N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Overstromingen Libië De hulpverlening aan de slachtoffers van de overstromingen in Derna verloopt moeizaam omdat Libië twee regeringen kent die met elkaar concurreren.
Slechts langzaam komt de hulp voor het Libische Derna op gang. Vijf dagen nadat de havenstad door een gigantische water- en modderstroom werd overspoeld, wordt de toegang nog ernstig bemoeilijkt door zwaar beschadigde wegen, weggeslagen bruggen en kades. Bovendien zorgen de politieke chaos in Libië en de afwezigheid van een slagvaardige overheid voor vertraging.
Een complicerende factor is dat Libië al sinds 2014 twee rivaliserende regeringen kent die vaak hevig strijd leverden met elkaar. In de hoofdstad Tripoli zit de Regering van Nationale Eenheid onder leiding van premier Abdel Hamid Dbeibah die door de VN en de meeste landen wordt erkend. In het oosten maakt een regering de dienst uit die onder controle staat van generaal Khalifa Haftar. Deze krijgt steun van onder meer Rusland, Egypte en de Verenigde Arabische Emiraten.
Beide regeringen hebben samenwerking beloofd na de ramp en proberen de indruk te wekken dat ze hun uiterste best doen om te helpen. Maar er blijven spanningen. „Toen een vertegenwoordiger van de regering uit Tripoli gisteren voor een bezoek aan het rampgebied in het oosten arriveerde, kreeg hij te horen dat hij niet welkom was”, zegt Herman Klijnsma, die Libië goed kent en de handel met Nederland probeert te bevorderen via het platform DLCC. „Hij kon meteen rechtsomkeert maken. Dbeibah zelf piekert er niet over naar het rampgebied te gaan.”
Hulp via de landroute van Tripoli naar Derna moet langs de kustplaats Sirte en andere controleposten, waar Haftars mannen en huurlingen van de Russische Wagner-brigade in de gaten houden wat en wie er passeert. Haftar is niet van plan zijn rivaal in Tripoli de eer te gunnen van een succesvolle hulpoperatie. Niet lang na de ramp waren er al meldingen over transporten met medicijnen en voedingsmiddelen die geen toestemming kregen verder te gaan.
Directe zeeroute naar Derna
Sommige hulpverleners kiezen in plaats daarvan de directe zeeroute naar Derna. Maar ook dat is lastig omdat de haven zwaar beschadigd is. Twee Italiaanse marineschepen met hulpgoederen hadden moeite hun lading in Derna te lossen. Andere wijken daarom uit naar Benghazi, driehonderd kilometer verderop, of maken gebruik van vliegvelden in de regio.
In Derna zelf, door sommigen als ‘een zwart gat’ omschreven, blijft de nood hoog. Nog altijd worden er stoffelijke overschotten gevonden, ook onder veel deels weggespoelde en ingestorte gebouwen. Een ooggetuige vertelde dat hij in een tijdsbestek van een paar uur aan het strand bij Derna tweehonderd doden zag aanspoelen. Hoeveel doden er precies zijn, blijft onduidelijk. Sommige ministers van de oostelijke regering spreken van ruim 11.000 doden, anderen van ‘maar’ 3.800. Er is een groot tekort aan lijkzakken.
Uit vrees voor besmettelijke ziektes zijn de plaatselijke autoriteiten inmiddels begonnen de lichamen van omgekomen mensen te dumpen in massagraven, vaak zonder dat hun identiteit duidelijk was. Op die manier zouden er intussen al ruim duizend slachtoffers zijn begraven. Internationale hulporganisaties riepen vrijdag op hiermee te stoppen, omdat dit voor langdurige mentale problemen kan zorgen bij nabestaanden, maar ook voor juridische complicaties.
Lees ook: Het was een vloedgolf van ‘zeven meter hoog’ waar Libiërs door uit bed werden gelicht
Buitenlandse reddingsteams helpen inmiddels bij de zoektocht naar overlevenden en slachtoffers in de puinhopen. Naar schatting een kwart van de stad werd weggeslagen. In sommige wijken is inmiddels wel de waterleiding hersteld.
„Bij veel Libiërs groeit intussen de woede over de rivaliteit tussen de twee regeringen, die nu ook zulke negatieve consequenties heeft voor de hulpverlening”, vertelt Klijnsma. „Veel Libiërs beschouwen hun land inmiddels als een failed state.”
Al jaren bekommert zowel de regering in Tripoli als die van Haftar zich vooral om het welzijn van de eigen achterban, inclusief de machtige milities waaraan ze hun gezag ontlenen. Al onder de grillige Moammar Gaddafi, die Libië van 1969 tot 2011 leidde, was de infrastructuur ondanks de olierijkdom in verval geraakt. In de chaos na zijn val verslechterde de situatie zienderogen. Wegen, ziekenhuizen en dammen werden nog verder verwaarloosd.
Evacuatiebevel bleef uit
Deskundigen wijzen er in dit verband ook op dat de ramp mogelijk voorkomen had kunnen worden. Al 72 uur van tevoren waarschuwden meteorologen dat er storm en extreem zware regenval op Oost-Libië afkwamen. Een evacuatiebevel voor bewoners bleef echter uit.
Ook was allang bekend dat twee stuwdammen, die begin jaren zeventig na eerdere overstromingen in de heuvels boven Derna waren gebouwd, in slechte staat verkeerden. Er was zelfs al enkele jaren geleden geld voor herstelwerkzaamheden uitgetrokken maar dit werd – zoals vaker – niet aan het beoogde doel besteed. De politieke leiders bestrijden dat de fout bij hen ligt: „Zeg niet ‘als we dit nu maar gedaan hadden, als we dat nu maar gedaan hadden’”, aldus Aguila Saleh, voorzitter van het in het oosten gevestigde parlement. „Wat er in ons land gebeurde, was een onvergelijkbare natuurramp.”