N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Huiswaarts Een nieuwe wijk in Heerlen moest de neergang van de voormalige mijnstad stuiten.
‘Het wonder van Heerlen’ is de ondertitel van Maankwartier, het boek van Joos Philippens over de nieuwe, in 2020 voltooide stadswijk in de Limburgse krimpstad. En het is waar: wie een jaar of twaalf niet in Heerlen is geweest en per trein aankomt, ziet onmiddellijk dat het station en omgeving een verbazende metamorfose hebben ondergaan. In de plaats van het armzalige stationsgebouw uit 1985, met een tunnel die ook dienst deed als hang- en scharrelplek van daklozen en junkies, is een imposante citadel boven het spoor gekomen. De nieuwe wijk omvat niet alleen een nieuw station, maar ook 58 sociale-huurwoningen, 57 koopwoningen, ruimtes voor kantoren, horeca en winkels, een groot hotel en een parkje. Het totale vloeroppervlak van het Maankwartier (kosten: ongeveer 200 miljoen euro) is bijna veertien voetbalvelden (94.000 vierkante meter).
Geniale kunstenaar
In Maankwartier. Het wonder van Heerlen beschrijft Philippens op lyrische wijze hoe de nieuwe stadswijk tot stand kwam. Het begon allemaal in 2003 met een idee van de geboren en getogen Heerlenaar Michel Huisman (1957), die Philippens omschrijft als een geniale, charismatische kunstenaar. Anders dan de gemeente van plan was, moest het gribusstation niet worden vervangen door een sober en doelmatig gebouw met een smalle luchtbrug over het spoor, zo bedacht Huisman, maar door een complete woon-werkwijk naast én bovenop de treinsporen. Alleen een nieuwe ‘city on the hill’ kon de neergang stuiten van de stad die eens de rijkste was van Nederland maar na de sluiting van de kolenmijnen een halve eeuw geleden steeds verder was verpauperd.
Een gemeenteambtenaar met stedenbouw in zijn portefeuille zag wel iets in Huismans idee en liet hem dit, tegen betaling, uitwerken tot een grote maquette van een gigantisch haakvormig gebouw, met een boven de sporen zwevend plein als hart. Wonderlijk genoeg werd het ambitieuze ontwerp van Huisman onmiddellijk omarmd door het Heerlense stadsbestuur. De waarschuwingen van de talrijke critici van Huismans plan dat het Maankwartier een ‘Waankwartier’ zou worden en tot nog meer leegstand van winkels en kantoren zou leiden, sterkten het gemeentebestuur slechts in zijn geloof dat de nieuwe stationswijk de redding van Heerlen zou worden. Na jarenlang gesteggel met projectontwikkelaars en de NS was in 2012 de financiering rond en kon de bouw, die de gemeente Heerlen uiteindelijk zo’n 60 miljoen euro zou kosten, beginnen.
Architectuur als religie
Zo rotsvast was het gemeentelijke geloof in het Maankwartier dat Huisman vrijwel carte blanche kreeg. Niet alleen mocht hij de gebouwen ontwerpen, maar ook de lantaarnpalen, straatmeubilair, parkjes en pleinen. Ook de 89 kosmische sculpturen in het Maankwartier zijn van zijn hand. Hiervan is de 1,64 miljoen kostende Heliostaat de grootste. De ruim twintig meter hoge Zonnetoren, die lijkt op een bescheiden toren van Babel van beton en staal, heeft als top een schuinstaande halve bol met een doorsnede van 6,2 meter. De met een spiegel beklede onderzijde laat het zonlicht, dwars door een vijvertje met een met algen begroeide glazen bodem heen, flauwtjes in de ondergrondse parkeergarage schijnen.
Huisman heeft zijn Maankwartier eens in kosmisch-religieuze termen omschreven als een gigantisch Gesamtkunstwerk, dat ‘als een grote, witte berg het licht weerkaatst en zo wit brengt in het zwart van Heerlen, als een maan’. In zijn boek noemt Philippens de nieuwe wijk dan ook unverfroren ‘het verlossende Maankwartier’. En het moet gezegd: gezien vanuit de Saroleastraat heeft de zuidkant van het Maankwartier wel iets weg van het Hemelse Jeruzalem, dat in het laatste Bijbelboek, de Openbaring van Johannes, neerdaalt op de aarde als afsluiting van het einde der tijden. De autovrije winkelstraat gaat over in een kromme, brede hellingbaan die tussen bomen, rododendrons, azalea’s en vlinderstruiken omhoog voert naar een bakstenen gebouw met een immense, boogvormige hemelpoort waarachter stralend witte en roze gebouwen zichtbaar zijn.
De altijd in de schaduw liggende noordzijde van het Maankwartier biedt een heel ander aanzicht. Met een grotendeels gesloten, wit gepleisterde onderkant waarin onder meer een grote Jumbo-supermarkt zit, doet de Heerlense hemel zich hier voor als een norse burcht. De Heerlense noordelingen moeten naar het Spoorplein over een brede, lange trap door, alweer, een boogvormige poort (of met een van de 25 liften).
Aan het Spoorplein, dat bestaat uit een gigantische betonplaat boven de treinsporen en gedeeltelijk is bekleed met gezellige klinkers, liggen het spoorwegstation, het hotel en een kantoorgebouw met een galerij op de begane grond. In het kantoordeel bevindt zich nog een boogpoort, met (rol)trappen naar de bushaltes beneden onder een mooie, met blauwe regen begroeide stationskap.
Het Spoorplein loopt over in het door woningen omgeven Maanplein, waar de bomen zijn geplant en de Heliostaat staat. De woningen in het Maankwartier zijn te herkennen aan buitenruimtes als balkons, loggia’s en terrassen. Maar verder wijkt de woningarchitectuur nauwelijks af van die van de kantoren en het hotel. Of de gevels nu van baksteen zijn of wit en roze gepleisterd, allemaal doen ze denken aan oude fabrieken en pakhuizen. Om de illusie van oude gebouwen te versterken heeft Huisman de dilatatievoegen in het metselwerk laten vermommen als scheuren en hangen er naast sommige ramen luiken die nooit zullen worden gesloten. Enkele ramen zijn, alsof er onbewoonbaar verklaarde woningen achter schuil gaan, dichtgetimmerd met houten planken en her en der staan bomen voor de gevels in zes meter hoge plantenbakken.
Toch kunnen alls fratsen niet voorkomen dat de architectuur in het hemelse Heerlen eentonig en onbeholpen oogt. Maar erger dan de bleke architectuur is nog dat het Maankwartier niet heeft gezorgd voor de verlossing. Drie jaar na de voltooiing staat een groot deel van het nieuwe centrum van Heerlen leeg. De meeste van de restaurants en cafés die zich in 2020-21 op het Spoorplein hadden gevestigd, zoals het Braziliaanse eethuis Rio Grill, zijn alweer vertrokken. En niet alleen is veel van de kantoorruimte nog altijd niet verhuurd, ook voor het hotel is geen exploitant gevonden. Zo is het Maankwartier nu voor een groot deel een spookwijk vol hoeken en gaten waar ‘ogen op de straat’ ontbreken en de hangjongeren, drugdealers en maanzieke daklozen zijn teruggekeerd.