N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Klimaat Klimaatminister Jetten heeft laten berekenen met hoeveel geld de overheid het gebruik van fossiele subsidies jaarlijks aanmoedigt. De uitkomst is volgens NOS en ANP 39,7 tot 46,4 miljard euro.
De Nederlandse overheid besteedt jaarlijks 39,7 tot 46,4 miljard euro aan belastingvoordelen voor het gebruik van fossiele brandstoffen. Dat blijkt volgens de NOS en persbureau ANP uit berekeningen die demissionair minister Rob Jetten (Klimaat, D66) op Prinsjesdag gaat publiceren. Het bedrag is nog hoger dan de laatste onofficiële schatting, die uitkwam op 37,5 miljard euro per jaar.
Momenteel blokkeert klimaatbeweging Extinction Rebellion elke dag het begin van de A12 in Den Haag om te eisen dat het kabinet fossiele subsidies afschaft. Vrijdag hield de politie opnieuw honderden klimaatactivisten aan. Wereldwijd gingen deze vrijdag tienduizenden mensen de straat op om tegen het gebruik van fossiele brandstoffen te protesteren.
Ook klimaatminister Jetten wil de fossiele subsidies afschaffen. Een berekening van het totaalbedrag is volgens hem een stap in die richting. Tegen de Tweede Kamer zei hij begin deze maand dat hij planbureaus heeft gevraagd te toetsen of de berekeningen kloppen, „zodat we niet meer in een welles-nietesspel terechtkomen over wat het bedrag is”.
‘Stap voor stap’
Waar de miljarden precies heen gaan, is nog niet bekend. Wel schrijft ANP dat zo’n 17 miljard is vastgelegd in internationale verdragen of EU-richtlijnen. Dat maakt afschaffing ingewikkelder.
Zoveel haast als Extinction Rebellion heeft de klimaatminister niet. Hij heeft naar eigen zeggen ook „impactanalyses” laten uitvoeren waaruit bijvoorbeeld moet blijken wat de gevolgen zijn voor de werkgelegenheid als bepaalde regelingen verdwijnen, en of de CO2-uitstoot in zulke gevallen niet naar het buitenland wordt verplaatst.
„Alle fossiele fiscale voordelen zullen moeten worden afgebouwd”, zei Jetten in de Tweede Kamer. „Stap voor stap, op een ordentelijke en verstandige manier.”
Lisanne Smit (30) heeft chocola bij zich. De wijkverpleegkundige is op bezoek bij gastouder Johanna Elsma, want het is vandaag de Dag van de Gastouder en Smit wil haar bedanken. Elsma vangt haar zoon van anderhalf een paar dagen per week op. Het jongetje voelt zich er duidelijk thuis – op de rand van het aanrecht ligt een geopende zak brood waar hij meteen aan begint te trekken. Hij heeft honger.
Gastouderopvang Bern en Brochje in Franeker heeft meer klanten zoals Smit die onregelmatige uren werken. Haar dochters hebben hier ook een tijdje gezeten. „Met pijn in ons hart moesten we tijdelijk naar een andere gastouder uitwijken toen Johanna een dag minder ging werken. Ik kon die dag niet vrij krijgen van mijn werk.”
„Dat moet ik nog altijd aanhoren,” lacht Elsma.
Politieagenten
De afgelopen acht jaar is het aantal gastouders gehalveerd: van 34.504 naar 16.805. Deze week debatteert de Tweede Kamer over een wetsvoorstel dat beoogt de kwaliteitseisen voor de gastouderopvang aan te scherpen. Daarmee zou het onder andere verplicht worden dat gastouders een ‘pedagogisch werkplan’ opstellen en zich jaarlijks laten bijscholen. Brancheorganisatie Kinderopvang (BK) noemt de nieuwe wet zorgelijk: „Deze wet gaat voor extra regeldruk en financiële lasten zorgen.”
Om de gastouders tegemoet te komen, verhoogt het kabinet in 2025 het uurtarief waarover ouders kinderopvangtoeslag mogen ontvangen met 21 cent. Volgens brancheorganisatie BK is die verhoging ontoereikend. Uit hun eigen kostenprijsonderzoek blijkt dat een verhoging van 1,10 euro per uur is vereist om de kosten van de kwaliteitsverhoging te kunnen dekken.
Ochtenduren
Gastouderopvang is flexibeler dan de crèche. Ouders die op onregelmatige tijden werken, zoals verpleegkundigen en politieagenten, vormen dan ook 38 procent van de clientèle. Als een verpleegkundige bijvoorbeeld om 7 uur ’s ochtends moet beginnen, is de reguliere kinderopvang, die pas om half acht opengaat, geen optie. Maar door het dalende aantal gastouders wordt het voor deze ouders steeds moeilijker opvang te regelen.
Tegelijkertijd vergroot die afname de vraag naar kinderopvang, en verlengt die de wachttijden bij de resterende gastouders. Die kunnen hun klanten kiezen, en ook voor gastouders is werken in de avond- en vroege ochtenduren doorgaans minder aantrekkelijk dan negen-tot-vijf-tijden draaien. Kinderen opvangen van ouders met vaste werktijden genereert bovendien een stabieler inkomen dan kinderen opvangen van ouders met onregelmatige werktijden.
Ouders met onregelmatige diensten, die gastouderopvang juist vaak hard nodig hebben, vissen ook hier vaker achter het net.
Rachel Perkims (36) is psychiatrisch verpleegkundige en haar man, Tiago, is politieagent. Met drie kinderen onder de zeven jaar en beiden een baan met onregelmatige diensten, is het puzzelen voor ze: „Het is lastig om de roosters op elkaar aan te passen. Gelukkig hebben we een goede gastouder en een behulpzame familie die de kinderen kunnen opvangen.” Hun gastouder krijgt veel aanvragen van ouders, maar die moet ze vaak teleurstellen: ze zit al overvol.
Ook Tiago Perkims merkt dat zijn collega’s bij de politie moeite hebben met het regelen van kinderopvang: „Ze hebben eigenlijk allemaal hetzelfde probleem als ik.” Wel wijst hij erop dat het ouderschapsverlof goed geregeld is bij de politie. Voor Rachel is verlof aanvragen lastiger: „Door het grote personeelstekort in de zorg en veel collega’s die langdurig ziek zijn, is het moeilijk om de diensten in te vullen.”
Het combineren van onregelmatig werk met een jong gezin vergt veel planning, maar het stel ziet ook voordelen: „Door de onregelmatige diensten zijn we vaker bij de kinderen. Als de één ze naar school brengt omdat hij later begint, kan de ander ze ophalen. Als partners leef je dan wel meer langs elkaar heen. Maar ieder voordeel heeft z’n nadeel, toch?”
Krapte
Op Prinsjesdag werd in de Troonrede over de krapte op de arbeidsmarkt gesproken als „een groot en groeiend maatschappelijk probleem”. Parttimers die meer uren maken, werden gezien als „een andere manier om relatief snel” die krapte te bestrijden.
Maar, zo zegt Michel van Erp, als ouders de opvang niet goed kunnen regelen, worden ze voor een moeilijke keuze gesteld. Van Erp is woordvoerder van NU’91, een beroepsorganisatie voor zorgmedewerkers. „In het ergste geval besluiten mensen dan om niet meer in de zorg te werken.” Volgens Van Erp is het dalende aantal gastouders direct te linken aan het personeelstekort in de zorg.
Gastouders vinden het moeilijk om over het tarief te praten, omdat de ouders vaak bekenden zijn
Lisanne Smit, de verpleegkundige uit Franeker, hoort deze geluiden ook op haar werk. „Sommige collega’s gaan minder uren werken omdat ze de opvang niet geregeld krijgen. Zo is een van 24 uur naar 12 uur werken gegaan omdat ze geen goede gastouder kon vinden. Ander voorbeeld: twee collega’s laten zich omscholen tot pedicure, zodat ze hun eigen uren kunnen kiezen.”
In het begin van haar carrière waren Smits diensten erg onregelmatig. „Ik bracht mijn oudste dochter regelmatig al om zes uur naar Johanna. Soms appte ik op het laatste moment: ‘Help! Kun je?’”
Elsma: „Je draait als gastouder echt mee in het gezin.”
Het onderwerp gaat Smit aan het hart: „Het geeft echt veel stress als je je kinderen niet bij een goede opvang kan onderbrengen. De verwacht dat je werkt en je kinderen naar een opvang brengt – en dan is die er niet.”
Lees ook
Zorgplannen van de nieuwe regering zijn ‘populair, te ondoordacht en te weinig lange termijn’
Imagoprobleem
Gjalt Jellesma, van Belangenvereniging van Ouders in de Kinderopvang (BOinK), denkt dat de verhoogde regeldruk, het instabiele inkomen en het imago mensen ervan weerhouden om gastouder te worden. „Het wordt nog steeds gezien als een veredelde oppas,” zegt Jellesma. Volgens hem moet de sector professionaliseren. De verscherpte kwaliteitseisen waar woensdag over wordt gedebatteerd, kunnen daarbij helpen.
Zowel BOinK als Brancheorganisatie Kinderopvang vinden dat de kosten voor die imagoverbetering niet mogen worden verhaald op de gastouders. In tegenstelling tot de reguliere kinderopvang brengen gastouders alleen de uren in rekening die een kind daadwerkelijk aanwezig is. Daardoor is hun inkomen minder stabiel dan dat van een crèchemedewerker. Daarnaast hanteren gastouders een lager uurtarief dan reguliere kinderopvanglocaties. Dit is deels te verklaren door het lagere maximale uurbedrag waarvoor ouders kinderopvangtoeslag van de overheid kunnen ontvangen – voor gastouders is dit bedrag 7,53 euro per uur, voor reguliere kinderopvang 10,25 euro per uur.
Karaktertjes
Elsma is inmiddels neergestreken op de grond met haar rug tegen de bank. In haar armen heeft ze een klein jongetje dat net wakker is na een middagdutje en op haar benen speelt een levendig meisje. „Ik heb zo’n mooi beroep! Ik vind het prachtig om ze te zien groeien en hun karaktertjes te zien ontwikkelen. Maar omdat je als team met de ouders werkt, vervagen sommige grenzen, wat het lastig maakt om zakelijk te blijven.”
BK onderschrijft dit gevoel: „Gastouders vinden het moeilijk om over het tarief te praten, omdat de ouders vaak bekenden zijn. Dus vragen ze te weinig per uur. Helemaal met de aankomende verscherpte kwaliteitseisen wordt het financieel lastig voor ze. Gastouder zijn is geen verdienmodel meer.”
Donald Trump zou dinsdag door het bureau van de nationale inlichtingendirecteur (DNI) van de zittende regering-Biden zijn ingelicht over veronderstelde pogingen van Iran om hem „te vermoorden”. Dat heeft zijn campagneteam na afloop gemeld. De DNI zou de Republikeinse presidentskandidaat hebben ingelicht over „reële en specifieke dreigingen van Iran” om Trump te vermoorden, „in een poging de VS te destabiliseren en chaos te zaaien”, aldus de persverklaring.
De afgelopen maanden was de oud-president twee keer doelwit van een schutter. In juli werd Trump in zijn oor geschoten door een 20-jarige man in Pennsylvania. Deze maand werd een 58-jarige man opgepakt die zich gewapend ophield in bosjes nabij Trumps golfbaan in Florida. De tenlastelegging tegen hem werd dinsdag uitgebreid met de verdenking van poging tot moord, nadat hij vorige week al was aangeklaagd voor verboden wapenbezit.
Bij geen van deze twee incidenten is een link gelegd met Iran. Wel meldde de DNI in juli daags na de mislukte moordaanslag, dat het „al jaren Iraanse dreigingen tegen functionarissen uit de voormalige regering-Trump in de gaten houdt”. Teheran zou het mede op hen voorzien hebben na de uitschakeling van de Iraanse topgeneraal Qassam Soleimani, in januari 2020. Trump gaf toen het bevel om deze generaal van de machtige Republikeinse Garde per raketaanval te doden in Bagdad.
Trump: ‘Amerikaanse leger kijkt toe‘
Ook meldden de VS begin deze maand dat Iraanse hackers deze zomer e-mails zouden hebben buitgemaakt van medewerkers van Trumps campagneteam, om deze te delen met journalisten en met medewerkers van toenmalig Democratische presidentskandidaat Joe Biden. Het is echter onduidelijk of er sindsdien inderdaad meer Iraanse pogingen tot inmenging of geweld zijn ontmaskerd.
De ex-president zelf liet dinsdagnacht via een bericht op sociale media weten dat er sprake zou zijn van „grote bedreigingen tegen mijn leven vanuit Iran”. Hij voegt toe dat „het hele Amerikaanse leger toekijkt en afwacht”, terwijl „Iran al pogingen heeft gedaan die niets uithaalden”.
Hij bedankte wel beide partijen in het Congres voor het vrijmaken van meer geld voor de Secret Service, de dienst die (ex-)presidenten beveiligt. In de nasleep van de juli-aanslag kreeg de dienst veel kritiek, waarna het hoofd van de Secret Service opstapte.
Volgens de Libanese minister van Buitenlandse Zaken, Abdallah Bou Habib, is het „waarschijnlijk” dat bijna een half miljoen Libanezen zijn ontheemd door Israëlische aanvallen. Dat zei hij dinsdagavond in een uitgezonden interview, zo melden internationale persbureaus.
Het is niet duidelijk of de minister doelt op het aantal ontheemden sinds de grootschalige Israëlische aanvallen van afgelopen week, of sinds het begin van het conflict. Voor de opvoering van de Israëlische aanvallen waren zo’n 110.000 mensen in Libanon ontheemd.
Habib, die aanwezig was bij een bijeenkomst van de Verenigde Naties op dinsdagavond, zei teleurgesteld te zijn in de speech die de Amerikaanse president Joe Biden daar hield over de-escalatie. „Het was niet sterk. Het was niet veelbelovend en het gaat het probleem niet oplossen.” Volgens Habib zijn de Verenigde Staten „het enige land dat een verschil kan maken in het Midden-Oosten met betrekking tot Libanon”.
Komende middernacht (Nederlandse tijd) komt de Veiligheidsraad van de VN bijeen om de escalatie van het geweld te bespreken. Naar verwachting zal de Israëlisch premier Benjamin Netanyahu op vrijdag aan het woord zijn.