N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Vervoer De kosten, de milieubelasting: er zijn verschillende redenen om de auto de deur uit te doen. Maar zeker als je in een stad woont, kan het best, ervaren bewust autolozen. Al leidt het wel tot veel georganiseer en soms meewarige blikken.
Rogier Bruin (47) uit Den Helder maakt er een sport van om grote spullen op zijn fiets te vervoeren, laatst nog een ladder die hij bij de bouwmarkt had gekocht. „Je arm wordt lam, maar dan is het even pauzeren, van kant wisselen en weer verder.”
Tien jaar geleden deed Bruin, marineofficier, VVD-raadslid en sinds kort ook kandidaat-Kamerlid, zijn auto weg. Hij ging destijds dagelijks met de trein naar zijn werk in Amsterdam en in zijn woonplaats deed hij vrijwel alles op de fiets. „Het kan hier flink waaien, maar ook dan voelt fietsen veel lekkerder dan in de auto zitten. Die stond gewoon weg te roesten voor de deur”, vertelt Bruin aan de telefoon, terwijl hij in een flink tempo op de loopband onder zijn stabureau loopt. Op thuiswerkdagen legt hij zo’n 25 kilometer per dag af, zegt hij.
Met zijn autoloze jubileum scoorde Bruin onlangs een bescheiden hit op netwerkplatform LinkedIn. De meeste mensen reageerden positief op zijn post over het leven zonder auto. Onder hen ook veertigers en vijftigers die dezelfde keuze hebben gemaakt of dat van plan zijn. Terwijl het autobezit juist onder deze groep traditioneel het hoogst is, zoals blijkt uit onderzoek door het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM). In deze leeftijdscategorie hebben pakweg zes op de tien Nederlanders een auto.
Volgens het KiM heeft 26 procent van de Nederlandse huishoudens geen auto. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) komt door een andere rekenmethode op ruim 30 procent. Onder die ‘autolozen’ zijn veel jonge mensen en senioren. Het overgrote deel heeft volgens het KiM-onderzoek geen auto om financiële of gezondheidsredenen.
Ongeveer 6 procent van de Nederlandse huishoudens zou best een auto kunnen betalen, maar kiest er nadrukkelijk voor geen auto te hebben. De motieven verschillen: meer bewegen, het milieu ontzien, geld besparen.
Verre reizen
Zo hebben communicatieadviseur Tim Preger (55) en zijn vrouw jaren geleden hun auto de deur uit gedaan en sindsdien de maandelijkse besparing van 400 euro opzijgezet, op wat hij noemt de ‘leuke-dingen-doen-rekening’. Van dat geld hebben zij onder meer een paar verre reizen gemaakt, de laatste keer was dat naar Japan. Misschien smokkelt hij een beetje, erkent Preger, want de kosten voor huurauto’s en ov heeft hij niet van dat maandbedrag afgetrokken. Voor een vakantie naar de Baltische staten huurde hij vorige zomer voor een maand een auto à 1.700 euro. „Niet goedkoop, maar ik haal het er makkelijk uit. Voorheen was ik echt een petrolhead en reed in grote auto’s. De laatste was een Mercedes met acht cilinders. Alleen al vervanging van de bougies kostte honderden euro’s.”
Ook duurzaamheid speelt vaak mee bij de overweging het zonder auto te doen. Arjen Tolkamp uit Deventer (59) heeft een maand geleden de knoop doorgehakt toen zijn privateleasecontract na vijf jaar afliep. Naar zijn werk als ambulant verpleegkundige in Arnhem gaat hij sindsdien met de trein, en daar pakt hij de fiets. „Ik heb mezelf wel een elektrische fiets cadeau gedaan. Arnhem is nogal heuvelachtig en ik wil niet bezweet bij mensen aankomen.”
Milieu- en klimaatoverwegingen gaven voor hem de doorslag. „Volgens mij is het nodig om als samenleving een stapje terug te doen. Daar kun je dan wel een preek over afsteken, maar je moet zelf ook iets doen.”
Volgens mij is het nodig om als samenleving een stapje terug te doen
Dat neemt niet weg dat het Tolkamp toch tegenvalt om geen auto meer te hebben. De dagelijkse dingen, zoals werken en boodschappen doen, lukken prima. Maar hij gaat in het weekend graag vroeg in de ochtend naar natuurgebieden om vogels te fotograferen, bijvoorbeeld naar het Dwingelderveld bij Hoogeveen, en dat lukt niet met het ov. Wel heeft hij een abonnement genomen op een deelauto, maar dan moet hij zo’n uitstapje wel ruim van tevoren plannen. „Ik ben meer van het wakker worden en denken: vandaag heb ik zin om te gaan. Fotograferen werkt ook niet bij elk weer. Sinds de auto weg is, ben ik daardoor wat minder actief. Daar baal ik wel van. Maar ik ga ervan uit dat het een fase is, dat ik dit ongemak overwin.”
Afkicken
Ontwenningsverschijnselen noemt Tolkamp het. De verslavingsmetafoor kom je vaker tegen. „Ik moest een halfjaar afkicken”, zegt Tim Preger. „In die tijd ging ik toch weer rondkijken – zal ik er niet toch maar één kopen? Pas na dat halfjaar realiseerde ik me: ik ben gek als ik het doe, dit scheelt zoveel geld.”
De bewust autolozen – of autovrijen, zoals het KiM hen typeert – zetten veel andere vervoermiddelen in: elektrische fiets, vouwfiets, OV-fiets, treinen, belbussen, deelauto’s, huurauto’s en leenauto’s.
Bestuursadviseur Mark Luijten (50) is van plan een abonnement te nemen op het deelvervoernetwerk in zijn woonplaats Nijmegen. Daar zijn elektrische bakfietsen te huur, voor als je het niet ziet zitten om met ladders op de fiets te balanceren. Luijten heeft nog wel een auto, maar experimenteert nu met ritten per openbaar vervoer die hem voorheen vrijwel ondoenlijk leken. Zo moest hij onlangs voor werk op een adres langs de snelweg in Zeist zijn. De rit met de trein en daarna een OV-fiets vond hij een openbaring. „Ik was twintig minuten langer onderweg dan met de auto, maar de reis leverde me drie kwartier extra werktijd in de trein op en twintig minuten beweging met een heerlijk tochtje door bosgebied. Een jaar geleden ben ik voor mezelf begonnen, dan telt elk uur dat je kunt werken.”
Hij heeft lang getwijfeld, maar wil de auto nu echt wegdoen. „De acties van Extinction Rebellion hebben me aan het denken gezet. Mijn eigen gebruik van fossiele brandstoffen beperken is natuurlijk een druppel op een gloeiende plaat. Maar ik wil toch mijn verantwoordelijkheid nemen.”
Laptop op schoot
Ook Rogier Bruin is fan van de trein. Nu hij op een kazerne in Utrecht werkt, heeft hij per dag ongeveer vier uur reistijd. „In de auto kun je alleen bellen, terwijl ik in de trein mijn e-mails en alle stukken voor de raadsvergaderingen ’s avonds lees. Ik zit altijd met een laptop op schoot. Voordeel is dat ik in Den Helder opstap en er dus altijd plaats is.”
Net als de anderen beseft hij dat deze manier van reizen vooral haalbaar is als je in een stad woont. Voor mensen in dorpen en afgelegen oorden wordt het al veel lastiger. Daar moeten ze vaak grotere afstanden afleggen naar haltes en faciliteiten, terwijl het openbaar vervoer minder frequent rijdt en er bijvoorbeeld veel minder deelauto’s beschikbaar zijn.
Lees ook: ‘Mijn vrienden in Staphorst hebben allemaal een auto’
Dat blijkt ook uit cijfers over autobezit. Alleen in de vier grootste steden van Nederland – Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag – bleef het aantal auto’s de afgelopen jaren achter bij de bevolkingsgroei. Amsterdam heeft het laagste autobezit van Nederland, met gemiddeld één auto op twee huishoudens. Het andere uiterste vormt het Overijsselse Staphorst, met gemiddeld drie auto’s voor twee huishoudens. De onderzoekers van het KiM wijzen erop dat hierbij ook de sterk verschillende samenstelling van de huishoudens – veel singles versus kinderrijke gezinnen – meespeelt.
Sportwedstrijden
Kinderen en vriendjes naar sportwedstrijden rijden is er niet meer bij, erkent Tim Preger. Zijn zoon was zeven jaar toen zijn vrouw en hij de auto eruit deden. Zij namen daarna andere taken op zich, zoals de begeleiding van schoolreisjes en het plaats bieden aan de jaarlijkse klassebarbecue. „Vooral mijn vrouw heeft daar veel tijd in gestoken. Als anderen je kind rondrijden, wil je daar toch iets voor terugdoen.”
Wij worden geregeld voor gek verklaard, vooral door onze Twentse familie
Om een groepje kinderen naar het trampolinepark in Hoorn te vervoeren, wilde Rogier Bruin nog wel eens een auto lenen of huren. Toch kreeg hij soms verwijten van zijn twee dochters, van wie één inmiddels geneeskunde studeert. „Als we weer kilometers in de kou naar de manege moesten fietsen, werd er zeker geklaagd. Mijn weerwoord was: ik kan straks wél jullie studie betalen. En dat is nu ook zo.”
Hun omgeving vindt het soms wel raar dat ze geen auto hebben, merken de autolozen. „Wij worden geregeld voor gek verklaard, vooral door onze Twentse familie”, zegt Preger, die zelf in Amersfoort woont. „Mijn vrouw en ik dachten tien jaar geleden dat we voorlopers waren en dat met de opkomst van de deeleconomie heel veel mensen voor de deelauto zouden gaan. Maar we werden vooral meewarig aangekeken.”
Familieleden van verpleegkundige Arjen Tolkamp, die een maand geleden overstag ging, hebben weddenschappen lopen hoelang hij het volhoudt. Zelf durft hij niet helemaal uit te sluiten dat hij over een jaar weer zwicht voor een auto. Maar dan wel een elektrische.