N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Zorgkosten De basispremie voor klanten van zorgverzekeraar DSW ligt komend jaar op 149 euro per maand. Dat is een verhoging van 8 procent.
Zorgverzekeraar DSW verhoogt de zorgpremie dit jaar met 8 procent, waarmee verzekerden volgend jaar maandelijks 149 euro kwijt zijn aan de basispremie. Dat is een stijging van 11,50 euro per maand – de grootste stijging sinds 2006, toen de huidige Zorgverzekeringswet inging. DSW maakt traditioneel ieder jaar als eerste de nieuwe premie bekend, andere zorgverzekeraars hebben tot 12 november de tijd dat ook te doen.
Het kabinet voorspelde met Prinsjesdag al een stijging van 12 euro per maand. Vorig jaar verwachtte het kabinet een soortgelijke stijging, maar die viel uiteindelijk lager uit. Dat de toename dit jaar is uitgebleven, komt doordat de reserves inmiddels flink geslonken zijn, zegt bestuursvoorzitter van DSW Aad de Groot. De afgelopen jaren werden de reserves gebruikt voor het beperken van de premiestijgingen. „Het is voor het eerst dat dat niet kan.”
Zorgverzekeraars moeten wettelijk ongeveer 500 euro per verzekerde in de kas hebben. DSW heeft iets meer over dan dat, zegt De Groot. Daarmee heeft het bedrijf een buffer voor nieuwe verzekerden.
Stijgende zorgkosten
De voornaamste redenen voor de premiestijging zijn hogere loonkosten van zorgpersoneel, de toenemende zorgvraag vanwege vergrijzing en nieuwe technologische ontwikkelingen. Dat laatste is „geweldig” voor de kwaliteit van de zorg, zegt De Groot, maar zorgt er ook voor dat de kosten stijgen. „Glucosemeters voor diabetespatiënten, bijvoorbeeld, zijn een grote verbetering ten opzichte van de teststrips die patiënten vroeger gebruikten. Maar ze zijn wel heel duur.”
De premiestijging is gebaseerd op de verwachting van de stijgende zorgkosten komend jaar. Later dit jaar beginnen de onderhandelingen tussen zorgverzekeraars en zorgaanbieders over de contracten die bepalen hoeveel een aanbieder vergoed krijgt voor een bepaalde behandeling. Gemiddeld gaan die vergoedingen net als de premie met iets meer dan 8 procent omhoog, zegt De Groot, maar niet in iedere sector.
Huisartsen krijgen bijvoorbeeld wat meer, omdat in het Integraal Zorgakkoord is afgesproken dat er meer tijd voor de patiënt moet zijn. Maar de wijkverpleging krijgt er weer minder bij, omdat het aanbod daarvan vanwege personeelstekorten niet kan groeien. „Dus dan stijgen de kosten minder hard.”
De Groot pleit voor een aantal „fundamentele veranderingen” in de huidige organisatie van de zorg. Dat wil zeggen: minder marktwerking en concurrentie. „De concurrentie die er nu is, is lang niet altijd gericht op het verbeteren van de zorg.” Verzekeraars geven nu ieder jaar miljoenen uit aan reclame om een paar duizend „jonge, goedkope verzekerden” te laten overstappen – geld dat beter aan de zorg besteed kan worden, vindt De Groot. En tijdens de contractonderhandelingen „gaan we rollend over straat met zorgorganisaties”. „Ik betwijfel of dat bijdraagt aan de zorg in Nederland.”
‘Gezondheidskloof’ verkleinen
Als DSW wil De Groot geen geld meer uitgeven aan extra reclame in de overstapperiode en, belangrijker, de contracten met zorgaanbieders regionaal organiseren in plaats van landelijk. Dat zou inhouden dat de preferente zorgverzekeraars – de marktleiders – in een gebied afspraken maken met zorgaanbieders en dat de overige verzekeraars die afspraken volgen. „De marktleiders weten het best wat er speelt in hun regio.” Zo’n aanpassing vergt vertrouwen in elkaar en haalt voor een deel marktwerking weg, zegt De Groot. „Als dat niet samen lukt, kan de overheid nog een rol spelen.”
De zorg – en de zorgverzekering – regionaal organiseren kan volgens De Groot „de gezondheidskloof” in Nederland verkleinen. De grootste zorgverzekeraars hebben beter zicht op wie in een kwetsbare situatie zit dan de rest. „Daarvan weet je dat de kans groter is dat zij zorg gaan mijden als de zorgkosten stijgen.”
DSW, dat de meeste klanten heeft in Delfland, Schieland en Westland in Zuid-Holland, zag zelf dat veel kinderen in de regio niet naar de tandarts gingen. „Ouders dachten dat ze daarvoor moesten betalen, maar voor kinderen zit de tandarts in de basisverzekering. We hebben die gezinnen aangeschreven, en de helft van de kinderen om wie het ging, gaat nu wel naar de tandarts.”