N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Onderwijs De basisbeurs is terug. Dat helpt studenten, maar niet genoeg, zeggen ze zelf. En al helemaal niet als straks de tegemoetkoming voor inflatie vervalt. „Deze beurs dekt niet eens mijn huur.”
De wekker ging vanochtend al vroeg in Villa Slachthuis, een studentenhuis in Den Haag voor leden van studentenroeivereniging Pelargos. Om half negen stond minister Robbert Dijkgraaf (D66, Onderwijs) op de stoep met een krat boodschappen. Hij bracht ontbijt mee voor de zes bewoners, die allemaal bestuurskunde studeren aan de Haagse campus van de Universiteit Leiden. Zo wilde hij de herinvoering van de basisbeurs vieren, die vrijdag voor het eerst sinds 2015 weer werd uitgekeerd. Het geld stond vanochtend op de rekeningen van 465.852 studenten aan mbo, hbo en universiteiten.
Op sociale media stonden blije berichten – maar ook minder blije, van studenten en afgestudeerden die jarenlang géén basisbeurs kregen en juist geld moesten lenen. De gemiddelde studieschuld steeg in die tijd van 12.000 naar ruim 16.000 euro, berekende het CBS.
Zo schreef bijvoorbeeld Sarina Bouwmeester (24): „Vandaag voor het eerst in mijn leven de basisbeurs. Wiehoeee! En volgende maand alweer de laatste keer. Huilen.” Ze studeert geneeskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen, zit nu in haar vijfde jaar, en heeft nog net recht op twee maanden basisbeurs. „Ik vind het een beetje raar dat de basisbeurs maar voor vier jaar is”, zegt ze. „De studie geneeskunde duurt zes jaar en dat betekent dat ik sowieso de laatste twee jaar zonder basisbeurs zou hebben gezeten.”
Bouwmeester kan niet naast haar stage werken en leent 400 euro per maand bij. „Ik maak me meer zorgen over mijn studieschuld dan over rondkomen”, zegt ze. De basisbeurs vindt ze fijn, omdat ze haar lening dan even iets kan verlagen. Over twee maanden zal ze weer 600 tot 700 euro moeten bijlenen.
Lees ook dit artikel: DUO krijgt 19.000 meer aanmeldingen voor basisbeurs dan het had verwacht
‘Best wel zuur’
De Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO), die de beurzen uitkeert, maakte vanochtend bekend dat het aantal studenten dat geld leent met de herinvoering van de basisbeurs is gedaald en dat de bedragen die worden geleend ook lager zijn. Studenten lenen nu gemiddeld 575 euro tegenover 677 een jaar eerder.
Het leenstelsel laat ook sporen na in Villa Slachthuis, waar de minister op bezoek kwam. „We wonen in ons huis met drie dames en drie heren”, vertelt Thomas van der Vlerk (18), die net begonnen is met bestuurskunde aan de Universiteit Leiden. „Een van mijn huisgenoten heeft onder het leenstelsel een flinke studieschuld opgebouwd. Dat is best wel zuur.” Hijzelf verwacht dat hij geen geld hoeft te lenen. „Ik heb naast de basisbeurs wat eigen spaargeld, ik krijg nog wat van mijn ouders en ik ga ook zeker werken.”
Demi Janssen, voorzitter van het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) schoof ook aan bij het ontbijt in de studentenvilla. Ze zei blij te zijn met de verlaging van de financiële druk voor studenten, maar vroeg tegelijkertijd aandacht voor de mensen die zich de afgelopen jaren in de schulden moesten steken om te kunnen studeren. Weliswaar krijgen die een tegemoetkoming van 29,92 euro per maand, maar dat levert een student die volledig onder het leenstelsel heeft gestudeerd in totaal maximaal 1.436,16 euro op.
Het Nibud heeft op zijn site een lijstje staan met de maandelijkse kosten waar studenten rekening mee moeten houden. Opgeteld is dat een bedrag van 1.031 euro. Maar, waarschuwt het instituut voor budgetvoorlichting: dit zijn gemiddelden die studenten in 2021 uitgaven. Door de inflatie kunnen de kosten nu hoger liggen. Thomas van der Vlerk weet het wel zeker. „1.000 euro is krap”, zegt hij. „Als je in de supermarkt een blok kaas koopt, betaal je al 5 euro.”
‘Niet meedoen aan het systeem’
Thuiswonende studenten krijgen nu 110 euro, uitwonenden 274,90 euro met daar bovenop een tijdelijke toeslag van 164,30 wegens de gestegen prijzen van energie en boodschappen. Maar dat extraatje vervalt volgend studiejaar. „Wij hebben bij de minister aangekaart dat het belangrijk is dat die verhoging blijft”, zegt Thomas van der Vlerk.
Het leenstelsel heeft ervoor gezorgd dat de afgelopen jaren minder studenten op kamers gingen. Ook het gebrek aan kamers en de hoge huren spelen een rol. Jelmer Koper (21), vierdejaarsstudent journalistiek aan de Hogeschool Utrecht woont ook nog thuis, bij zijn ouders in Zandvoort. In de tijd dat hij begon met studeren, was er geen basisbeurs. „Ik ben na mijn eindexamen eerst een jaar gaan werken en sparen. Vier à vijf dagen in de week werkte ik in een supermarkt. Zo heb ik weten te voorkomen dat ik tijdens mijn studie geld moest lenen bij DUO”, vertelt hij. Hij werkt nog steeds, maar minder uren, want de studie kost ook veel tijd. „Ik verdien nu iets van 600 euro per maand, en daar gaat meteen 225 euro per maand aan collegegeld af.” Een kamer huren kan alleen als hij geld bijleent. „Dat vind ik geen optie. Ik wil niet meedoen aan dat systeem.”
Bijlenen vind ik geen optie. Ik wil niet meedoen aan dat systeem
Jelmer Koper vierdejaarsstudent journalistiek
Tessa Boon (21), student theater aan de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht, moet goed opletten wat ze uitgeeft: „Soms heb ik een paar dagen maar 2 euro op mijn rekening staan.” Ze heeft drie jaar geleend van DUO, zo’n 200 euro per maand. Sinds vrijdag ontvangt ze de basisbeurs voor haar laatste studiejaar. Daarnaast leent ze nog steeds 200 euro bij DUO. Het is opgeteld niet genoeg om rond te komen, zegt ze.
Ze werkt zo’n drie tot vier dagen per week in de horeca en geeft theaterworkshops, waarmee ze 700 tot 800 euro per maand verdient. Nu de basisbeurs er is, wil ze minder gaan werken. „Ik red het niet meer om te werken naast mijn intensieve studie. ” Ze is wel bang dat ze straks meer zal moeten bijlenen. „De basisbeurs dekt niet eens mijn huur.” Bovendien hebben haar ouders, die 150 euro per maand bijdroegen, besloten om geen geld meer te geven, vanwege de basisbeurs. „Zij kunnen dat geld zelf niet meer missen.”
Lees ook dit artikel: De basisbeurs komt terug – maar studenten hoeven zich niet rijk te rekenen