterdamse politie, maar niet meer op straat.
Lees ookDe laatste zestien minuten van Sammy Baker
Verschraling jeugdzorg en ggz
Achter de tragiek van politiedoden zoals Sammy Baker gaat een ander probleem schuil, zegt Flameling – en een hartenkreet daarover is op zijn plaats. De politie krijgt op straat in toenemende mate te maken met de gevolgen van de verschraling in de ggz en de jeugdzorg. Door wachtlijsten en personeelsgebrek worden personen met psychische en/of verslavingsproblemen steeds later opgevangen en behandeld. Als ze vervolgens gevaarlijk worden, moet de politie eropaf – terwijl die daar in de kern niet op is toegerust. Flameling: „Het belandt op ons bord als het eigenlijk te laat is.”
Als je naar zijn team kijkt, zegt Flameling „is vier jaar ervaring al veel. En het zijn mijn mensen die komen als je 112 belt.” Zeker als er een wapen in het spel is, moeten agenten vaak in luttele seconden een beslissing nemen. „Maar het benaderen van mensen in een psychose is een specialisme. En het is heel beperkt wat we onze mensen kunnen meegeven in twee tot vier dagen training per jaar.”
De teamchef verwoordt hiermee een zorg die al langer en leeft bij de politie – ook in de top van de organisatie en bij deskundigen. Onlangs noemden de Amsterdamse politiechef Frank Paauw en burgemeester Femke Halsema het grote aantal incidenten met verwarde personen – 9.000 in 2021, 9.500 in 2022, dit jaar waarschijnlijk 10.000 – in Het Parool „bijzonder zorgelijk”. In heel Nederland waren er in 2022 ruim 138.000 incidenten, tegen 133.000 in 2021.
Volgens teamchef Flameling speelt er nog een ander probleem: de maatschappelijke normalisering van drugsgebruik, zeker in Amsterdam. „Mensen komen hierheen met het idee: in Amsterdam is het vrijheid blijheid, ik kan alles gebruiken wat ik wil. Dat kan escaleren, zeker als het samenkomt met psychische problemen.” Anders dan bij psychische problemen, zegt Flameling, is het gebruik van drank en drugs een persoonlijke keuze. „Het is dan ook wel gepast om naar jezelf te kijken.” Hij ziet „ergernis” bij medewerkers die te maken krijgen met de gevolgen van drank- en drugsgebruik. „Wíj hebben er niet voor gekozen om in deze situatie te belanden.”
‘Veel geleerd’
Er is „veel geleerd” van de tragische dood van Sammy Baker, zegt Flameling. De Amsterdamse politie heeft nu de beschikking over stroomstootwapens, waardoor agenten minder snel naar hun dienstwapen hoeven te grijpen. De komst van ‘regisseurs zorg en veiligheid’ in de basisteams is na het incident versneld. Het contact met de ‘medium care ambulance’, waarvan het personeel getraind is in de omgang met verwarde personen, is „beter georganiseerd dan vroeger”. Alleen, zegt Flameling, het fundamentele probleem los je met al die maatregelen niet op. „We zijn in de kern geen zorginstelling.”