N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Opgevoed Elke week legt Annemiek Leclaire een lezersvraag voor aan deskundigen.
Moeder: „Ik betrap mezelf er voortdurend op dat ik loop te dreigen en chanteren om onze zoontjes (6 en 9) te laten luisteren. Bijvoorbeeld als ze heel heftig ruzie maken. Het zijn onstuimige jongens. Eerst zeg ik redelijk: ‘Jongens dit wil ik niet’. En dan nog eens. Dan waarschuw ik. Als dat allemaal niet werkt, zet ik chantage in. ‘Doe dat, dan mag je later op de Nintendo.’ Of: ‘Nu stoppen, anders halveer ik de Nintendo-tijd’. We gebruiken soms ook een positief scoringssysteem voor als ze helpen met de afwas of niet schreeuwen op de camping tijdens rusttijd. Dan mogen ze bij een volle kaart bijvoorbeeld snoep scheppen. Het voelt als onmacht. Ik zou liever hebben dat ze gewoon luisteren, maar ik weet niet wat ik daarvoor moet inzetten. Time-outs en zo passen niet bij ons.”
Naam is bij de redactie bekend. (Deze rubriek is anoniem, omdat moeilijkheden in de opvoeding gevoelig liggen.) Wilt u een dilemma in de opvoeding voorleggen? Stuur uw vraag of reacties naar [email protected]
Afspraken maken
Joyce Weeland: „Dit is voor veel ouders moeilijk. De techniek die u beschrijft, de ‘als-dan-waarschuwing’, kan effectief zijn als de genoemde consequentie ook doorgevoerd wordt indien er niet geluisterd wordt. Er zijn een paar methoden om uw repertoire te vergroten: het gezamenlijk bespreken van afspraken en regels; het bedenken van manieren om ongewenst gedrag te voorkomen; en het belonen van gedrag.
„Als ik het ruziemaken als voorbeeld neem, zouden jullie hierover op een rustig moment met het hele gezin afspraken kunnen maken. Wat mag echt niet? Kinderen kunnen meedenken over passende consequenties als deze afspraken niet nagekomen worden. Bijvoorbeeld: bij ruzie over de Nintendo gaat de Nintendo de kast in. Belangrijk is wel dat dit consequenties zijn die u ook bereid bent te handhaven. Voordeel is dat u niet meer hoeft te waarschuwen of dreigen bij ruzies. Er zijn immers vooraf consequenties afgesproken. U kunt ook met uw zoons bespreken wat hen zou helpen om ruzie te voorkomen. Bijvoorbeeld ‘Als je merkt dat je heel boos wordt ga je even naar je kamer of vraag je hulp’.
„Beloon het gedrag dat u graag wilt zien. Stel dat het een zoon lukt drie keer weg te lopen als hij boos wordt, bespreek dan een passende beloning, bijvoorbeeld iets gezelligs doen met een van de ouders.”
Positief sturen
Walter Matthys: „U kunt vanuit een eenvoudig model naar het gedrag van uw kinderen leren kijken: Voor – Gedrag – Na. Het begint ermee dat u eerst op een vriendelijke manier verwoordt welk gedrag u wilt zien (Voor): ‘Ik wil dat je meehelpt met de afwas.’
„‘Dit wil ik niet’ is niet specifiek genoeg. Wel: ‘Ik wil dat je zachtjes praat tijdens rusttijd.’ Zo’n positieve opdracht moet concreet zijn.
„Zodra uw kind het allereerste stapje in de gewenste richting zet (Gedrag) geeft u het onmiddellijk een compliment (Na): ‘Wat goed dat je dit zachtjes zegt!’ ‘Wat goed dat je een theedoek pakt!’ Daarmee wordt het gewenste gedrag ogenblikkelijk positief bekrachtigd.
„In plaats van dreigen met negatieve consequenties, kunt u beter een beloning in het vooruitzicht stellen: ‘Als je rustig speelt, gaan we samen straks een film kijken.’ U heeft er gelijk in dat u ‘straffen’ tot een minimum wil beperken.
„Ik zou het luisteren eerst een tijd oefenen met elke jongen apart, en met eenvoudige positieve opdrachten, voordat u het samen spelen aanpakt. Herformuleer ‘ruzies’ in het positieve tegendeel: ‘Gezellig samen spelen’, en geef dit als opdracht.”