N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Het Spaanse Lagerhuis heeft ingestemd met het gebruik van Catalaans, Galicisch en Baskisch als officiële talen in het parlement. Dat meldt de krant El País donderdag.
Door de goedkeuring van het voorstel zullen politici in alle parlementaire activiteiten de drie talen mogen gebruiken. Eerder was alleen het gebruik van Spaans (ook wel Castiliaans) toegestaan. De conservatieve oppositie was tegen het voorstel, dat debatteren in het parlement onnodig ingewikkeld zou maken. Politici van de rechts-conservatieve partijen PP en Vox beschuldigen PSOE — de regeringspartij van premier Pedro Sánchez — ervan te zijn gezwicht voor druk van Catalaanse separatisten.
Sánchez steunde het voorstel in ruil voor deelname van de separatistische partij Junts bij de vorming van een nieuwe regering. Zonder steun van de Catalanen zou dat niet lukken. Junts, volluit Junts per Catalunya, werd in 2020 opgericht door politicus Carles Puigdemont, die in 2017 de onafhankelijkheid van Catalonië uitriep na een illegaal referendum.
Galicisch wordt vooral gesproken in het noordwesten van Spanje, Baskisch in de noordelijke regio Baskenland en Catalaans in het noordoosten van Spanje en op de Balearen. De Spaanse overheid probeert het gebruik van de drie minderheidstalen ook in de Europese Unie (EU) ingevoerd te krijgen. Tot nu toe kent Brussel 24 officiële werktalen. Alle lidstaten van de EU moeten instemmen met de toelating van een nieuwe taal. Inwoners van de EU hebben het recht om in elk van de werktalen te communiceren met EU-instituties en om in diezelfde taal een reactie te ontvangen. Daarnaast worden alle wetten, wetsvoorstellen en besluiten van de EU naar alle werktalen vertaald.