Gouden Griffel voor ontroerend migratiekinderboek, Gouden Penseel voor gelaagde dierentekeningen

Profiel

Kinderboekenprijzen Het actuele en ontroerende migratiekinderboek Misjka krijgt de Gouden Griffel – eindelijk prijs voor Edward van de Vendel, met zijn Afghaans-Nederlandse co-auteur Anoush Elman. Jonge illustrator Djenné Fila krijgt het Gouden Penseel. Beide auteurs ontvangen 10.000 euro aan prijzengeld.

Winnaar van de Gouden Penseel Djenné Fila. Edward van de Vendel en Anoush Elman zijn de winnaars van de Gouden Griffel.
Winnaar van de Gouden Penseel Djenné Fila. Edward van de Vendel en Anoush Elman zijn de winnaars van de Gouden Griffel. Foto Danu Caris / CPNB

Gouden Griffel

Edward van de Vendel & Anoush Elman: Misjka

Het konijn is zoek! Dát verhaal is niet nieuw in de jeugdliteratuur. Je kunt het kinderboek Misjka dan ook oneerbiedig wegzetten als een „simpel boek dat over bijna niks gaat”, zoals een andere jury suggereerde – maar de jury van de Gouden Griffel zag de brille onder die ogenschijnlijke eenvoud. Zij noemde het een „actueel en ontroerend familieverhaal, subliem en op pakkende wijze geschreven” en bekroonde het als het beste kinderboek van het jaar.

Want konijntje Misjka staat voor iets anders: zij woelt met haar ontsnapping uit het konijnenhok een groter verhaal los. De jonge Roya is met haar gezin ooit uit Afghanistan naar Nederland gevlucht, maar dat verhaal lijkt klaar. Ze hebben nu een eigen huis en de vlucht is voor haar slechts een spannend verhaal, een beetje zoals dat van een ontsnapt konijn. Maar zo’n verhaal voelt wel anders als het over je eigen ‘sneeuwbalbolletje’ gaat, over zo ongeveer een gezinslid, en menens lijkt, op leven en dood.

Misjka trekt – onnadrukkelijk, zonder het kinderlijke gevoel van een spannende speurtocht in de weg te zitten – een parallel tussen Misjka’s vlucht en die van het Afghaanse gezin. Ontbering, racistische omstanders, maar ook vrolijke liedjes onderweg en steun van het gezin. Na de goede afloop komt Roya tot inzicht over haar huisdier: „Hij wilde begrijpen hoe het is om op de vlucht te zijn en niet meer te weten hoe het verder moet.” Maar ook: „En hij wilde begrijpen hoe het is om na lange tijd eindelijk, eindelijk ergens thuis te komen.”

Daarmee schreef Edward van de Vendel (1964) een verhaal dat nieuw is in de Nederlandse jeugdliteratuur: over het leven ná een migratiegeschiedenis. Dat verhaal is doorvoeld, doorleefd: Anoush Elman was Van de Vendels co-auteur, net als vijftien jaar geleden. Jeugdroman De gelukvinder (2008) was gebaseerd op zijn vlucht uit Afghanistan en aankomst in Nederland; het ontsnapte dwergkonijntje vertelde een wezenlijke aanvulling, zo besloten de twee.

„In het leven heb je veel niet te kiezen – de Taliban of gevangenschap, dat overkomt je – maar je kunt wel kiezen hoe je met narigheid omgaat”, zei Van de Vendel in een interview. Dat typeert hem als schrijver en dichter, telkens op zoek naar warmte en vrolijkheid. Daarbij streeft hij ernaar „lievelingsboeken” te schrijven: door kinderen omarmd én van de hoogste kwaliteit, waarbij de literaire diepte in de oprechtheid zit. Van de Vendel won al veertien Zilveren Griffels, maar met hoogtepunt Misjka, dit voorjaar ook bekroond met de Vlaamse Boon, voor het eerst Goud.

Illustratie Djenné Fila

Gouden Penseel

Djenné Fila: Een kleine geschiedenis van de mens door dierenogen

Hoe de verhoudingen liggen is duidelijk: in de bekroonde illustraties van Djenné Fila (1995) zijn de dieren reusachtig. De dikdik, een kleine antilope-achtige Afrikaanse savannebewoner, beslaat de gehele pagina in het grootformaat boek Een kleine geschiedenis van de mens door dierenogen. Slechts in de reflectie van de dikdikoogbollen zie je een piepklein mensje.

Schrijver Joukje Akveld vertelt over de mensheid vanuit dierenperspectief, en illustrator Djenné Fila verrijkt die geschiedenis met haar beelden. Zij krijgt daar het Gouden Penseel voor, de jaarlijkse hoofdprijs voor kinderboekillustraties. De jury prijst hoe haar illustraties „niet alleen een artistieke waarde uitstralen en vernieuwend zijn, maar dat ze in combinatie met de tekst ook een toegevoegde waarde hebben”.

Fila, die in 2017 cum laude afstudeerde aan de Academie voor Kunst en Vormgeving St. Joost, maakte een bliksemcarrière als kinderboekillustrator. Het sprookjesachtige lag haar meteen, met rijke, gelaagde beelden met een tijdloze sfeer – aansluitend bij de Minotaurus-verhaal Het beest met de kracht van tien paarden (2019), het Egypte van Schaduw van Toet (2021), beide van Lida Dijkstra, of de Strawinsky-navertelling De vuurvogel (2020), door Bette Westera. Fila’s illustraties voor dat laatste boek vielen ook internationaal op: de jonge Tilburgse illustrator viel in de prijzen bij de European Design Awards 2021. Haar illustraties werden geprezen om hun „krachtige composities met fijnzinnige elementen, waardoor de kijker even aan de realiteit kan ontsnappen”.

Fila combineert verschillende technieken en materialen: ze experimenteert met ecoline en verf, maar ook ansichtkaarten en de textuur van sinaasappelnetjes. Maar ook de specifieke kleuren en texturen van koffie, sponzen, bladgoud en rucola, kwamen in haar illustraties terecht. Die elementen knipt, plakt en fotografeert ze en bewerkt ze verder op de computer. In Photoshop kan ze eindeloos assembleren – met vaste lijnen op papier werkt ze daardoor eigenlijk nooit. Ze houdt, zei Djenné Fila in een interview met Hebban, van „de verrassingen en speelsheid die de computer biedt. Van het kunnen schuiven met mijn lagen, en dat de lijnen niet ‘vast zitten’ op het papier.”

Die gelaagdheid ambieert Fila ook mét haar illustraties: aan de tekst moeten haar beelden een extra verhaalelement toevoegen. In Een kleine geschiedenis van de mens door dierenogen is dat te herkennen in een foto-achtig realisme, maar evengoed een sterke sfeer. Het gruizige roodbruine zand geeft dramatiek aan het verhaal van myxomatose in Australië, het eindeloos gedetailleerde verendek vergroten de betrokkenheid bij de kakapo, een geelgroene vogel uit Nieuw-Zeeland.