Ena Sendijarević: ‘Film kan een bepaalde essentie van het leven raken’

Wat maakt het leven de moeite waard? Met het succes van haar tweede film ‘Sweet Dreams’ komt voor Ena Sendijarevic (36) de beloning voor jarenlang doorzetten. „Ik prijs mezelf gelukkig dat ik iets in het leven heb gevonden waar ik een passie voor heb.”

Foto Lars van den Brink

Als je als filmmaker tot een maand of drie geleden de eindjes aan elkaar hebt moeten knopen – goddank huur je je woning op de Zeedijk zo goedkoop – en de coronaperiode een vervelende, eenzame tijd was die ook nog eens je nieuwe film met een jaar vertraagde, ja, dan is het fijn als die er eindelijk is. En gaat „vliegen”, zoals Ena Sendijarević (36) het zelf noemt.

En blijkt te landen, gezien de lof die ze voor Sweet Dreams, haar tweede featurefilm, al heeft gekregen: op het prestigieuze festival in Locarno werd hoofdrolspeelster Renée Soutendijk verkozen tot beste actrice, zijzelf werd door de Junior Jury uitgeroepen tot een van de drie beste regisseurs, de film kreeg een plek op het filmfestival in Toronto, was afgelopen vrijdag de openingsfilm van het Nederlands Film Festival, is genomineerd voor acht Gouden Kalveren én is de Nederlandse inzending voor de Oscars van volgend jaar.

We spreken elkaar een dag nadat dat laatste bekend is geworden, een zomerse dag begin september op het Amsterdamse Marineterrein. Geweldig nieuws natuurlijk, maar Sendijarević is net zo blij met een recensie bij het Amerikaanse blad Variety. Geschreven door een recensent die in Berlijn woont, een stad waar ze zelf eerder heeft gewoond en Sweet Dreams heeft geschreven – ze vond het namelijk wel fijn om een satirisch portret van Nederlands-Indische familie op een plantage in Indonesië in de nadagen van het kolonialisme níét in Nederland zelf te schrijven, om even afstand te nemen. „Die recensent schreef er zo liefdevol over”, zegt Sendijarević. „Ik kreeg echt het gevoel dat ze de film begreep. De toon, de humor. Je kunt het onderwerp ervan ook reduceren tot geschiedeniskritiek. Zo van: een zware film die met het vingertje wijst. Maar dat is niet wat we hebben gemaakt.”


Lees ook de recensie van Sweet Dreams.

Geen „luie” recensie, wil ze maar zeggen; koloniale film, prima, klaar. „Snap je wat ik bedoel? En ze benoemde specifieke crewleden. Een film is ook een gesamtkunstwerk. Als regisseur overzie ik dat, maar je werkt met andere mensen die ontzettend creatief zijn. Het is fijn dat iemand voelt dat dit bij elkaar is gekomen. Ik heb het gevoel dat we omarmd worden.”

Het Nederlandse kolonialisme in Indonesië was een onderwerp waar ze – ze schreef het script ook, zoals ze voor al haar films doet – fijn een aantal jaar haar tanden in had kunnen zetten. Een onderwerp moet je namelijk wel uitdagen, het maken van een film duurt nou eenmaal lang. „Volgens mij hoef je ook niet uit een land te komen wat koloniaal geëxploiteerd is om er geïnteresseerd in te zijn. Ik woon in West-Europa, dus de lijntjes van het kolonialisme voeren nog steeds door in de huidige maatschappij, in onze sociale dynamieken.”

Wat ze soms ergerlijk vindt, zijn filmmakers die iets presenteren wat ze zelf al weten en dan besluiten dat de kijker dat ook moet weten. „Ik heb liever dat een filmmaker op mijn golflengte gaat zitten en zegt: ik ben gaan wroeten, dit is wat ik eruit heb gehaald, wat denk jij ervan? In plaats van: dit was goed, dit was fout, dit moet je erover denken. Dat is propaganda.”

Heb je een voorbeeld van zulke films?

„Nou ja, grosso modo zijn Hollywoodfilms dat wel, toch? Actiefilms bijvoorbeeld: goed versus slecht. Je wordt al verteld wat je moet denken.”

Humor is dan wel een goed middel om gelaagdheid aan te brengen, iets wat jij ook doet.

„Precies. Je hebt een quote van Billy Wilder: ‘If you’re gonna tell people the truth, be funny or they’ll kill you.’”

Humor hoeft niet alleen te vermaken, zegt Sendijarević, maar kan ook onderwerpen openbreken, bespreekbaar maken. Humor die werkt voor je brein. „Het hoeft geen bulderlach te zijn, het is ook dat twinkeltje in je ogen dat even oplicht.”

Er is zoiets als een kwaliteitsfilm, vindt ze. Daar heeft ze een uitgesproken mening over. „Formulefilms trekken me niet. Daarbij maakt het niet uit wat je vertelt, als het maar verkoopt. Neoliberale dynamieken zijn dat, en die kunnen problematisch zijn. Film is een machtig medium, je kunt er propaganda mee bedrijven, je kunt gevaarlijke ideeën een podium bieden. Het type film dat ík bewonder, moedigt je aan je hersenen te gebruiken.”

Maar mensen willen soms toch juist liever hun gedachten úítzetten tijdens een film? Heb jij dat niet?

„Het is een beetje als fastfood. Soms is het lekker, maar alleen dat eten, is niet voedzaam.”

Er zullen mensen zijn die dit een snobistische opmerking vinden.

„Kijk, wat ik vind: die kwaliteit moet er voor iederéén zijn. Kwaliteit betekent ook niet meteen dat een film ‘moeilijk’ is; ik denk dat een kwaliteitsfilm ook heel toegankelijk kan zijn.”

Foto Lars van den Brink

Waar zie jij kwaliteit aan af dan?

Ze lacht. „Dat proef je als kenner. Nee grapje. Ik kijk ook vaak films waar je je brein even voor mag uitzetten. Maar ik merk dat als ik ze alleen máár kijk, ik een bepaalde leegte begin te voelen. Film kan, net als literatuur, diepte geven aan je leven. Als je je constant omringt met leegte, waar haal je dan je inspiratie voor het leven vandaan?”

Wat was de eerste film die jouw leven heeft verrijkt?

„Dat was tijdens mijn studie Media en Cultuur (UvA), wat ik overigens ging studeren niet vanwege film, maar omdat ik geïnteresseerd was in de digitale revolutie. Daar zaten we toen middenin. MSN, weet je nog? Wauw. Op school sprak je elkaar niet, maar op MSN zat je hele avonden met elkaar te chatten. Leip toch?” Ze schiet in de lach. „Dat waren wild times. Ik had het gevoel dat wij als generatie de voorhoede waren van iets compleet nieuws, dat niemand snapte behalve wíj. Ik heb toen weleens een modem geïnstalleerd thuis, voelde me echt een wizkid.”

Maar goed, geen film dus.

„Nee, Media en Cultuur had een richting ‘Nieuwe Media’, in het eerste jaar kreeg je ook televisie en film, daarna kon je je pas specialiseren. Maar ik raakte verslaafd aan film dat eerste jaar. Om terug te komen op die film, dat was Summer with Monika, van Ingmar Bergman. Die raakte mij heel erg. Die gaf me het gevoel: o, maar met film kun je iets diepers communiceren, een bepaalde essentie van het leven raken.”

De film gaat over een pittige jonge vrouw uit een druk, chaotisch gezin, die verliefd wordt op een rustige jongen die alleen zijn vader nog heeft. Beiden zijn ze eenzaam en op zoek naar vrijheid vluchten ze naar een eilandje. Maar in de film blijkt dat vrijheid niet zo makkelijk te vinden is als ze denken. „Het begon met zo’n romantische hang ernaar, maar dan wordt de vraag: wat is vrijheid, kún je dat wel vinden?”

Zat je toen zelf met die vraag?

Ze is wat langer stil. „Ik denk het wel. Ik ben zelf ook heel erg op zoek geweest naar vrijheid, nog steeds wel, in mijn werk. Ik ben jong uit huis gegaan, naar Berlijn verhuisd. Maar het is ook vrijheid van jezelf kunnen uiten. Het raakte me dat die personages er ook naar zochten. En het eigenlijk niet vonden.”

Heb je inmiddels antwoord op de vraag wat vrijheid is?

„Ik denk dat je in het makerschap een bepaalde vrijheid kunt vinden. In schrijven. In principe kan ik schrijven wat ik wil, dat is vrijheid. Maar ik kan niet alles maken wat ik geschreven heb. Heb ik vrijheid gevonden? Misschien gedeeltelijk. Ik vind het wel belangrijk, vrijheid, want op het moment dat je je onvrij voelt, is dat een belemmering om ten volste te leven.”

Ouder worden helpt, zegt ze, ze is minder „jachtig” geworden. „Ik ben 36, heb geen kinderen, wel een relatie, maar die zit in Parijs, ver weg, dus ik leef alleen. Maar ik heb geen afvinklijstje meer. Vroeger was ik daar zenuwachtiger over, weet je wel? Toen voelde het alsof me van alles werd opgelegd: zó hoor je te zijn, zó moet je leven.”

Als je je onvrij voelt, is dat een belemmering ten volste te leven

Sendijarević vluchtte met haar gezin in 1994, ze was zeven, vanuit een klein dorpje in Bosnië naar Nederland. Ze herinnert zich de fijne, warme kinderjaren daar. Veel familie om zich heen, een sterk sociaal netwerk.

Des te rotter dat je weg moet dan.

„Absoluut. Maar ik denk ook dat ik geluk heb gehad. Want die eerste jaren zijn wel het meest vormend voor een kind, daarin bouw je weerstand op. Op het moment dat je hechting goed zit, ben je veel weerbaarder, is uit onderzoek gebleken. Ik heb geluk gehad dat ik niet midden in ‘die’ chaos geboren ben.”

Foto Lars van den Brink

Het gezin belandde in Almen, bij Lochem, randje Achterhoek. Een fijn dorp om op te groeien, zij, haar broertje en haar zus waren jong genoeg om makkelijk te wennen. Om zich thuis te voelen. Wat dat is, wáár dat is, zit als thema in haar eerdere werk. In de korte film Import, haar eerste project na de Filmacademie in Amsterdam, over een Bosnisch gezin in Nederland, en in haar eerste featurefilm Take Me Somewhere Nice, over een Bosnisch-Nederlands meisje dat haar vader in Bosnië gaat opzoeken.

‘Thuis’ is een vaag begrip, waarmee Sendijarević soms tot treurens toe geconfronteerd wordt. „Wat is het? Volgens mij is thuis dat je je leven op een bepaalde manier inricht waarvan je vanuit je binnenste zegt: dit klopt. Je kunt in dezelfde stad blijven wonen maar je leven anders inrichten en je opeens wél thuis voelen. Het is leren luisteren naar je gevoelens, leren nee zeggen tegen dingen die je niet prettig vindt, vriendschappen sluiten met mensen die wél bij je passen. Thuis is sociale context.”

Als migrant zul je de vaak de vraag krijgen of er, zolang je niet je hele leven hier hebt gewoond, je in een ander land nog een ‘thuis’ kunt ervaren.

„Ik denk dat we ervoor moeten waken het leven constant te definiëren als een gebrek aan iets. Door dat te zeggen doe je dat. Want: hoeveel heb je aan een antwoord op die vraag? Laten we het concreter maken dan: vind ik het jammer dat er weinig familie van me in Nederland woont? Ja, dat is een gemis. Maar ken ik mensen hier die wél veel familie hebben, maar die nooit zien? Sterker nog: die ze niet wíllen zien? Zeker. Dus ik kan wel zeggen: ik heb iets niet wat mensen hier wel hebben, maar er zijn ook genoeg mensen hier die het niet hebben, om andere redenen dan mijn geschiedenis als vluchteling.”

Het leven wordt moeilijk als elke dag hetzelfde is

Hoelang moet je hier zijn om dit vraagstuk een non-onderwerp te laten zijn?

Schampere lach. „Dat wil ik ook wel weten. Mijn Bosnische achtergrond ís ook deel van wie ik ben, maar niet het enige wat mij interesseert. Bij alles wat je meemaakt in het leven is het op het moment zelf gissen welke invloed het in de toekomst gaat hebben.”

„Maar goed, ik denk dat er een hoop mensen zijn die zich niet eens thuisvoelen op deze planéét. Je moet ervoor oppassen te makkelijke oorzaken te willen vinden voor problemen waar je tegenaan loopt. Het leven is zwaar, soms iets minder. Het hoeft niet alleen licht te zijn.”

Heel vaak is het leven ook gewoon… oké.

„Dát! Ik prijs mezelf gelukkig dat ik iets heb gevonden in mijn leven waar ik een passie voor heb, waar ik… best oké in ben. Iets wat mensen waarderen, willen zien. Wat ik aan het leven zwaar zou vinden, is geen uitzicht hebben, geen drive. Het leven wordt moeilijk als elke dag hetzelfde is.”

Ze is, zo zegt ze tegen het eind van het gesprek, trots dat ze alles in haar carrière op eigen kracht heeft gedaan, blij ook dat alle ‘struggles’ de moeite waard blijken. „Ik merk dat er een omslag komt. Dat ik alle kennis die ik heb opgedaan, kan inzetten. Puur omdat ik nooit heb opgegeven. Ik krijg ook steeds meer vertrouwen van mensen: misschien kan jij dit wel, misschien weet jij waar je het over hebt. Maar goed, dan maak je een nieuwe film en begin je weer op nul. Dat houdt het ook leuk.”

Nu je carrière wat makkelijker begint te worden, wordt het leven daarmee ook iets makkelijker?

„Ik denk het wel. Iets minder zorgen. Kijk, als je onderschat wordt, heeft dat een effect op je psyche. Ik denk dat veel mensen constant onderschat worden, dat maakt het leven niet leuker.”

Dat gevoel heb jij ook gehad?

„Ja, zeker. Ik heb mezelf wel moeten bewijzen. Maar goed, dat geldt voor iedereen in deze industrie. En dan is het fijn als je op een gegeven moment een punt in je carrière bereikt waarop er minder aan je woord getwijfeld wordt. Ik zeg niet dat ik daar helemaal ben, maar ik merk wel dat ik in de buurt kom. De filmwereld is geen compleet doolhof meer, ik heb het steeds meer in de vingers.

Foto Lars van den Brink

Heb je het leven ook iets meer in de vingers?

„Ik denk het wel. Waar we het eerder over hadden: hoe ouder je wordt, hoe minder je geeft om wat mensen ergens van vinden. Hoe meer je achter je eigen keuzes durft te staan. Dat biedt vrijheid. Dat maakt het leven wel een stukje leuker.”

Sweet Dreams draait vanaf 28 september in de bioscoop.