N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Interview
Micky Adriaansens Minister van Economische Zaken
Minister Micky Adriaansens wil grote industriebedrijven met subsidie vergroenen. Diezelfde bedrijven krijgen nu fossiele belastingvoordelen. Maar die kan je niet zomaar afschaffen, vindt ze. „Dat vind ik echt, met alle respect, dom beleid.”
Micky Adriaansens is een minister die graag een VVD-geluid laat horen. Regelmatig waarschuwt ze dat de lasten voor bedrijven te veel stijgen. Ze vindt dat we wel wat vriendelijker mogen praten over het bedrijfsleven. En de demissionair minister van Economische Zaken vond het „een vreselijk, vreselijk slecht idee” dat de Tweede Kamer na Prinsjesdag zonder het demissionaire kabinet bedacht om de inkoop van eigen aandelen te belasten.
„Wat zijn we nou aan het doen?”, zegt ze op haar statige, met hout beklede kamer op het ministerie. „Voor buitenlandse bedrijven die overwegen te investeren in het vergroenen van hun Nederlandse fabrieken, is voorspelbaar, saai beleid superbelangrijk. Belastingen voor bedrijven verhogen is de slechtste optie. Als je bedrijven straft, is het maar de vraag of ze gaan doen wat we willen. Laten we niet doen alsof Nederland de meeste aantrekkelijke danspartner is voor die bedrijven.”
Adriaansens mag ondanks de val van het kabinet-Rutte IV van de Tweede Kamer doorgaan met haar grote waagstuk. Ze probeert nu met vijftien grote industriebedrijven afspraken te maken over het vergroenen van hun energieverslindende fabrieken waar het productieproces gedomineerd wordt door fossiele grondstoffen. In ruil voor die vergroening heeft het demissionaire kabinet een subsidiepot klaarstaan van 3 miljard euro.
Deze ‘maatwerkafspraken’ met onder andere staalfabriek Tata Steel, oliereus Shell, plasticfabrikant Dow en kunstmestfabriek Yara zijn een groot deel van het plan waarmee het kabinet-Rutte IV de uitstoot van CO2 wilde verminderen.
Adriaansens wilde in 2022 al vijf intentieverklaringen met bedrijven tekenen. Maar het liep minder snel. Inmiddels is het gelukt om met acht bedrijven die eerste, voorzichtige stap te zetten, laat ze woensdag in een brief aan de Tweede Kamer weten. Het echte werk begint nu pas, want nu moet blijken wat bedrijven aan steun willen en wat Adriaansens er voor over heeft. Slechts één bedrijf zit in de volgende fase, chloorfabrikant Nobian, maar die stoot maar weinig CO2 uit.
Vlak bij haar ministerie eisen demonstranten van Extinction Rebellion op de A12 dagelijks dat ‘fossiele subsidies’ worden afgeschaft. Het kabinet maakte op Prinsjesdag bekend dat die belastingvoordelen voor bedrijven die veel fossiele brand- en grondstoffen gebruiken, maar liefst 39,7 tot 46,4 miljard euro bedragen. Meer dan tot nu toe ooit berekend.
Moeten fossiele subsidies worden afgeschaft?
„We moeten van die subsidies af, en daar zijn we ook al mee begonnen. Het is een megabak met geld, maar we moeten ook goed kijken: waar hebben we het over? Het prijsplafond voor burgers staat in die lijst. Zelfs groen energieverbruik staat er soms in als fossiele subsidie. Werkelijk alles is meegenomen. We moeten zorgen dat we zo snel mogelijk niet meer afhankelijk zijn van fossiel. Maar dat moet je wel verantwoordelijk doen. Er is geen tovertruc, van Tita Tovenaar, en je bent er vanaf.”
Maar kan je van die hele 46 miljard euro aan subsidies af?
„Er is een verschil tussen fossiele brandstoffen en de fossiele grondstoffen die bedrijven gebruiken om producten als plastic van te maken. Voor fossiele brandstoffen zijn er schone alternatieven aan het ontstaan. Voor fossiele grondstoffen nog niet. Je moet wel reëel zijn. Als je te hard drukt, dan druk je de chemische industrie weg.”
Maar als je klimaatneutraal wil zijn in 2050 is het niet raar dat je op fossiele grondstoffen belasting gaat heffen. Want daar wil je vanaf.
„Ja, maar dat moet je doen op het moment dat er ook een alternatief is, want anders is het gewoon een strafheffing die buurlanden niet hebben. Dat vind ik echt, met alle respect, dom beleid. Wat ik aan het doen ben, is zorgen dat we in Nederland een schone industrie hebben. Probeer maar eens een dag geen producten te gebruiken waar olie of chemische stoffen in zitten. Dat lukt gewoon niet.”
Uit onderzoek blijkt dat het wel meevalt met hoe snel bedrijven naar het buitenland vertrekken.
„Op dit moment buitelt er wel heel veel over elkaar heen. Wij zijn best lastig als land. In Amerika krijgen bedrijven sneller geld. Daar kunnen ze binnen twee weken tekenen bij het kruisje. In Europa kost dat meer tijd. En Nederland zit met beperkingen: het stikstofprobleem, een tekort aan personeel, de tijd die het duurt om een vergunning te krijgen, het volle elektriciteitsnet. Het is een emmer waar iedere keer een druppel in valt. Een optelsom die aan de bestuurstafel tot een bepaald sentiment leidt. Ze doen de fabriek niet morgen dicht. Maar het kan best zo zijn dat zo’n bedrijf dan 5, 6 of 7 jaar door produceert en dan de tent sluit. Dat is echt geen irreëel scenario.”
Uw collega Rob Jetten, D66-minister van Klimaat en Energie, zei recent dat er in 2030 een verbod moet komen op het produceren van staal met kolen. Hij vindt: niet alleen praten met bedrijven als Tata Steel, maar ook een stevige stok achter de deur zetten. Dat klinkt als kritiek op uw aanpak.
„Hij heeft dat gezegd als partijleider. Hier op het ministerie is hij minister van Klimaat en Energie. En als minister staat hij achter het kabinetsbeleid. Zo doen we dat met elkaar.”
Adriaansens zegt dat Tata Steel – verantwoordelijk voor 7 procent van de nationale CO2-uitstoot – een „heel moeilijke casus” is. „Ze willen overgaan op een nieuw verduurzamingsplan dat minder risico in zich heeft. We hebben afgesproken dat we eind oktober een nieuwe versie van hun maatwerkplan krijgen.”
Vond u het een goed idee van Jetten, een verbod op kolen? Hij vindt dat er meer druk moet komen te staan op die bedrijven.
Adriaansens, op ferme toon: „Maar ook dan toch even: het ministerie van Economische Zaken doet dit allemaal sámen. Dus wij zijn samen in gesprek met Tata. Wij zorgen dat we nu een goed plan hebben binnen afzienbare tijd. Dáár vind ik dat de druk op moet zitten.”
Hoeveel financiële steun denkt u dat Tata Steel nodig heeft?
„Geen idee.”
Nee?
„Nee, oprecht niet. Er ligt nog geen financiële claim. Dus daar kan ik ook geen uitspraak over doen. Als ik die zou doen dan denken zij: o, daar houdt ze rekening mee.”
Er zijn burgers die dit op een afstandje volgen en denken: waarom moet er belastinggeld naar al deze uitstoters. Zij hebben nog altijd geen idee van de bedragen waar het om gaat.
„Bij sommige bedrijven gaat het helemaal niet om geld. Ik dacht in het begin: o wauw, gaan we het wel halen met drie miljard? Maar we hebben al andere subsidies die ook ingezet kunnen worden. Daar kijken we altijd eerst naar. Vaak gaat het over het versnellen van vergunningen of garanties over wanneer nieuwe energieinfrastructuur beschikbaar is.”
Industriebedrijven moeten hun uitstoot van CO2 gestaag verminderen door Europese regels en een Nederlandse heffing op CO2. Het idee achter de maatwerkafspraken van Adriaansens is dat deze bedrijven in Nederland blijven en toch met zekerheid hun uitstoot verlagen. Dat zou, hoopt ze, de uitstoot met 3,5 megaton extra kunnen verlagen in 2030. In totaal moet Nederland in 2030 ongeveer 55 megaton minder CO2 uitstoten dan nu.
Kan je dan concluderen dat u met 3 miljard euro maar 3,5 megaton aan CO2 bespaart?
„Ja, het is groot geld. Maar we bereiken meer dan alleen die reductie. Ik geloof dat dit een kans is om een schoon land te creëren, om een voorbeeld te geven en te zorgen dat we al die banen, technologie en kennis hier houden.”
Er is ook een aantal bedrijven zonder intentieverklaringen. Plasticproducent Sabic, en de raffinaderijen van ExxonMobil en BP, bijvoorbeeld. Waar zit dat hem in?
„Het is een traject waar ze vertrouwen in moeten krijgen. Bedrijven moeten vertrouwelijke gegevens leveren. Ze hebben soms heel andere ervaringen met de overheid. Ze moeten snappen: we’re in this together. Je moet naast die industriebedrijven gaan staan. Bedrijven moeten het ook uitleggen aan hun aandeelhouders in het buitenland. En dan komt weer het vertrouwen in ons totale vestigingsklimaat om de hoek kijken.”
Wat als het niet tot een afspraak komt? Dan worden dit sterfhuisconstructies.
„Het is aan het bedrijf zelf, en aan ons, om de regels strak te houden. Als een bedrijf niet verduurzaamt, wordt het heel kostbaar om hier te zijn, door de CO2-heffing. Dat kan voor een bedrijf gaan om miljoenen euro’s per megaton.”
Is het een gevaar van wat u doet dat u de oude economie overeind probeert te houden?
„Dan doe je ze tekort. Kijk naar Shell, die bouwt een waterstoffabriek op de Maasvlakte. Zij hebben de power en het geld om te vergroenen. Wij kunnen wel willen vergroenen, maar zij moeten het doen.”
Het kan zijn dat je nu een bedrijf steunt dat over twintig jaar concludeert dat het hier toch niet uit kan.
„Dat kan. Ik krijg ook wel eens te horen: waarom zet je niet in op één sector? Dat zou knap stom zijn. Ik kan niet beslissen wat gaat werken, dat moet de markt doen. Dus wij stellen de doelen, en de bedrijven moeten met hun innovatiekracht laten zien wat gaat werken.”
U wilde eigenlijk in een hoger tempo afspraken maken. In de Tweede Kamer hoor je soms de verzuchting: waarom duurt het zo lang?
„Het is ontzettend moeilijk om dit te doen, informatie uit te wisselen, te checken, due diligence te doen. Een bedrijf moet precies hebben uitgezocht welke technieken het wil toepassen. Wij kwamen er zelf nog met een extra stikstofeis overheen. Uiteindelijk hebben we hier geen draaiboek voor liggen. Tijdens het spel zijn we de regels aan het verzinnen. Dit is uniek in de wereld. Andere landen geven subsidies, wij duiken samen in hun productieprocessen.”
We horen ook dat bedrijven huiverig zijn met een demissionaire minister zo’n afspraak te tekenen.
„Daar krijg ik wel vragen over van bedrijven en het maakt de situatie niet stabieler. Maar ik roep de bedrijven wel op om ermee door te gaan.”