N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Toneelprijzen De Theo d’Or en Louis d’Or, de belangrijkste acteerprijzen van het Nederlands theater, werden dit jaar voor het laatst in deze vorm uitgereikt. Mariana Aparicio won met haar beheerste rol in ‘De jaren’. Acteur Eelco Smits krijgt de Louis d’Or voor zijn rol in ‘Geschiedenis van geweld’.
Theo d’Or
Mariana Aparicio
In de twee belangrijkste rollen die Mariana Aparicio (Leiden, 1983) de afgelopen jaren speelde – beiden in regie van Eline Arbo – stond het thema moederschap centraal. In het klassieke drama Yerma speelde ze de titelrol, een vrouw met een onvervulde en onvervulbare kinderwens die uitdraait op een obsessie en de moord op haar echtgenoot. En in haar rol in De jaren (naar het boek van Annie Ernaux), de voorstelling waarmee ze zondagavond de Theo d’Or won, ondergaat ze als jonge student een illegale abortus en loopt ze later alsnog tegen de geestdodende banaliteit van het moederschap op. Zo liet ze in korte tijd twee totaal verschillende perspectieven zien over een beladen thema.
Dat is vooral opvallend omdat Aparicio tot twee jaar geleden vooral bekend stond om haar tragikomische talent. Ze onderscheidde zich door haar opgewonden speelstijl, waarmee ze vaak personages neerzette met een hunkering naar erkenning en liefde – en die zich heeft omgezet in nervositeit of overdreven goedmoedigheid. Als geen ander kan Aparicio obsessief mooi weer spelen, zich verliezend in spraakwatervallen en een staccato lichaamstaal die ternauwernood een groot verdriet of leegte verbergen. Dat toonde ze optimaal in We Zijn Hier Voor Robbie, het door Maria Goos geschreven familiedrama uit 2018. Als Linda, de nieuwe, jongere echtgenote van zakenman Marius, is haar er alles aan gelegen om de gezinsbijeenkomst te laten slagen, hoe veel beledigingen ze ook van Marius, zijn kinderen en zijn ex-vrouw te verstouwen krijgt.
Die herkenbare speelstijl leidde tot typecasting: hoe goed Aparicio de rol van Linda ook neerzette, het gevoel drong zich op dat ze als actrice niet genoeg werd uitgedaagd. Juist daarom waren haar hoofdrollen in Yerma en De Jaren zo’n verademing. Vooral in die laatste ontplooide ze een veel aardsere speelstijl – in de rol van de jongvolwassen hoofdpersoon is niets terug te vinden van de zenuwachtigheid die haar handelsmerk was geworden. Nuchter en gespeend van vals sentiment neemt Aparicio ons mee in de worsteling met het moederschap die haar personage levert – van de fysieke en mentale pijn van de abortus tot de dagelijkse teleurstellingen van de moederrol die ze uiteindelijk toch op zich neemt. Fysiek spel en tekstbehandeling – die hier weldadige rust en emotionele volwassenheid uitstralen – zijn perfect in balans.
Die beheersing nam Aparicio mee naar haar andere geweldige rol dit seizoen. In Corolianus, ook van HNT, ging ze stiekem met de heldenrol aan de haal. In de rol van volkstribuun is ze een oase van redelijkheid temidden van het gekonkel van de senaat en het geraaskal van antiheld Coriolanus. Dat ze van deze kleinere rol de spil van een voorstelling weet te maken, bewijst haar brille.
Louis d’Or
Eelco Smits
De man op het podium begint hortend en stotend te vertellen. Het ongemak straalt er vanaf, zowel in zijn hakkelende woorden als in zijn lichaamstaal, die ineengedoken is, alsof de man ieder moment een aanval verwacht. Naarmate hij beter uit zijn woorden komt, blijkt waar zijn voorzichtigheid vandaan komt: hij is het slachtoffer geweest van een verkrachting en een poging tot doodslag, en probeert dat met al zijn macht voor zichzelf begrijpelijk en daarmee beheersbaar te maken.
Eelco Smits (Tilburg, 1977) speelt in Geschiedenis Van Geweld (regie: Abdel Daoudi) Édouard Louis, de Franse schrijver van de gelijknamige autobiografische roman, waarin hij de nasleep van de geweldsdaad omschrijft, en zijn pogingen om daar met nuance en compassie naar te kijken. Het is een rol vol tegenstrijdigheden: om zelf niet tot slachtoffer te worden gereduceerd, weigert Louis de dader tot dader te reduceren.
Het is moeilijk om je een acteur voor te stellen die deze rol beter had kunnen spelen dan Smits. Zijn grote kracht als speler is de manier waarop hij een grote intelligentie en een even grote kwetsbaarheid met elkaar combineert. Als je Smits op het podium ziet, krijg je een directe blik op een emotionele kern van een personage – ook al probeert dat personage in zijn woorden die kwetsbaarheid nog te verbergen of op afstand te houden. Hij liet dat al vroeg zien in zijn doorbraakrol als de aan AIDS stervende Prior Walter in Ivo van Hove’s bewerking van Angels In America (2008). Toch kreeg hij bij Toneelgroep Amsterdam (nu ITA), waaraan hij veertien jaar verbonden was, echter nauwelijks de kans om interessante rollen te spelen.
Toen hij daar in 2019 vertrok, leverde dat nieuwe kansen op. In 2020 maakte Smits samen met Minou Bosua een voorstelling over hun onconventionele ouderschap, Niet de vaders, waar hij openhartig vertelde over zijn rol als zaaddonor en het onverwachte vaderschap dat daaruit voortvloeide. Hartverscheurend eerlijk vertelt hij over zijn eigen worsteling met zijn homoseksualiteit.
Smits’ ongeëvenaarde onopgesmuktheid én continue zelfbevraging maakten hem tot de ideale hoofdrolspeler in Geschiedenis Van Geweld. Het stuk biedt via Smits’ acteerwerk een belangrijke toevoeging aan de roman: door zijn fysieke spel en door zijn tekstbehandeling is de onderliggende kwetsuur voortdurend aanwezig, en wordt Louis’ sociaal-politieke analyse van zijn verkrachter nóg meer ontmaskerd als een verdedigingsmechanisme.
Vanaf dit seizoen keert Smits terug naar ITA – het is te hopen dat deze onvergelijkbare acteur daar nooit meer zeven jaar op de ‘reservebank’ moet zitten.